Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 september 2013 met producties 1 tot en met 11;
- de producties 1 tot en met 6 van Acer;
- de producties 12 en 13 van De Thuiskopie;
- de producties 7 tot en met 15 van Acer;
- de mondelinge behandeling en de ter gelegenheid daarvan door partijen overgelegde pleitnotities.
2.De feiten
3.Het geschil
4.Juridisch kader
5.De beoordeling
de vorm, de wijze van financiering en inning en het niveau van deze billijke compensatie te bepalen”. De beslissing dat de billijke vergoeding berekend moet worden op basis van de schade van de rechthebbenden, moet naar voorlopig oordeel in samenhang met deze overweging worden gelezen. Dat brengt voorshands oordelend mee dat het een lidstaat vrij staat om op basis van de werkelijke schade, die nimmer exact bepaald zal kunnen worden, de schade te waarderen op een wijze waarmee binnen redelijke grenzen getracht wordt de werkelijkheid te benaderen.
“[de regeling] op grond van de beginselen onder 2 en 3 streeft naar een bruto incasso van € 40 mln., uitgaande van de verkoopvolumes in 2011”. Uit deze passage volgt naar voorlopig oordeel niet zonder meer dat het gewenste incassobedrag tot uitgangspunt is genomen voor de vast te stellen vergoeding. Volgens het SONT-advies is aansluiting gezocht bij de hoogte van de totale afdracht in 2005, voor de bevriezing van het thuiskopie-stelsel, en bij de hoogte van de vergoeding per inwoner in andere Europese landen. Naar voorlopig oordeel kunnen die factoren bijdragen aan de begroting van de werkelijke schade.
de factogeen restitutierisico is, omdat Acer in dat geval ook een vordering uit schadevergoeding op de Staat zal verkrijgen, wordt van de hand gewezen. In dat geval verwezenlijkt het restitutierisico zich immers wel, al kan de schade daarvan op een derde worden verhaald. De verbintenis uit schadevergoeding die in dat geval ontstaat, staat echter los van de verbintenis tussen partijen.