Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 april 2016 en de daarin genoemde stukken;
- de akte van Imation van 11 mei 2016;
- de antwoordakte van Thuiskopie van 6 juli 2016 met producties;
- de antwoordakte van de Staat van 6 juli 2016.
2.De feiten
commercial channel’ – dat zich onderscheidt van haar ‘
consumer channel’ – waarin zij levert aan bedrijven die op hun beurt doorverkopen aan privégebruikers.
consumer channelin de periode van september 2004 tot en met mei 2010 ten bedrage van ongeveer € 5.585.800.
commercial channel(voor de periode waarop de vordering van Thuiskopie betrekking heeft, juni 2010 t/m maart 2011). Imation kon naar het oordeel van het gerechtshof echter niet met succes aanspraak maken op terugbetaling van de in de periode september 2004 tot juni 2010 voor haar
commercial channelafgedragen thuiskopievergoeding, ook niet door middel van verrekening, aangezien de bepalingen uit het A-contract daaraan in de weg staan en ook overigens geen sprake kan zijn van een terugbetalingsverplichting van Thuiskopie aan Imation dan wel van een bevoegdheid tot verrekening.
3.Juridisch kader van de thuiskopievergoeding
mutualisation, waarin geen onderscheid wordt gemaakt tussen professioneel en privégebruik en de geschatte mate van professioneel gebruik is verdisconteerd in de hoogte van de thuiskopievergoeding.
Besluit op hoofdlijnen”advies uitgebracht over de thuiskopievergoeding dat – voor zover hier van belang – onder het kopje “
Uitwerking hoogte totaalbedrag en verdeling over dragers”het volgende vermeldt:
4.Het geschil
primair:veroordeling van Thuiskopie tot betaling van € 6.949.893, dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag, ter restitutie aan Imation van in de periode 1 januari 2003 tot en met februari 2010 onverschuldigd door Imation aan Thuiskopie betaalde thuiskopievergoedingen ter zake van leveringen door Imation aan afnemers voor zakelijk gebruik als bedoeld in het lichaam van de dagvaarding, welk bedrag per onverschuldigde deelbetaling dient te worden vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over de betreffende onverschuldigde deelbetaling met ingang van de dag waarop de betreffende onverschuldigde deelbetaling heeft plaatsgevonden en welk daaruit resulterend totaalbedrag dient te worden verminderd met het bedrag dat Imation op de datum van het wijzen van vonnis zal hebben verrekend met haar vordering uit onverschuldigde betaling;
primairals
subsidiair: veroordeling van de Staat tot vergoeding van de overige schade die Imation heeft geleden als gevolg van het feit dat in de periode van 1 januari 2003 tot en met februari 2010 ten onrechte een thuiskopievergoeding is toegepast op leveringen aan bedrijfsmatige afnemers voort zakelijk gebruik, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
consumer channel, dan wel een ander in goede justitie vast te stellen percentage van het laatstgenoemde bedrag ter vergoeding van de sub B(i) bedoelde schade en ter ongedaanmaking van de sub B(ii) bedoelde ongerechtvaardigde verrijking en/of onverschuldigde betaling, vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW;
commercial channelter compensatie van de schade die rechthebbenden leden als gevolg van privékopieën die natuurlijke personen maakten op de in de dagvaarding bedoelde nieuwe dragers, welk bedrag berekend dient te worden op grond van het door Imation in deze dagvaarding sub C gestelde te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW en te vermeerderen met het door de rechtbank op grond van de vordering sub B(iii) vastgestelde bedrag;
5.De beoordeling
in beide zaken
mututalisation) niet in overeenstemming is met artikel 5 Arl. Zij stelt dat zij ondanks haar door de rechtbank bij vonnis van 20 februari 2013 (in de incassoprocedure, zie 2.8) in verband hiermee vastgestelde verrekenbevoegdheid belang heeft bij een veroordeling tot terugbetaling, aangezien het 800 jaar zal duren totdat de vordering is verrekend.
het gebruik van opslagcapaciteit voor audio, film en video, foto’s en e-boeken of luisterboeken, wanneer gekopieerd vanaf gekochte, gekregen, gehuurde of geleende dragers, gekopieerd van radio of tv ofgratis gedownload uit legale of illegal bron.”(onderstreping door de rechtbank). Uit de in r.o. 3.11 geciteerde speerpuntennota kan worden afgeleid dat het kopiëren uit ongeoorloofde bron een substianteel deel vormde van het totaal van de door privépersonen gemaakte kopieën. Gesteld noch gebleken is dat de situatie in de periode waarop vordering B ziet wezenlijk afweek van de daarin beschreven situatie in 2011.
uitsluitend de Staat die de onverbindende AmvB’s heeft vastgesteld en doen uitvoeren en daardoor onrechtmatig heeft gehandeld, de gevolgen daarvan dient te dragen en voor zijn rekening te nemen; op (Thuiskopie) rust niet een ongedaanmakingsverplichting van hetgeen zij ter uitvoering van die AmvB heeft verricht.”
algeheleafwijzing van de vorderingen die zien op terugbetaling van teveel betaalde thuiskopievergoeding. De stelplicht en de bewijslast van dit verweer ligt in beginsel bij gedaagden. Voorts is het volgende van belang.
geenrestitutievordering heeft indien (i) Imation de teveel betaalde thuiskopievergoeding geheel heeft doorberekend aan haar afnemers en (ii) terugbetaling zou leiden tot ongerechtvaardigde verrijking van Imation, hetgeen alleen aan de orde is indien zij geen enkele bijkomende schade heeft geleden als gevolg van de doorberekening van de thuiskopievergoeding.
gehelethuiskopievergoeding heeft doorberekend aan haar afnemers. Evenmin kan als vaststaand worden aangenomen dat de stellingen van Imation over haar bijkomende schade in het geheel niet opgaan, zodat niet vaststaat dat zij ongerechtvaardigd wordt verrijkt bij terugbetaling van doorberekende thuiskopieheffing uit hoofde van onverschuldigde betaling.