Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“(…) Beheer:1. Onder de opdracht van beheer wordt verstaan het ten behoeve van de opdrachtgever verlenen van de volgende diensten met betrekking tot een of meer aan de opdrachtgever toebehorende of onder zijn zeggenschaap staande onroerende goederen:- verzorging van de huurincasso (…)- bemoeienis met bijkomende leveringen en diensten (…)- verzorgen van de betaling van kosten en lasten, (…)- werkzaamheden in verband met periodieke huurprijswijzigingen en huurcommissie zaken- verzorging van het onderhoud (…)- verzorging van het opnieuw verhuurd worden van leegkomende gedeelten- verstrekking van adviezen van eenvoudige aard- het onderhouden van de nodige contacten met de gemeentelijke diensten en bedrijven,(…)6. Diensten die uitgaan boven hetgeen in artikel 1 is omschreven, of in verhouding tot de gebruikelijke gang van zaken meer tijd, aandacht of inspanning vergen, zullen additioneel worden berekend op basis van regie of volgens vooraf opgegeven condities.Zulke dienst zijn bijvoorbeeld:
2.9. Op 2 maart 2015 is de woning door [appellante] & [T] B.V. verhuurd aan [B] . [B] en [C] (hierna ook: de huurders) voor een periode van één jaar tot en met 29 februari 2016. De overeengekomen huur bedroeg € 1.150,00 per maand. In het huurcontract is onder meer opgenomen:
“Artikel 11 energieprestatie certificaat
2.10. Op 13 augustus 2015 hebben de huurders van de woning bij de Huurcommissie een verzoek ingediend om de redelijkheid van de overeengekomen huurprijs te beoordelen.
“(…) De rapporteur heeft voorgesteld de woonruimte te waarderen met 120 punten. De rapporteur heeft de rubriek “warmte-isolatie” terecht gewaardeerd met 0 punten, omdat uit controle op de van overheidswege ingerichte website ep-online.nl blijkt dat voor deze woning geen energielabel is afgegeven, zodat de bouwjarentabel gehanteerd moet worden om de energieprestatie (het energielabel) te bepalen. Het bouwjaar van de woning is 1927, waarvoor geen punten worden toegekend, (…)Bij dit puntenaantal is de maximale huurprijsgrens € 597,02 per maand (…)”.
“Hierbij deel ik mede dat ondergetekende (….) het huurbeheer hierbij schriftelijk en aangetekend per heden opzegt (….) Een en ander volgens de bestaande en overlegde ‘Voorwaarden Financieel en Technisch Beheer’(…)”.
“
Aansprakelijkheid:
9.3. Opdrachtnemer is nimmer aansprakelijk voor gederfde winst en/of stagnatieschade, noch voor schade die voortvloeit uit door Opdrachtnemer verstrekte adviezen.9.4. Onverminderd het gestelde in lid 2 van dit artikel is de eventuele aansprakelijkheid van opdrachtnemer voor haar toe te rekenen tekortkomingen in verband met de uit te voeren werkzaamheden beperkt tot een zodanig bedrag als in redelijke verhouding staat tot de waarde van de tegenprestatie van de Opdrachtgever, zulks echter in ieder geval met een maximum van € 7.500,--. De schade als bedoeld in dit artikel, dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na het ontstaan schriftelijk aan Opdrachtnemer te zijn gemeld, onder opgaaf van kosten.”.
“(…) na de wijziging op 1 januari 2015 aangepast. Zelfstandige woningen worden sinds die datum gewaardeerd met een puntenwaardering voor de energie-index in plaats van (voorheen) het energielabel. Voorheen bestond voor de bepaling van kwaliteitspunten bij de woningwaardering en de vaststelling van de huurprijs de verplichting om het energielabel te registreren, maar sinds 1 januari 2015 is slechts vereist dat de energie-index is vastgesteld en dan overeenkomstig het bepaalde in rubriek 4 van Bijlage I onder A BHW, te weten volgens de voorschriften bedoeld in (…).Vast staat dat er bij aanvang van de huurovereenkomst geen energie-index is vastgesteld, maar dat dit pas in augustus 2015 is gebeurd. [geïntimeerde] heeft geen afdoende verklaring gegeven waarom de afgifte van het energielabel 6 maanden op zich heeft laten wachten. (…)Nu [geïntimeerde] de energie-index niet tijdig op de wettelijk voorgeschreven wijze heeft laten vaststellen, kan dit niet achteraf worden ‘gerepareerd’.Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de energieprestatie moet worden gewaardeerd op 0 punten. (…)De kantonrechter, (…)I. bepaalt dat de tussen partijen overeengekomen huurprijs niet redelijk is;II. stelt de huurprijs van het gehuurde per 1 maart 2015 vast op € 597,02 per maand; (…)”.2.17. Op 5 oktober 2017 heeft [geïntimeerde] [appellante] aansprakelijk gesteld voor de schade als gevolg van de lager vastgestelde huurprijs.
3.Beoordeling
“Het enige dat voorhanden was, bestond uit een rapport d.d. 31 januari 2015, inhoudende dat de woning zeer onzuinig was en dat dit paste bij energielabel G (…)”kan dat uit de opmerking
“Camp (…) heeft het bovendien kennelijk ook uit zichzelf (…) tot haar taak gerekend om op 31 januari 2015 een energie-index vast te laten stellen”niet worden afgeleid. Ook in hoger beroep heeft [geïntimeerde] dat terecht betwist. Een EPA is immers geen vaststelling van een energie-index, maar slechts - de naam zegt het al - een advies om een woning te verbeteren ten behoeve van een lager energieverbruik op basis van een onderzoek naar de huidige staat van die woning. In het EPA van de hier aan de orde zijnde woning is de energetische prestatie geanalyseerd en zijn mogelijke verbetermaatregelen doorgerekend en gerangschikt. Uit het EPA komt naar voren dat de woning op 31 januari 2015 energielabel G had en dat er diverse mogelijkheden waren om die energieprestatie te verbeteren tot, afhankelijk van de te treffen maatregelen, energielabel C (variant 1), B (variant 2), of A (variant 3). Ook al omdat na vaststelling van het EPA de woningeigenaar nog moet beslissen om energiebesparende maatregelen al dan niet uit te voeren en daarbij uit diverse varianten kan kiezen die leiden tot verschillende energiebesparingen en daarmee samenhangende energielabels, valt niet te begrijpen hoe [appellante] kan volhouden dat met het EPA op 31 januari 2015 een energie-index is vastgesteld.