De persoon " [alias 6] ", die is afgebeeld op het beeldmateriaal van de beveiligingscamera's van het Amrath Hotel Brabant te Breda d.d. 7 maart 2014, werd door verbalisant [verbalisant 1] op 1 september 2014 aangetroffen in het restaurant van het Amrath Hotel Brabant te Breda en door hem aangehouden als verdachte inzake een poging tot oplichting. Bij identiteitsonderzoek is vastgesteld dat de op 1 september 2014 aangehouden persoon de medeverdachte [medeverdachte] betreft. Door [verbalisant 1] is de persoon die zich " [alias 6] " noemde, zoals die door hem is waargenomen op het beeldmateriaal van het Amrath Hotel Brabant te Breda d.d. 7 maart 2014, en de op 1 september 2014 aangehouden verdachte [medeverdachte] herkend als één en dezelfde persoon.
[betrokkene 6] heeft aangifte gedaan van oplichting. Hij heeft verklaard dat hij op diverse internetsites, waaronder Marktplaats, een huis in Spanje (Alicante) te koop had staan. [betrokkene 6] is op 18 februari 2014 gebeld door een [alias 4] , die zei namens zijn baas [alias 6] te bellen over de woning. Op voorstel van [alias 6] troffen [betrokkene 6] en [alias 6] elkaar in hotel Holiday-Inn Plaza te Antwerpen. Tijdens het gesprek daar zei [alias 6] dat hij de Spaanse woning wilde kopen, maar dan moest [betrokkene 6] wel € 80.000 wisselen, tegen een bonus van 10%. Tijdens een vervolggesprek op 7 maart 2014 werd afgesproken dat op 20 maart 2014 de helft, te weten € 40.000 zou worden omgewisseld en 14 dagen later de rest. Op 20 maart 2014 ontmoetten zij elkaar te Brussel. [betrokkene 6] had acht pakketjes van € 5.000 in coupures van € 50 en € 100 bij zich. In een horecagelegenheid stelde [alias 6] voor dat hij het gehele geldbedrag achter zou controleren en nam de tas met het gehele geldbedrag daartoe mee. Kort daarna ontdekte [betrokkene 6] dat [alias 6] was vertrokken.
De foto van de persoon die zich [alias 6] noemt en die afkomstig is van de beelden van de beveiligingscamera’s van het Amrath hotel Brabant met betrekking tot de ontmoeting van [betrokkene 4] en [alias 6] op 7 maart 2014 is getoond aan aangever [betrokkene 6] . Die foto is onder meer afgebeeld op pagina 249 van het politiedossier. [betrokkene 6] heeft verklaard dat hij met de volle 100% kan meedelen dat hij de man op de foto herkent als [alias 6] , de man die is weggelopen met zijn geld. Door verbalisant [verbalisant 1] is deze persoon herkend als de medeverdachte [medeverdachte] .
[betrokkene 7] heeft een soortgelijke aangifte gedaan. Hij heeft verklaard dat hij en zijn vrouw een huis in Kusa Dasie (het hof begrijpt: Kusadasi) te Turkije te koop hadden staan op diverse internetsites, waaronder Marktplaats.nl. Eind maart 2010 werd [betrokkene 7] gebeld door een man die vroeg of het huis nog te koop stond. Zij spraken af om elkaar begin april 2010 te ontmoeten. Tijdens die ontmoeting vertelde de man, die zich [alias 7] of [alias 7] noemde, dat hij zwart geld had in coupures van € 500 en deze wilde omwisselen in kleine coupures. Op een later moment sprak [betrokkene 7] met [alias 7] af dat hij € 50.000 zou omwisselen in kleine coupures, waarbij [betrokkene 7] een bonus van 10% zou krijgen. Op 23 mei 2010 ontmoetten [betrokkene 7] en zijn echtgenote [alias 7] in een vestiging van McDonalds te Maastricht.
