[huurster] vordert, bij vonnis, zo mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
I. te verklaren voor recht dat het gehuurde per 1 april 2020 moet worden gewaardeerd met 122 punten en dat de door [huurster] te betalen maandelijkse prijs bedraagt € 614,31 kale huur en € 100,- voorschot servicekosten, in totaal zijnde € 714,31;
II. Orange Property te veroordelen om binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en tegen bewijs van kwijting, aan [huurster] te betalen € 3.633,31, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 november 2021;
subsidiair
III. te verklaren voor recht dat het gehuurde per 1 april 2020 moet worden gewaardeerd met 137 punten en dat de door [huurster] te betalen maandelijkse prijs bedraagt € 694,52 kale huur en € 100,- voorschot servicekosten, in totaal zijnde € 794,52;
IV. Orange Property te veroordelen om binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en tegen bewijs van kwijting aan [huurster] te betalen € 2.029,41, minus € 80,21 per maand vanaf december 2021 tot en met de maand waarin eindvonnis wordt gewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 november 2021;
primair en subsidiair
V. Orange Property te veroordelen om binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en tegen bewijs van kwijting aan [huurster] te betalen € 250,-, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 24 november 2021;
VI. Orange Property te veroordelen in de kosten van de procedure, zo mogelijk met een bedrag aan salaris voor de gemachtigde en de nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf veertien dagen na dagtekening van het vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.