Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 26 mei 2015
de stichting STICHTING DE THUISKOPIE,
IMATION EUROPE B.V.,
Het verloop van het geding
De beoordeling van het hoger beroep
Overwegende
) wordt vastgesteld op 20 cent per drager waarbij voor FIAR-leden een korting zal gelden van 20%.
contractant’: de importeur of fabrikant van blanco gegevensdragers – in het contract staat in jaren 80/90-geitenwollensokkenspelling ‘blanko’ – en de ‘
stichting’: STK. In de A-voorwaarden is onder meer het volgende bepaald:
artikel 4:wijze van facturering en betaling:
Padawan/SGAE’, zaak C-467/08 (LJN: BO 3185) over de uitleg van artikel 5 van Richtlijn 2001/29 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (hierna: de Auteursrechtrichtlijn, kortweg: ARl). In punt 53 van dat arrest (hierna: het
Padawan-arrest, of kortweg:
Padawan) is het volgende overwogen.
Bijgevolg is de ongedifferentieerde toepassing van de heffing voor het kopiëren voor privégebruik op alle types installaties, apparaten en dragers voor digitale reproductie, en dit ook in het uitdrukkelijk door de verwijzende rechter aangehaalde geval waarin andere dan natuurlijke personen deze installaties, apparaten en dragers duidelijk voor andere doelen dan het kopiëren voor privégebruik aanschaffen, in strijd met artikel 5, lid 2 (ARl)’.
Padawanen daarna het HvJEU-arrest in die zaak is Imation vanaf juni 2010 gestopt met betaling van de thuiskopievergoeding die ziet op (directe en indirecte) leveringen door haar aan professionele eindgebruikers, de door Imation zogenoemde ‘Commercial Channel’, dat zich onderscheidt van de door haar zogenoemde ‘Consumer Channel’, waarin zij levert aan bedrijven die op hun beurt doorverkopen aan privé-(eind)gebruikers.
Padawan-arrest: ten onrechte – betaalde thuiskopievergoeding voor leveringen aan het Commercial Channel in de periode van september 2004 tot juni 2010 ten bedrage van € 5.585.800,-;
primair: veroordeling van Imation om thuiskopievergoeding over alle door haar in Nederland uitgeleverde blanco gegevensdragers te betalen en te blijven betalen;
Padawan-arrest volgt dat het niet is toegestaan om thuiskopievergoeding ongedifferentieerd te heffen op alle dragers die juridisch of feitelijk ter beschikking worden gesteld aan privégebruikers dan wel aan professionele gebruikers.
Padawan-arrest, omdat daarbij ongedifferentieerd wordt geheven en dus ook over dragers die bestemd zijn voor professioneel gebruik. Het beginsel van mutualisation is in noch de SONT-besluiten noch het A-contact/de A-voorwaarden opgenomen en bindt Imation dus niet.
vordering I-Primairvan STK te algemeen en daarom niet toewijsbaar.
Vordering IIis derhalve toewijsbaar: Imation is gehouden om opgave te doen van alle door haar geleverde gegevensdragers (rov. 4.30).
vordering I-Subsidiairen
vordering IIIis in het Tussenvonnis (verder) het volgende overwogen:
vordering IIIwordt daarom aangehouden.
Padawan-arrest of artikel 150 Rv is (rov. 4.43).
in fineen 2.5). In het principaal appel heeft Imation primair geconcludeerd tot bekrachtiging van het Tussenvonnis respectievelijk verwerping van de grieven. Imations subsidiaire petitum in het principaal appel is gelijkluidend aan haar subsidiaire petitum in het incidenteel appel. Bij pleidooi heeft Imation opgemerkt dat zij wenst dat het hof de zaak aan zich houdt.
Padawan/de ARl, Imation daaraan gebonden is (punt 37 CvR; punt 13 PA).
Amazon/Austra-Mechana’ (hierna: het
Amazon-arrest, of kortweg:
Amazon). De hierbij te maken keuzen kunnen tot grote verschillen in uitwerking leiden; een vergoeding van bijvoorbeeld 100 cent per drager maakt deze voor het publiek aanzienlijk minder aantrekkelijk dan wanneer een tarief van bijvoorbeeld 5 cent wordt gehanteerd. Het betreft hier dus sterk verschillende normen. In het licht van dit een en ander moeten de SONT-besluiten waarin – onder de in rov. 5.4 vermelde veronderstelling – keuzen voor bepaalde hoogten zijn gemaakt worden beschouwd als bevattend zelfstandige normstellingen. Deze zelfstandige normstellingen lenen zich voor herhaalde toepassing, namelijk op eenieder die de desbetreffende dragers fabriceert of importeert of dat gaat doen, en voor iedere uitlevering. Er is bijgevolg voldaan aan de in rov. 5.6 genoemde vereisten voor kwalificatie als algemeen verbindend voorschrift. Dat betekent, gezien het onder 5.5 overwogene, dat aan de SONT-besluiten geen formele rechtskracht kan toekomen. Grief 2 van STK loopt hierop stuk.