[alias 7] vroeg of hij het geld mocht zien, waarop de vrouw van [betrokkene 7] hem vier enveloppen gaf met in totaal € 50.000. [alias 7] zei dat hij het geld wilde controleren, liet een zwart tasje achter en liep weg. [alias 7] liep met het geld naar de ingang, rende weg en stapte in een auto die meteen daarna wegreed.
Van de McDonalds vestiging te Maastricht zijn camerabeelden verkregen van 23 mei 2010. Verbalisant [verbalisant 1] heeft op het beeldmateriaal de medeverdachte [medeverdachte] herkend. [betrokkene 7] heeft bij een meervoudige fotobewijsconfrontatie de medeverdachte [medeverdachte] als de dader aangewezen.
Ook [betrokkene 8] heeft aangifte gedaan van oplichting, waarbij hij in 2014 is bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van € 75.000. Hij is door personen die zich voorstelden als [alias 8] en [alias 9] benaderd over graszoden die [betrokkene 8] met zijn bedrijf op internet te koop aanbood. Tijdens een ontmoeting op 24 maart 2014 in een horecagelegenheid te Amsterdam zei [alias 9] dat, voordat hij het gras bestelde, [betrokkene 8] biljetten van € 500 moest omwisselen. [betrokkene 8] zou daarvoor een bonus van 12% ontvangen. Op 28 april 2014 troffen [betrokkene 8] en echtgenote [alias 9] in een horecagelegenheid te Amsterdam. De echtgenote van [betrokkene 8] had in een tas een bedrag van € 75.000 in kleine coupures bij zich. [alias 9] zei dat hij het geld graag wilde zien en dat hij het geld op het toilet ging controleren. Even later bleek dat [alias 9] vertrokken was met het geld.
Van dit incident op 28 april 2014 zijn camerabeelden verkregen. Verbalisant [verbalisant 1] heeft het beeldmateriaal bekeken en de persoon die zich [alias 9] noemde herkend als de medeverdachte [medeverdachte] .
Voorts heeft [betrokkene 9] aangifte gedaan van oplichting, waarbij hij in 2014 is bewogen tot de afgifte van een geldbedrag van € 25.000. Hij is door personen die zich [alias 10] en [alias 11] noemden benaderd in verband met een huis dat [betrokkene 9] in Hajmas (Hongarije) te koop had gezet op internet. [alias 11] zei dat hij het huis wilde kopen en vroeg of [betrokkene 9] € 100.000 zou kunnen omwisselen. Uiteindelijk werd afgesproken dat [alias 11] op 14 maart 2014 in een horecagelegenheid te Amsterdam het voorlopig koopcontract van de Hongaarse woning zou tekenen. [betrokkene 9] diende dan € 25.000 contant geld bij zich te hebben, want [alias 11] wilde biljetten van € 500 omwisselen. Op 14 maart 2014 was [betrokkene 9] met zijn echtgenote en dochter in de afgesproken horecagelegenheid te Amsterdam. [alias 11] zei daar dat hij, voordat hij het contract zou tekenen, eerst hun geld wilde controleren en liep met het geld van [betrokkene 9] richting de toiletten. Even later bleek dat [alias 11] met het geldbedrag van € 25.000 weg was. Hij liet een tas achter, die geen geld bleek te bevatten.
Inzake dit incident op 14 maart 2014 zijn camerabeelden verkregen, waarop verbalisant [verbalisant 1] de persoon die zich [alias 11] noemde, heeft herkend als de medeverdachte [medeverdachte] .
