In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 februari 2023 uitspraak gedaan in de asielprocedure van eiser, die zijn aanvraag niet in behandeling genomen zag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De verweerder stelde dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag, omdat eiser illegaal via Italië de Europese Unie was binnengekomen. Eiser betwistte deze verantwoordelijkheid en voerde aan dat Italië niet in staat is om hem opvang te bieden, verwijzend naar recente rapporten en eerdere uitspraken van de rechtbank. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit niet goed was gemotiveerd en in strijd was met het zorgvuldigheidsbeginsel. De rechtbank stelde vast dat Italië op dat moment geen opvang voor eiser beschikbaar had en dat de overdracht aan Italië zou leiden tot een onmenselijke of vernederende behandeling, zoals bedoeld in artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen vier weken een nieuw besluit te nemen, waarbij verweerder onderzoek moet doen naar de opvangsituatie in Italië. De rechtbank liet de overige beroepsgronden onbesproken en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.