Padawan, zoals Imation heeft gesteld en de rechtbank heeft geoordeeld. Dit is – anders dan STK lijkt te willen betogen in punt 24 PA – ook zo indien de handelwijze van STK zou berusten op de SONT-besluiten, die bij het ontbreken van formele rechtskracht immers door de civiele rechter kunnen worden getoetst. Tegen het oordeel van de rechtbank, dat mutualisation in strijd is met het
Padawan-arrest, is STK opgekomen met grief 7-II.
Padawan-arrest is inmiddels uitgewerkt in twee latere HvJEU-arresten, namelijk in het hiervoor al aangehaalde
Amazon-arrest en in het arrest van 5 maart 2015 in zaak C-463/12 ‘
Copydan/Nokia’ (hierna: het
Copydan-arrest, of kortweg:
Copydan). Uit deze rechtspraak is het volgende op te maken over de uitleg van artikel 5 lid 2 sub b ARl.
Padawan) opdat het in punt 31 van de considerans op de ARl genoemde ‘rechtvaardig evenwicht’ tussen de rechthebbenden en gebruikers van beschermd materiaal wordt gewaarborgd.
Padawan)
Padawan; punt 47 van
Copydan).
Padawan; punt 43 van
Amazon).
Amazon; punten 44 e.v van
Copydan)
alledoor haar in Nederland uitgeleverde blanco dragers thuiskopievergoeding af te dragen; dat hoeft zij alleen voor leveringen van dragers die voor het vervaardigen van privé-kopieën worden gebruikt. De rechtbank heeft vanwege de algemene formulering daarvan terecht geoordeeld dat vordering I-Primair van STK niet voor toewijzing vatbaar is. De daartegen gerichte grieven van STK – dat zijn haar hiervoor besproken grieven 1 t/m 7-II – treffen geen doel.
Avago/Axel’, LJN: AE7008). Door deze afstand zijn de uit artikel 7 van de A-voorwaarden voor STK voortspruitende rechten tenietgegaan (artikel 6:160 lid 1 BW). Reeds hierop strandt STK’s argument onder 28 MvA-inc/62 ID, dat zij zich hooguit tot de dag van de ID (17 juni 2011) niet op dat artikel zou kunnen beroepen – maar daarna dus weer wel – om reden dat, kort gezegd, het Imation toen duidelijk moet zijn geworden dat STK, voor het geval het mutualisation-stelsel niet overeind zou blijven, een beroep op artikel 7 van de A-voorwaarden zou gaan doen. Overigens valt in het licht van het feit dat STK in hoger beroep nog steeds met klem toepassing van het mutualisation-stelsel heeft bepleit, niet in te zien dat dit Imation toen duidelijk moet zijn geworden. Voormeld argument van STK kan ook hierom niet worden aanvaard.
Padawan. Hierover wordt het volgende overwogen.
Padawan– alleen een verplichting tot betaling van een billijke vergoeding in het leven voor het geval de desbetreffende blanco drager wordt gebruikt om privé-kopiëen te vervaardigen. De stelling, dat de drager wordt gebruikt om professionele kopieën te vervaardigen vormt een betwisting van het bestaan van die verplichting, en is dus niet, zoals STK lijkt te willen betogen in punt 4 MvA-inc, een bevrijdend verweer (‘uitzondering’) waarvoor degene die deze aanvoert volgens de hoofdregel van artikel 150 Rv de bewijslast heeft. Mitsdien is het volgens deze hoofdregel aan STK om het privégebruik van de blanco dragers te bewijzen.