Feit 1
[betrokkene 1] heeft aangifte gedaan van een poging tot oplichting. [betrokkene 1] heeft verklaard dat hij en zijn zoon [betrokkene 12] hun horecagelegenheid/café [A] te Rotterdam via Marktplaats.nl te koop aanboden. Op 25 augustus 2014 werd [betrokkene 1] gebeld door een man die zich [alias 1] noemde en hem vertelde dat zijn opdrachtgever interesse had in de horecagelegenheid. Zij spraken af elkaar op 1 september 2014 te Breda te ontmoeten in horecagelegenheid Hart van Breda. [betrokkene 1] arriveerde daar tijdig, samen met zijn zoon [betrokkene 12] en zijn schoonvader. Om 11.00 uur belde [alias 1] en zei dat zijn opdrachtgever verlaat was. Hij vroeg [betrokkene 1] om naar het Amrath Hotel Brabant te Breda te komen. [betrokkene 1] ging daar met zijn zoon en schoonvader naartoe. Zij werden in de lobby ontvangen door een man die het uiterlijk had van een zakenman. Hij vertelde hen dat hij in het vastgoed zat, veel bezittingen had en zeer geïnteresseerd was om het café te kopen. [betrokkene 1] vertelde dat de prijs van de horecagelegenheid € 90.000 was. De man zei dat zijn zakenpartner nog onderweg was. Deze tweede man kwam. Die was ook keurig gekleed in een kostuum. De mannen spraken met elkaar in een voor [betrokkene 1] vreemde taal. De tweede man zei dat zij in veel landen werkzaam waren, te weten Duitsland, Luxemburg, Spanje, Italië, België, Frankrijk en Nederland.
Ineens ging het gesprek over van de horecagelegenheid naar geld. De eerste man zei dat zij over veel bankbiljetten van € 500 beschikten. Hij stelde voor die om te wisselen voor kleinere coupures, het liefst van € 100 of € 50. Er werd voorgesteld om van het bedrag van € 90.000 een bedrag van € 110.000 te maken, waarbij [betrokkene 1] en zijn zoon een bonus voor het omwisselen zouden krijgen van € 20.000. [betrokkene 1] en zijn zoon zeiden erover na te willen denken en dat er zou nog gebeld worden. Er werd toegezegd dat zij een telefoontje zouden krijgen om te horen of [betrokkene 1] en zijn familie akkoord zouden gaan met het voorstel. [betrokkene 1] en zijn zoon waren onder de indruk van het feit dat zij makkelijk € 20.000 zouden kunnen verdienen, maar zij hadden ook twijfel. Zij hoorden vervolgens dat iemand op televisie had gezien dat mensen op deze wijze waren opgelicht. Zij hebben toen besloten niet op het voorstel in te gaan.
Aan [betrokkene 1] zijn tijdens het doen van aangifte foto’s getoond. De man op foto 1, die door de politie [medeverdachte] wordt genoemd, heeft [betrokkene 1] herkend als de man die hij en zijn zoon en schoonvader als eerste ontmoetten in het Amrath Hotel Brabant te Breda. De man op foto 2, die door de politie [verdachte] wordt genoemd, heeft [betrokkene 1] voor 1000 procent herkend als de zakenpartner, die zich later bij het gesprek heeft gevoegd. De getoonde foto’s van [medeverdachte] en [verdachte] zijn opgenomen op de pagina’s 825 tot en met 834 en pagina 841 van het politiedossier, zo meldt verbalisant [verbalisant 1] .
Verbalisant [verbalisant 1] heeft gerelateerd dat op 1 september 2014 omstreeks 12.20 uur een medewerker van het Amrath Hotel Brabant te Breda de politie belde. Hij meldde dat hij zojuist een man in het hotel had gezien die in maart/april 2014 in het hotel was, waarvan de politie destijds de camerabeelden had opgevraagd en het personeel van het hotel had gevraagd te bellen zodra deze personen zich weer in het hotel zouden bevinden. Van het Amrath Hotel Brabant te Breda zijn met betrekking tot 1 september 2014 camerabeelden verkregen, die door verbalisant [verbalisant 1] nader zijn bekeken. Daarop heeft [verbalisant 1] het volgende waargenomen: Omstreeks 11.07 arriveert een man, de latere verdachte [medeverdachte] . Omstreeks 11.10 uur heeft [medeverdachte] in de gang een ontmoeting met drie mannen, met wie hij het restaurant inloopt.
