‘Het hof ontleent aan de inhoud van de navolgende bewijsmiddelen het bewijs dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 02-700177-14 bewezen verklaarde heeft begaan.
1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 30 januari 2014 (…), voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van aangever [aangever 1], wonende aan de [a-straat 1] te [plaats 1]:
V: Vraag verbalisant
A: Antwoord aangever
O: Opmerking verbalisant
V: Waar wilt u aangifte van doen?
A: Het stelselmatig inbreuk maken op ons leven.
(..)
A. [verdachte]
(het hof begrijpt: [verdachte], verdachte)intimideert ons door een repertoire aan middelen, zoals het keihard tegen elkaar slaan van planken, stenen en metalen delen. Ook gebruikt hij de kettingzaag om zijn frustraties kracht bij te zetten door langdurig en wisselend gas te geven om daarmee te imponeren. Hij doet dit in het niets. Hij is zich mijns inziens zeer bewust dat een en ander zeer bedreigend overkomt. Zo ervaren wij het ook. Soms is, gezien de ligging van ons huis in de bocht, oogcontact onvermijdelijk, hetwelk wij te allen tijde proberen te vermijden, en gaat de arm en middelvinger van [verdachte] omhoog daarbij beledigingen en verwensingen uitsprekend. Een ander voorbeeld van intimidatie is het uiterst irritante slaan met een eind hout op zijn kliko en vervolgens meerdere malen snel achter elkaar oplichten en zeer hard neersmijten van de deksel.
V: Zijn er dingen die u of uw vrouw (
het hof begrijpt hierna telkens: [aangever 2]) juist wel doen na deze situatie?
A: Doordat [verdachte] ons beperkt in onze bewegingsvrijheid leggen wij onszelf beperkingen op, zoals het uitlaten van de hond en het waarschijnlijk niet meer nemen van een hond.
V: Zijn er nog dingen gebeurd tussen 31 juli 2013 en 4 augustus 2013?
A: De bekende gedragingen van [verdachte].
V: Wat is er gebeurd op zondag 4 augustus 2013?
A: Mijn vrouw heeft een melding gemaakt van geluidsoverlast.
V: Deed [verdachte] dit expres en waaruit bleek dat?
A: Ja ik vermoed dat hij dit expres deed, dit past namelijk helemaal in zijn patroon.
V: Waarom doet [verdachte] dat?
A: Met als doel ons te treiteren en ons weg te pesten.
V: Wat wil [verdachte] er volgens u mee bereiken?
A: Om de hele woonomgeving kapot te maken.
V: Zijn er nog dingen gebeurd tussen 4 augustus 2013 en 30 augustus 2013?
A: De gebruikelijke dingen. Nadat hij door de politie aangesproken of verhoord werd, werd het overlast frequenter. Meer claxonneren en middelvingers opsteken enzovoort.
V: Wat is er gebeurd op vrijdag 30 augustus 2013?
A: Ik liet mijn hond uit. [verdachte] in zijn tuin. Hij begon keihard te schreeuwen met woorden als “vuile achterbakse kankerlijer, kom dan klootzak”. Ik ben daarop zonder te reageren mijn woning binnengegaan.
V: Zijn er nog dingen gebeurd tussen 30 augustus 2013 en 16 januari 2013 (
het hof begrijpt: 2014)?
A: Het bekende wangedrag van [verdachte].
V: Wat is er gebeurd op donderdag 16 januari 2013 (
het hof begrijpt: 2014)?
A: Nadat de politie weg was, heeft [verdachte] met zijn auto, al rijdend, hard aanhoudend geclaxonneerd.
V: Deed [verdachte] dit expres en waaruit bleek dat?
A: Hij doet dit zodra hij ons ziet en hij laat geen middel ongebruikt om ons te intimideren of te bedreigen.
V: Wat wil [verdachte] er volgens u mee bereiken?
A: Puur intimidatie en uitdagen.
V: Wat was uw gevoel na deze situatie?
A:, Ik voel de constante druk die [verdachte] wil uitoefenen.
V: Zijn er nog dingen gebeurd na 16 januari 2013 (
het hof begrijpt: 2014)?
A: De gebruikelijke intimidaties.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
2. Het proces-verbaal (klacht) verhoor aangever d.d. 24 maart 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 1]:
Ik doe bij deze klacht en blijf bij mijn gedane officiële aangifte ter zake van belaging. Het feit is omschreven in de aangifte en gepleegd door [verdachte]. Ik wens dat de officier van justitie een strafvervolging instelt.
3. Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 23 april 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 1]:
Ik heb nog altijd overlast van [verdachte]. Het is niet minder geworden afgelopen weken. Nog steeds slaat [verdachte] met de deksel van de afvalbakken zodat hij hinderlijk geluid produceert. Hij blijft met opzet inbreuk maken op mijn persoonlijke levenssfeer zodat ik dingen juist wel en/of niet doe. Hij probeert ons door middel van geluidsoverlast en confrontaties uit onze tent te lokken. Ook komt [verdachte] nog vaak met zijn auto langs ons huis rijden. Hij steekt dan ook vaak zijn middelvinger naar mij op.
4. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 6 juni 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 1]:
(…)
Bij deze verzoek ik uitdrukkelijk om strafvervolging van de verdachte [verdachte], wonende te [plaats 1], [a-straat 2].
Ik wil aangifte doen van stalking, gepleegd door [verdachte]. Ik ben samen met mijn vrouw woonachtig in [plaats 1], [a-straat 1], binnen de gemeente […]. Eigenlijk hebben we al vanaf het begin problemen met [verdachte]. Dit zijn problemen in de vorm van overlast, treiteren etc. In het verleden hebben wij al meerdere keren aangifte gedaan tegen [verdachte]. Sinds een paar maanden is [verdachte] weer begonnen met zijn acties richting ons. Ik heb in januari 2014 daarvan melding gedaan bij de politie. Ons is geadviseerd om bij te houden op welke dagen en tijdstippen welke gedragingen door [verdachte] gepleegd worden. Dit hebben wij gedaan.
Op 28 februari 2014 om 16.00 uur kwam mijn vrouw thuis. Mijn vrouw zag dat [verdachte] naar buiten kwam. Mijn vrouw zag dat [verdachte] een paar malen met de klep van de container klapte. Ook zag zij dat [verdachte] een paar keer in zijn handen klapte. Mijn vrouw heeft gezien dat [verdachte] op dat moment geen afval in de container gooide.
(…)
Op 1 maart 2014 stond mijn vrouw in de keuken. Onze keuken heeft een raam en vanuit het raam hebben wij goed zicht op de openbare weg. Vanaf de openbare weg is dan ook weer goed zichtbaar dat zij daar staat. Mijn vrouw zag dat [verdachte] met zijn auto aan kwam rijden en dat hij vaart minderde. Mijn vrouw zag dat het raam van de passagierszijde geopend was en dat [verdachte] zijn rechterarm uitstak en zijn middelvinger naar haar opstak.
Op 5 maart 2014 was ik overdag in de tuin bezig. Ik hoorde dat er een voertuig langs onze tuin reed en dat er meerdere malen geclaxonneerd werd. Ik keek naar de openbare weg en zag dat [verdachte] in zijn voertuig langs onze tuin reed.
Op 17 maart 2014 was ik in de tuin bezig. Ik hoorde dat er kabaal gemaakt werd in de richting van de woning van [verdachte]. Ik keek die richting op en zag dat [verdachte] ook buiten was. Ik zag dat [verdachte] de veroorzaker van het geluid was, omdat hij onder andere meerdere malen zijn woning in en uit liep en daarbij de deur zo hard open en dicht deed dat ik dat kon horen. Vervolgens zag ik dat [verdachte] buiten stond, naar mij keek en een middelvinger naar mij opstak.
Op 23 maart 2014 om 9.45 uur was ik in mijn woning en hoorde ik kabaal. Ik herkende dit kabaal. [verdachte] was wederom met de klep van de container aan het slaan. Om 10.30 uur was mijn vrouw in de keuken bezig. Mijn vrouw zag dat [verdachte] met zijn auto langs kwam rijden en dat het raam aan de passagierszijde open stond. Mijn vrouw zag dat [verdachte] zijn middelvinger naar haar opstak.
Op 24 maart 2014 omstreeks 09.00 uur stond mijn vrouw in de keuken. Mijn vrouw zag dat [verdachte] wederom met geopend raam aan de passagierszijde langs reed. Mijn vrouw zag dat [verdachte] naar de rechterzijde (
het hof leest: naar het raam aan de rechterzijde) hing, zijn arm uitstak en zijn middelvinger uitstak.
Op 25 maart 2014 omstreeks 15.35 uur stond ik op de oprit. Ik zag dat [verdachte] in zijn auto stapte en onze kant op reed. Ik zag dat [verdachte] zijn middelvinger naar mij opstak.
Op 26 maart 2014 stond ik buiten en hoorde ik hard gelach. Ik keek in de richting waar het geluid vandaan kwam. Ik zag dat [verdachte] in zijn tuin stond en naar mij keek en overdreven hard lachte.