Padawan-arrest al iets zou kunnen worden afgeleid over de bewijslastverdeling maakt de in rov. 5.9 bij c) al aangehaalde passage uit punt 59 daarvan, dat
de ongedifferentieerde toepassing van de heffing (…) op (…) dragers (…) die(1)
niet ter beschikking van privégebruikers worden gesteld en(2)
duidelijk bestemd zijn voor andere doelen dan voor het kopiëren voor privégebruik, niet in overeenstemming (is) met de (ARl)’ (de cijfers zijn door het hof aangebracht, in navolging van STK, zie punt 7 MvA-inc),
duidelijkvoor andere doelen dan voor het kopiëren voor privégebruik zijn bestemd, geen heffing verschuldigd is, kan niet worden onderschreven. Uit de woorden ‘
in elk geval’ van punt 47 van het
Copydan-arrest (zie ook rov. 5.9 bij c), luidende:
(…) dat deze vergoeding in elk geval niet mag worden toegepast op de levering van (…) dragers (…) aan andere dan natuurlijke personen die deze (…) dragers duidelijk voor andere doelen dan het kopiëren voor privégebruik aanschaffen’,
duidelijkbestemd zijn voor professioneel gebruik, een heffing niet mag worden toegepast. Daarnaast vormt de in rov. 5.9 bij d. weergegeven passage uit
Padawanen
Amazon, dat ‘daarentegen’ privégebruik niet hoeft te worden aangetoond wanneer de dragers ter beschikking worden gesteld van natuurlijke personen, een aanwijzing dat in andere gevallen het privégebruik wel moet worden aangetoond. Om misverstanden te voorkomen: de hiervoor in rov. 5.9 bij e.ii) genoemde regel die wat bewoordingen betreft enige gelijkenis vertoont met de in punt 59 van
Padawanen punt 47 van
Copydanneergelegde regel, heeft alleen betrekking op een systeem zonder onderscheid dat hier niet aan de orde is (zie rov. 8.1).
Amazon. Hierbij zou onder meer kunnen worden gedacht aan maatregelen in de bewijssfeer, bijvoorbeeld door een van de uitzonderingen op de hoofdregel van artikel 150 Rv toe te passen, meer in het bijzonder door de bewijslast op grond van de redelijkheid en billijkheid om te keren, of door het aannemen van een vermoeden. Het thans te berechten geval kenmerkt zich er blijkens het onder 7.2 overwogene door dat Imation (alsnog) opgave zal moeten doen van alle door haar uitgeleverde dragers, dus ook van uitleveringen in haar Commercial Channel. Aan de hand van deze opgave zal STK, eventueel door navraag bij de afnemers, kunnen vaststellen welke dragers zijn terechtgekomen in het Consumer Channel waarvoor – gezien ook het in rov. 5.9 bij d overwogene – thuiskopievergoeding is verschuldigd. De stelling van STK in punt 33 MvA-inc, dat zij niet de positie heeft om te achterhalen welk eindgebruik van de dragers wordt gemaakt, had in het licht de genoemde, ook al door de rechtbank aangenomen, ruime opgaveverplichting van Imation een nadere onderbouwing behoeven, die evenwel ontbreekt. Die stelling zal daarom worden gepasseerd. Bij deze stand van zaken moet het ervoor worden gehouden dat STK op basis van de door Imation te verrichten opgave zonder al te grote (praktische) moeilijkheden zal kunnen vaststellen welke dragers ter beschikking zijn gesteld van natuurlijke personen. Ook de in het begin van deze rov. genoemde gehoudenheid vergt dus niet dat de bewijslast of bewijsleveringslast op Imation wordt gelegd.
in fineCvR, punt 17 MvA-inc, punten 31 t/m 37 PA) lijkt STK van deze mogelijkheid uit te gaan;
Copydan-arrest is overwogen dat, in het geval dat de betalingsplichtigen de mogelijkheid hebben om het bedrag van de vergoeding via de prijs af te wentelen op de eindgebruiker ‘die aldus de lasten draagt’, vanwege het ‘rechtvaardig evenwicht’ tussen de belangen van auteursrechthebbenden en de gebruikers van beschermd materiaal, ‘enkel de eindverwerver’ (waarmee bedoeld is: de professionele eindgebruiker) terugbetaling van de vergoeding kan krijgen (punt 53). Hieruit is af te leiden dat het in de – zich hier voordoende, zie rov. 10.6 – situatie dat de eindgebruiker de lasten draagt, in strijd is met artikel 5 lid 2 sub b ARl/artikel 16c-e Aw dat een incasso-organisatie als STK een ten onrechte betaalde thuiskopievergoeding terugbetaalt aan de importeur van de drager, ook al heeft deze, zoals hier, de betaling aan de incasso-organisatie
de factoverricht. In aanmerking nemend dat STK in het kader van haar grieven 4, 5 en 6 feitelijke stellingen van deze strekking heeft betrokken (zie rov. 10.2), is het hof – zeker gezien de communautaire herkomst daarvan – verplicht om die rechtsregel, dat in een geval als zojuist omschreven niet mag worden terugbetaald aan de importeur/leverancier, ambtshalve toe te passen (artikel 25 Rv). Deze regel is te beschouwen als een
lex specialisten opzichte van de regel van artikel 6:203 BW dat degene die zonder rechtsgrond de betaling heeft verricht, gerechtigd is deze van de ontvanger als onverschuldigd betaald terug te vorderen. Uitgaande van mogelijkheid B kan om deze reden geen sprake zijn van een terugbetalingsvordering van Imation, en dus evenmin van verrekening met zo’n vordering.