Omstreeks 11.35 uur arriveert een tweede man, de latere verdachte [verdachte] . Deze tweede man gaat het restaurant binnen. Omstreeks 11.40 uur verlaten [betrokkene 1 en 12] het restaurant en lopen naar de uitgang van het hotel.
Omstreeks 12.09 lopen een man en een vrouw naar het restaurant, te weten de latere aangevers [ betrokkene 10 en 11] . Zij gaan het restaurant binnen. Omstreeks 13.00 uur werden de verdachte, de medeverdachte en [ betrokkene 10 en 11] door de politie aangetroffen aan één tafel in het restaurant, terwijl zij in gesprek waren over de verkoop van een woning in België.
Op 1 september 2014 omstreeks 13.00 uur zijn de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] door de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] aangehouden in het Amrath Hotel Brabant te Breda. Beide verdachten waren daar, zoals reeds gemeld, op dat moment in gesprek met [ betrokkene 10 en 11] . Verbalisant [verbalisant 2] ging in gesprek met [ betrokkene 10 en 11] , die vertelden dat zij een woning in België te koop hadden staan op Marktplaats.nl. Zij hadden in dat verband een afspraak met een persoon die zich [alias 1] noemde in de horecagelegenheid Hart van Breda. Rond het middaguur veranderde [alias 1] de locatie voor de ontmoeting naar het Amrath Hotel Brabant te Breda. Aldaar vond de ontmoeting plaats met de twee mannen waarmee zij aan tafel zaten toen de politie binnenkwam. Beide mannen namen actief deel aan het gesprek.
Kort nadat beide verdachten waren afgevoerd, werden de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] op het parkeerterrein van het Amrath Hotel Brabant te Breda aangesproken door een man, die vertelde dat hij op Marktplaats.nl een huis te koop had staan in Frankrijk, dat hij daarover contact had gehad met een [alias 1] en nu een afspraak had in het Amrath Hotel Brabant te Breda over de verkoop.
Middels een daartoe strekkende vordering ex artikel 126na van het Wetboek van Strafvordering werden de gebruikersgegevens verkregen van het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 1] in gebruik bij een persoon die zich “ [alias 1] ” noemde. Uit de verkregen printlijst met betrekking tot het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 1] blijkt dat dit nummer 13 keer telefonisch contact heeft gehad met het mobiele telefoonnummer: + [telefoonnummer 2] , in gebruik bij [betrokkene 1] (het hof begrijpt: aangever [betrokkene 1] ). Op 29 augustus 2014 zes keer, op 30 augustus 2014 drie keer en op 1 september 2014 vier keer. Tevens blijkt uit de verkregen printlijst met betrekking tot het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 1] dat dit nummer zes keer contact heeft gehad met het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 3] , in gebruik bij [betrokkene 12] . Op 28 augustus 2014 vijf keer en op 29 augustus 2014 één keer.
Kort na de aanhouding van de medeverdachte [medeverdachte] werden in zijn kleding twee mobiele telefoons aangetroffen, te weten een iPhone, voorzien een SIM-kaart met het mobiele telefoonnummer + [telefoonnummer 4] en een Nokia met IMEI-nummer [001] . Dit IMEI-nummer bleek voorzien te zijn van het mobiele telefoonnummer + [telefoonnummer 5] . Uit het interne geheugen van de Nokia telefoon blijkt dat het toestel 5 keer een inkomend gesprek heeft ontvangen van het mobiele telefoonnummer: [telefoonnummer 1] en 5 keer een inkomend gesprek heeft gemist van dat mobiele telefoonnummer.
Ook bleek uit het interne geheugen van de SIM-kaart in de Nokia dat deze op 31 augustus 2014 meerdere SMS-berichten heeft ontvangen die zijn verzonden door het mobiele telefoonnummer: + [telefoonnummer 1] .