Op 1 april 2014 om 8.50 uur was mijn vrouw in de keuken bezig. Wederom zag zij dat [verdachte] langs reed en zijn middelvinger naar haar opstak. Mijn vrouw zag dat [verdachte] haar daarbij aankeek en deze middelvinger dus echt voor haar bedoeld was.
(…)
Op 9 april 2014 omstreeks 9.00 uur stond mijn vrouw in de keuken. Mijn vrouw zag dat [verdachte] langs reed en dat het raam aan de passagierszijde open stond. Mijn vrouw zag dat [verdachte] zijn rechterarm uitstak, haar aankeek middels naar rechts te hangen in zijn voertuig en zijn middelvinger uitstak.
Op 10 april 2014 omstreeks 8.45 uur stond mijn vrouw in de keuken. Wederom reed [verdachte] langs en stak zijn middelvinger naar haar uit.
Op 10 mei 2014 omstreeks 15.00 uur kwam mijn vrouw thuis met de auto. Mijn vrouw stapte uit en hoorde en zag dat [verdachte] naar buiten kwam. Zij zag dit omdat [verdachte] haar aandacht wekte door het slaan van de deur van de woning. Vervolgens hoorde zij dat er meerdere keren geslagen werd met de klep van de container.
Op 12 mei 2014 omstreeks 10.00 uur was ik aan het werk in de tuin. Mijn aandacht werd gewekt door het slaan van de deur van een woning. Ik keek in de richting van [verdachte] zijn woning en ik zag dat [verdachte] in de tuin stond. Ik hoorde vervolgens dat er meerdere malen geslagen werd met de klep van de container.
Op 18 mei 2014 was ik overdag in de tuin bezig. Die dag is [verdachte] twee keer langs gereden met zijn voertuig. Ik was bezig en mijn aandacht werd gewekt door gebrul en geschreeuw. Ik keek naar de straat en zag [verdachte] heel langzaam langs rijden met zijn voertuig. Ik zag dat [verdachte] naar mij keek en ik zag dat hij harde brullen en schreeuwen gaf. Ik zag dat het raam van de passagierszijde geopend was.
Op 21 mei 2014 omstreeks 12.30 uur was ik in de tuin bezig. Mijn aandacht werd gewekt door geschreeuw. Ik keek naar de straat en zag dat [verdachte] met zijn voertuig langs onze woning reed. Ik hoorde een hoop geschreeuw. Ik hoorde en zag dat het geschreeuw stopte toen [verdachte] met zijn voertuig voorbij onze woning was gereden.
Op 23 mei 2014 omstreeks 13.10 uur waren mijn vrouw en ik in de tuin bezig. Wederom werd onze aandacht gewekt door geschreeuw. Ik keek naar de straat en zag dat [verdachte] met zijn voertuig langs onze woning reed. Ik hoorde een hoop geschreeuw. Ik hoorde en zag dat het geschreeuw stopte toen [verdachte] met zijn voertuig voorbij onze woning was gereden. Een paar uur later herhaalde zich dit nogmaals.
Op 25 mei 2014 omstreeks 14.15 uur waren mijn vrouw en ik in de tuin. Wederom werd onze aandacht gewekt door geschreeuw. Ik keek naar de straat en zag dat [verdachte] met zijn voertuig langs onze woning reed. Ik hoorde een hoop geschreeuw. Ik hoorde en zag dat het geschreeuw stopte toen [verdachte] met zijn voertuig voorbij onze woning was gereden.
(…)
Op 28 mei 2014 omstreeks 14.00 uur kwam mijn vrouw thuis met de auto. Terwijl zij uitgestapt was en naar de woning liep, hoorde zij [verdachte] naar buiten komen. Dit geluid herkennen wij ondertussen, omdat [verdachte] met de deuren van de woning slaat. Mijn vrouw hoorde dat [verdachte] harde onverstaanbare schreeuwen gaf en meerdere malen met de klep van de container sloeg.
Op 31 mei 2014 omstreeks 11.30 uur waren wij in de tuin bezig. Wederom werd onze aandacht gewekt door geschreeuw en gelach. Ik keek naar de straat en zag dat [verdachte] met zijn voertuig langs reed. Ik hoorde en zag dat het geschreeuw stopte toen [verdachte] met zijn voertuig voorbij onze woning was gereden. Later die dag heeft [verdachte] dit nog een keer gedaan.
