Conclusie
1.Het cassatieberoep
2.De ontvankelijkheid van het cassatieberoep
De ontvankelijkheid van het klaagschrift.
Beoordeling door de raadkamer
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van een klager die niet-ontvankelijk is verklaard in zijn klaagschrift tegen een beschikking van de rechter-commissaris. De klager, geboren in 1960, was betrokken bij een strafrechtelijk onderzoek naar grootschalige fraude in de voedselketen, waarbij beslag is gelegd op fysieke dossiers en een back-up van een ICT-systeem. De rechtbank Oost-Brabant verklaarde de klager op 7 maart 2023 niet-ontvankelijk in zijn klaagschrift, omdat hij geen verschoningsgerechtigde is. De klager heeft beroep in cassatie ingesteld, maar de Procureur-Generaal concludeert dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de klager niet als verschoningsgerechtigde kan worden aangemerkt, waardoor hij geen rechtsmiddel heeft tegen de beschikking van de rechter-commissaris. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de Hoge Raad de klager niet-ontvankelijk zal verklaren in het cassatieberoep, omdat de klager niet voldoet aan de vereisten om beroep in cassatie in te stellen.