“
10.1 Het studioverhoor van getuige [slachtoffer], los bijgevoegd bij voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende het volgende:
Oké. Ehm het begon eerst toen ik naar Nederland kwam (...) En eh toen zag ik m’n vader, zeg maar ehm achter mij liggen en toen begon die aan mij te zitten. (...) En het ging heel vaak door tot eh tot in tweeduizend negentien (...) En eh toen ’t nog erger, erger begon te worden toen eh begon die echt verder te gaan, toen heb ik ‘t nogmaals verteld. En toen eh ja, toen geloofde ze ’t wel. En toen zijn we met hem gaan praten. En hij had beloofd dat die 't niet zou doen. (...). En m’n moeder heeft eh heeft een keertje in de nacht gezien van eh toen die boven was, toen zei ze volgens mij zij eh toen hij uit 't raam wilde springen of zo, zag ze hem en vroeg: wat deed je bij eh bij [slachtoffer]’s kamer? Toen zei die ik hoorde de buren herrie maken dus wilde ik vragen of ze wilde stoppen. (...)
V En wanneer is ’t begonnen?
G In ja eh in januari tweeduizend zeventien toen we in Nederland kwamen
V En wanneer is 't gestopt?
G (...) Tweeduizend negentien.
V En eh als jouw vader dan aan jou zat hé, waar waren jullie dan?
G Ehm bij mijn kamer helemaal op zolder. (…) In tweeduizend achttien in december. (...) Ehm hij begon met z’n tong aan mijn plasser te eh te likken. (…) En dan eh doet die de kussen open en gaat die me dan eerst gewoon knuffelen en dan kussen. En dan begint die, maar dus gewoon rustig alle dingetjes aan te zitten (...) Ehm dan gaat die eerste effe gewoon zo om m’n schouders heen, wrijven. En dan gaat die iets lager. En dan gaat die gewoon ook aan zelf ehm aan m’n plasser zitten. (...) En eh dan gaat die, gaat die nog meer wrijven en zo (...)
V Vertel eens hoe dat dan ging
G Gewoon als je eh. Als ik bijvoorbeeld gewoon op m’n schouders aan 't jeuken of aan ’t eh of aan ’t wrijven ben, doet die ook ’t zelfde, alleen gebruikt die dan één hand, één vinger bedoel ik.
V En waar doet die jou dan wrijven?
G Eh aan eh in m’n plasser, overheen en zo.
V Je plasser, d’r overheen. En je zegt: dat doet die met één vinger?
G Ja (…)
V En waar bij je plasser dan precies?
G Ehm gewoon. Eén keer was die al iets naar beneden gegaan en bij, bij ’t gaatje, iets dieper, maar eh vroeger ging ’t gewoon over, over de zijkant.
V Je zegt vroeger ging ’t eerst over de zijkant
G Hm hm
V En later gingt die ook wel iets dieper?
G Ja.
V En wat bedoel je met over de zijkant?
G Gewoon zo (12:23:58 getuige beweegt haar rechterhand over de tafel) eh maar vroeger ging die eh echt, zeg maar, (Getuige tilt haar rechterhand op. Getuige maakt met haar rechterwijsvinger een kronkelende beweging over de tafel) zo.
V Ehm en wat, wat raakte die dan aan als die jou wreef?
G Eh ik weet wel ehm aan m’n gaatje.
V En wat voel je bij ’t gaatje?
G Ehm dat die met z’n vinger of zoiets, in ging zo. Ging die ook wrijven, dat was een keertje gebeurd, niet heel vaak.
V Hm hm. Wat was een keertje gebeurd?
G Ehm met die vinger erin gegaan (...)
V Ja. En, en in welk gaatje bedoel jij dan?
G Ehm ik weet niet, ’t Was wel. Je hebt toch gewoon bij je plasser, heb je, is gewoon zo recht en staat nog een beetje een gaatje en een rondje d’r in. (...)
V Oké. Vertel eens over dat die dan ging likken, hoe dat dan ging.
G Net als ik zei, hij ging gewoon eerst met z’n vinger wrijven, dat deed die ook met likken (...) Maar toen ging die ook met z’n tong in ’t gaatje van m’n plasser. (...)
V En hoe weet je dan dat die d’r ook in ging met z’n tong?
G Ehm ehm omdat je eh ik voelde het. En ’t deed ook een beetje, een beetje pijn net als bij z’n vingers. (...) Alleen bij z’n vingers was ’t wel, niet heel, was ’t iets verder en met tong, met z’n tong niet. (...)
V Heb ik dat goed begrepen. En dat die dan aan jouw plasser zit hé. Heeft die jou ook wel eens ergens anders aangeraakt?
G Ja, maar bij mij eh hier zo (12:34:17 getuige tilt haar rechterhand op en maakt een beweging over haar borst)
V Hm hm
G En eh hij daar ook een beetje over wrijven (...)
V Hoe deed die dat wrijven dan?
G Gewoon ehm hij ging soms aan knijpen (12:34:41 getuige gaat met haar rechterhand naar haar linkerborst) en, en ja, gewoon wrijven
G Op mijn borst.
V Op je borst. En waar dan bij je borst?
G Gewoon (Getuige maakt met haar rechterhand hand een cirkel op haar linkerborst) hier zo.
V Maar toen die keer dat die jou ging likken, hoe ging dat dan? (...)
G En eh (getuige zakt wat onderuit op haar stoel) half zo gebogen eh (getuige beweegt haar hoofd iets naar links) half met mijn hoofd zo en gewoon recht met mijn lichaam. En dan die dan gewoon (12:44:02 getuige staat op en gaat aan de kopse kant van de tafel op haar hurken zitten) aan mijn. Dan lig ik bijvoorbeeld hier (getuige maakt een beweging met haar hand voor zich op de tafel) en dat die dan gewoon zo likte of zo. (...) Want ik, ik had ’t niet gevoeld dat die naast mij of zo lag, of gewoon eh (ONVERSTAANBAAR) dus dan, dan wist ik wel dat die gewoon aan mij aan ’t likken was.