Op 5 juni omstreeks 16.30 was ik in de tuin bezig. Ik was onkruid aan het wieden. Mijn aandacht werd gewekt door het slaan van de klep van de container. Ook hoorde ik slaan van planken op elkaar, ik herkende dit geluid.
Ik wil over bovenstaande nog een stukje toelichting geven. Ik heb op advies van de politie bijgehouden wanneer wij lastig gevallen worden. Echter, het komt (
het hof begrijpt: daarnaast) regelmatig voor dat we horen dat er geclaxonneerd wordt of dat er met deuren of de klep van de container geslagen wordt.
[verdachte] pleegt wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk op onze levenssfeer. [verdachte] zijn doel hiervan is om ons te laten dulden dat hij zijn gang kan gaan. Ook zorgt [verdachte] door zijn gedragingen dat wij ons leven niet meer in kunnen richten zoals wij dat zelf willen. Omdat we steeds lastig gevallen worden door [verdachte] als hij ons ziet, zien wij het niet zitten om een nieuwe hond te nemen.
Onze persoonlijke levenssfeer wordt zowel in besloten ruimte als op de openbare weg belast. De activiteiten/gedragingen blijven zich door [verdachte] herhalen. Het lijkt erop dat [verdachte] geobsedeerd is op ons, maar ook op andere buurtbewoners. Het doel daarvan is ons leven onmogelijk maken. Ooit heeft [verdachte] gezegd tegen de [familie 1] dat hij wel zou zorgen dat wij en de [familie van betrokkene 2] weg zouden gaan uit [plaats 1]. Was het niet goedschiks, dan kwaadschiks.
Doordat het de afgelopen maanden weer zo vaak is voorgevallen, kan ik spreken van stelselmatigheid.
(…)
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
5. Het proces-verbaal van getuigenverhoor bij de rechter-commissaris d.d. 18 juni 2015, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [aangever 1]:
Bij de politie heb ik naar waarheid verklaard.
U vraagt mij naar de geluidsoverlast die in de dagvaarding genoemd staat. Ik vind het puur geweld en intimidatie. Het is een psychologische druk. Hij voert een tactiek uit, het is pure intimidatie en treiterij. Hij laat weten dat hij ons steeds in de gaten houdt. Het is een grote inbreuk op ons privéleven. Als wij ons laten zien op de dijk komt hij direct tevoorschijn. Hij slaat op de kliko met een stuk hout, op het deksel dan wel gooit hij of smijt hij hard met de deksel. Ik heb hem dat zien doen. Vaak loopt hij dan even naar binnen en loopt dan nogmaals naar de kliko en dan herhaalt hij zijn handelingen, ’s Nachts als hij voorbij rijdt dan claxonneert hij ook regelmatig.
Hij roept ook naar ons als we in de tuin zitten. Als hij in zijn auto voorbij rijdt dan heeft hij zijn raam open, dat is altijd het raam dat aan onze zijde is. Hij steekt dan zijn middelvinger omhoog richting ons. Hij laat dan ook hoongelach horen. Daarnaast heeft hij een kettingzaag die hij steeds aanzet, waardoor er veel geluidsoverlast ontstaat. Hij geeft dan extra gas, hij doet dit zonder reden, hij is geen bomen aan het rooien bijvoorbeeld. Ik heb hem dat zelf zien doen. Er ontstaat niets, voor zover ik kan zien is hij nergens mee bezig. Verder slaat hij met planken en stenen tegen elkaar.
U vraagt mij of ik wel eens muziek hoor. Ja, ik hoor wel eens muziek. Het is housemuziek. Het volume is een probleem. De politie is er meerdere keren aan te pas gekomen, dat is meer door meldingen van de directe buren gebeurd. Deze muziek staat ontzettend hard, het is intimiderend. Zijn raam staat dan open.
U vraagt mij of ik zelf melding heb gemaakt van de harde muziek. Ja, ik heb hier één of twee keer melding van gemaakt bij de politie.
U vraagt mij naar het klepperen van de kliko. Ik hoef me maar te vertonen en het is feest. Het slaan met de deksel van de kliko gaat meerdere keren door, soms wel 6 tot 7 keer. Dan gaat hij even naar binnen en komt dan weer terug naar buiten en herhaalt het slaan als ik dan nog buiten ben.
U vraagt mij naar de motorzaag. Hij stond in zijn keukendeur daarmee te zwaaien. Hij intimideert, het is enkel om ons angst aan te jagen.