Feit 2
[betrokkene 2] heeft aangifte gedaan van een poging tot oplichting. Hij heeft verklaard dat hij op 29 augustus 2014 werd gebeld door een man die zich [alias 2] noemde en gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer 6] . Hij zei dat hij interesse had in een door [betrokkene 2] op de internetsite Tweedehands.nl te koop aangeboden woning, gelegen te Vogelwaarde. De woning stond al twee jaar te koop met een vraagprijs van € 600.000. Op 30 augustus 2014 belde [alias 2] weer naar [betrokkene 2] en zij spraken af elkaar in het Amrath Hotel Brabant te Breda te ontmoeten om 13.00 uur. [betrokkene 2] ging er met zijn echtgenote heen. Om 12.36 uur werd hij gebeld door een man met de naam [alias 3] met een afgeschermd nummer; hij vroeg waar zij op dat moment waren. Om 13.01 uur werd [betrokkene 2] weer gebeld door onbekend telefoonnummer. In het gesprek om 13.01 uur vroeg [alias 2] aan [betrokkene 2] of zij er al waren. In het hotel ontmoetten [betrokkene 2] en zijn echtgenote twee mannen, die zich voorstelden als [alias 2] en [alias 3] . Beiden waren gekleed in nette kostuums. Ze gaven aan in zaken te zitten en over veel geld te beschikken. Het gesprek vond plaats in het Nederlands, maar [alias 2] en [alias 3] spraken met elkaar in een vreemde taal. [alias 2] stelde voor om het huis te kopen, op papier voor € 450.000 en daarnaast met € 100.000 tot € 150.000 zwart geld. Zij beschikten over veel bankbiljetten van € 500 en wilden daarmee betalen. Er werd ook een voorstel gedaan om € 10.000 te wisselen. [betrokkene 2] moest dan bankbiljetten van € 50 en € 100 leveren en dan zouden zij hem € 12.000 geven in coupures van € 500. [betrokkene 2] zou dus 20% provisie ontvangen. [betrokkene 2] zei dat hij erover na wilde denken en hij en zijn echtgenote vertrokken. Op de weg terug naar huis werd hij gebeld door [alias 3] , die zei dat zij bereikbaar waren op het nummer [telefoonnummer 6] . Op 2 september 2014 werd [betrokkene 2] nogmaals gebeld door [alias 3] en op 3 september 2014 weer. [betrokkene 2] heeft die dag telefonisch tegen [alias 3] gezegd dat hij afzag van de transactie.
Aan [betrokkene 2] zijn tijdens het doen van aangifte foto’s getoond. De man op foto 1, die ook te zien is op foto’s 3 en 4 en die op foto 4 links is afgebeeld, heeft [betrokkene 2] voor 100% herkend als de persoon die zich [alias 2] noemde. De man die op foto 4 is afgebeeld aan de rechterzijde herkent [betrokkene 2] als de man die zich voorstelde als [alias 3] .
Verbalisant [verbalisant 1] heeft gerelateerd dat aan aangever [betrokkene 2] foto’s werden getoond die afkomstig zijn van de beveiligingscamera’s van het Amrath Hotel Brabant te Breda. Die foto’s zijn opgenomen op pagina’s 472 tot en met 475 van het politiedossier. Op de getoonde foto 4 staan de medeverdachte [medeverdachte] en de verdachte, [verdachte] , afgebeeld. Door [betrokkene 2] werd [medeverdachte] aangewezen als de persoon die zich [alias 2] noemde en de verdachte als de persoon die zich [alias 3] noemde.
Zoals hierboven vermeld is bij de aanhouding van de medeverdachte [medeverdachte] in diens kleding een mobiele telefoon van het merk Nokia met IMEl-nummer [001] aangetroffen.
