Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring het volgende overwogen:
"Overweging met betrekking tot het bewijs
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder parketnummer 16-705103-14 aan hem tenlastegelegde (de gewapende overval op Zeeman). Hij heeft daartoe aangevoerd dat de verdachte in hoger beroep zijn betrokkenheid bij het onder parketnummer 16-661588-14 tenlastegelegde feit (de gewapende overval op Blokker) heeft bekend, maar dat de gewapende overval op Zeeman door hem wordt ontkend en dat voor een bewezenverklaring daarvan in het dossier onvoldoende aanknopingspunten aanwezig zijn. Het enkele feit dat bij dit feit sprake lijkt te zijn van eenzelfde modus operandi als bij de door de verdachte bekende overval op Blokker is daartoe onvoldoende.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte heeft zowel in eerste aanleg als in hoger beroep zijn betrokkenheid bij de overval op Blokker bekend. De verdachte heeft echter zijn betrokkenheid bij de overval op Zeeman ontkend.
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep leidt het hof het volgende af.
De modus operandi van de overval op het filiaal van Blokker te Utrecht komt op essentiële punten overeen met de modus operandi van de overval op het filiaal van Zeeman te Utrecht. De winkels van Zeeman en Blokker zijn op korte afstand van elkaar gelegen en de overvallen zijn binnen een week na elkaar gepleegd. Het hof wijst verder op de combinatie van het neerleggen van een artikel op de toonbank, het verstoppen van het mes in de rechter mouw, het tevoorschijn halen van het mes met de linkerhand en het nemen van het mes in de rechterhand. Ook komt het signalement van de verdachte van de overval op het filiaal van Zeeman op essentiële punten overeen met het signalement van verdachte tijdens de door hem gepleegde overval op het filiaal van Blokker. Het gaat hierbij om het dragen van een zwarte zonnebril, een zwarte pet met Puma logo, donkere schoenen met witte zolen en een zwarte rugtas met opvallende (blauwe) kenmerken.
Naast voormelde combinatie van factoren heeft het hof ook nog het volgende in aanmerking genomen. Ter zitting van het hof zijn camerabeelden vertoond van de overval op het filiaal van Zeeman te Utrecht. Het hof leidt uit die beelden af dat het postuur en gezichtsvorm van de dader gelijkenis vertonen met het postuur en gezichtsvorm van verdachte en in elk geval niet zodanig afwijken, dat reeds daarom al geconcludeerd zou moeten worden dat verdachte en de overvaller niet dezelfde persoon zijn.
Dit alles in onderling verband en nauwe samenhang bezien, acht het hof bewezen dat verdachte ook de overval op het filiaal van Zeeman heeft begaan."