Uitspraak
Met het bestreden besluit van 19 oktober 2018 heeft verweerder de aan eiser verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken met terugwerkende kracht tot 26 april 2013. Verweerder heeft daarbij ook bepaald dat eiser geen verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd en geen uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) wordt verleend. Verder heeft verweerder met dit besluit de op 26 februari 2018 ingediende aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd afgewezen.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Totstandkoming van het bestreden besluit
Motivering van het bestreden besluit
Toetsingskader voor de intrekking van eisers asielvergunning voor bepaalde tijd
Aanvullend standpunt verweerder na het arrest G.S.
Van toepassing zijnde openbare orde-criterium
Het openbare orde-criterium uit het arrest G.S.
direct voorafgaandeaan het moment waarop het misdrijf is gepleegd of aangevangen. De rechtbank ziet, mede gelet op de rechtspraak hierover [29] , geen grond voor het oordeel dat verweerder bij de berekening van de duur van eisers rechtmatig verblijf in de zin van artikel 3.86 van het Vb 2000 rekening had moeten houden met de periode van rechtmatig verblijf vóór het ontstaan van het verblijfsgat en dat daarbij had moeten optellen. Verweerder mag rekening houden met een ontstaan verblijfsgat.