Dit IMEI-nummer bleek voorzien te zijn van het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 5] . Uit de verkregen printlijst blijkt dat het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 5] in de periode van 29 augustus 2014 tot en met 1 september 2014 telefonisch contact heeft gehad met de mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 7] , dat in gebruik is bij aangever [betrokkene 2] , en ook met het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 6] . Uit de verkregen printlijst blijkt dat het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 5] op 30 augustus 2014 te 12.36 en te 13.01 uur telefonisch contact heeft gehad met het mobiele telefoonnummer 31610906082 in gebruik bij aangever [betrokkene 2] .
Feit 3
[betrokkene 3] heeft aangifte gedaan van een poging tot oplichting. Hij heeft verklaard dat hij als directeur van de firma [B] een aantal stomerijen/vestigingen te koop had gezet op Marktplaats.nl. Naar aanleiding van deze advertentie werd hij gebeld door een man die zich [alias 4] noemde en die zei dat hij belde namens zijn opdrachtgever. Er werd een afspraak gemaakt voor een ontmoeting op 20 maart 2014 om 14.00 uur in het Amrath hotel in Breda. Onderweg werd [betrokkene 3] nog gebeld met de vraag waar hij was. Toen [betrokkene 3] bij het Amrath hotel aankwam, was er niemand. Op een gegeven moment kwamen twee mannen te voet bij het Amrath aan. Ze waren goed gekleed, strak in het pak. Een van de mannen noemde zich [alias 12]. De mannen deden het aanbod om € 100.000 tot € 120.000 te betalen voor een vestiging, maar [betrokkene 3] wilde pas zaken doen met zijn vader of een fiscalist erbij. Zij spraken af om elkaar op 1 april 2014 opnieuw te ontmoeten in het Van der Valk hotel te Vught. Aangever en zijn vader ontmoetten daar [alias 12] wederom. [alias 12] werd dit maal vergezeld door een andere man dan de eerste keer. Beide mannen droegen een pak. De mannen gaven aan dat ze in cash wilden betalen. Verder wilden ze dat [betrokkene 3] geld zou wisselen. Gevraagd werd of hij een bedrag van € 20.000 of € 10.000 in grote coupures kon omwisselen voor kleinere coupures, voor welke wisseltransactie hij betaald zou krijgen. [betrokkene 3] gaf aan dat hij geen geld wilde omwisselen. Op 10 april 2014 had [betrokkene 3] een vervolgafspraak, omdat hij toch graag de vestiging wilde verkopen. Dit was wederom in het Van der Valk hotel in Vught. Hij ging daar weer met zijn vader heen. Hij trof dezelfde twee mannen aan die hij op 1 april 2014 had ontmoet, dus [alias 12] en de man die op 1 april 2014 bij [alias 12] was. [betrokkene 3] bleef er een naar gevoel bij houden. Tijdens de ontmoeting op 10 april 2014 heeft [betrokkene 3] aan [alias 12] laten weten dat hij afzag van de deal.
Er heeft gedurende ongeveer 6 weken contact plaatsgevonden, waarbij [betrokkene 3] steeds telefonisch werd benaderd, vaak met verschillende nummers. De mannen hebben hem verteld dat ze het geld dat ze hadden, hadden verdiend met horecatransacties in Zuid-Europa.
Aan [betrokkene 3] zijn tijdens het doen van de aangifte foto’s getoond. De man op foto 10 en foto 11 heeft hij herkend als de persoon met wie hij drie keer heeft gesproken en die zich [alias 12] noemde. Alhoewel de man op foto 11 wel en op foto 10 geen baardje heeft, herkent [betrokkene 3] hem aan zijn afhangende ogen.
Verbalisant [verbalisant 1] heeft gerelateerd dat aan aangever [betrokkene 3] foto’s werden getoond die afkomstig zijn van de beveiligingscamera’s van het Amrath Hotel Brabant te Breda. Die foto’s zijn opgenomen op pagina’s 495-505 van het politiedossier. Op de getoonde foto’s 10 en 11 staat de verdachte, [verdachte] , afgebeeld.