ECLI:NL:HR:2013:BZ5401
Hoge Raad
- Cassatie
- B.C. de Savornin Lohman
- W.F. Groos
- N. Jörg
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van beroep in cassatie tegen beslissing tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijke straf
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De veroordeelde had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf die eerder was opgelegd door de Rechtbank 's-Gravenhage. De Hoge Raad oordeelt dat ingevolge artikel 14j, eerste lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafrecht, er geen rechtsmiddel openstaat tegen een beslissing tot tenuitvoerlegging, voor zover deze beslissing geen deel uitmaakt van een uitspraak ter zake van andere strafbare feiten. Dit betekent dat het Hof de veroordeelde terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn hoger beroep. De Hoge Raad bevestigt deze beslissing en verklaart de veroordeelde niet-ontvankelijk in het beroep in cassatie. De uitspraak is gedaan op 26 maart 2013, waarbij de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren W.F. Groos en N. Jörg. De waarnemend griffier E. Schnetz was ook aanwezig bij de uitspraak.