Hij heeft ook wel eens met een slijptol uren op een stuk staal zitten werken, dit doet hij omdat hij dan overlast van de buren zegt te hebben. Dit doet hij te pas en te onpas. Hij spiegelt alles. Als hij geluid hoort dan maakt hij vrijwel direct hetzelfde geluid. Hij verricht dan geen werkzaamheden. Het is gewoon psychologische oorlogsvoering.
U vraagt mij of het klopt dat ik bij de politie geen melding heb gemaakt dat het claxonneren ’s nachts was. Ik weet niet of dat in mijn aangifte terecht is gekomen. Het is echter wel gebeurd.
Over het lawaai wil ik nog opmerken dat naast de motorzaag en de slijptol, ik ook een cirkelzaag heb gehoord.
6. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 12 februari 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [aangever 3], wonende aan de [a-straat 3] te [plaats 1]:
Ik doe aangifte van belaging c.q. stalking strafbaar gesteld in artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht, gepleegd tussen 1 juni 2013 en 12 februari 2014. Ik verklaar dat er wederrechtelijk en stelselmatig met opzet inbreuk wordt gemaakt op mijn persoonlijke levenssfeer met het oogmerk mij te dwingen iets te doen, dan wel niet te doen, te dulden dan wel vrees aan te jagen.
Ik woon op de [a-straat 3] te [plaats 1]. [verdachte] woont schuin tegenover mij.
Ik geniet graag van de ruimte en de rust. Dit is helaas niet mogelijk door [verdachte]. Hij zorgt door het maken van geluid en harde klappen dat ik niet rustig kan genieten van mijn omgeving en de rust.
Afgelopen jaren hoor ik vaak harde muziek. Dit gebeurt wekelijks, dan wel dagelijks. Ik weet dat de harde muziek van mijn overbuurman [verdachte] komt. De muziek van [verdachte] stoort mij zo erg dat ik op dagen met mooi weer niet eens buiten kan gaan zitten zonder dat ik naar die harde muziek moet luisteren. Ik zie dat hij het raam ver opent en een geluidsapparaat in het venster neer zet.
Ook hoor ik [verdachte] met zijn containerdeksel slaan. Dit doet hij al jaren, meerdere malen per week. Ik zie ook dat hij met de deksel van de container slaat. Als hij met de deksel van de container slaat, hoort iedereen in de buurt het. Soms zie ik hem zelfs, nadat hij met zijn containerdeksel heeft geslagen, dat hij weer terug zijn woning in loopt, terug naar buiten komt en nogmaals erg hard met de containerdeksel slaat. Ik weet dat [verdachte] het doet om mij en de buren te pesten. Ik schrik ook vaak van de klap die hij maakt met de deksel.
[verdachte] is stelselmatig bezig met het maken van herrie om de buurt te pesten. Ik hoor hem elke dag en naarmate het weer beter wordt, hoor ik hem meer en meer.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
7. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 12 februari 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [aangever 4]:
Ik doe aangifte van stalking, gepleegd tussen 12 juli 2013 en 12 februari 2014 aan de [a-straat] te [plaats 1].
Ik woon aan de [a-straat 4] in [plaats 1]. In 2003 of 2004 kwam [verdachte] aan de [a-straat 2] wonen.
Wij hebben een bedrijf, hier wordt gewoon gewerkt. [verdachte] ziet dit als een aanval op hem. Als tegenprestatie gaat hij met deksels van kliko’s slaan of hij slaat met ijzer ergens op, hij slaat met hout tegen elkaar. Elke dag verzon hij iets anders. Gewoon om te laten merken dat hij ziet dat je buiten bent, of bij de kippen bent of om mijn aardappels loop. Hij houdt je constant in de gaten.
Afgelopen zomer was het in de avond. Ik hoorde een heleboel lawaai. Ik herkende de stem van [verdachte] en hoorde hem roepen: “Kom dan! Kom dan!”. Ik keek uit het raam en zag [aangever 1] met zijn hondje staan. Toen was [verdachte] [aangever 1] weer aan het uitschelden. Dit doet hij veel vaker.
Als ik met mijn kleinkind loop, loop ik langs [betrokkene 1] zodat hij niet ziet dat ik aan het lopen ben met mijn kleinkind. Dit doe ik omdat ik niet wil dat [verdachte] weer weet dat ik met mijn kleinkind loop, dan gaat hij weer heel hard lachen.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
8. Het proces-verbaal (klacht) verhoor aangever d.d. 24 maart 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [aangever 4]:
Ik doe bij deze klacht en blijf bij mijn gedane officiële aangifte ter zake van belaging, die ik deed op 12 februari 2014. Het feit is omschreven in de aangifte en gepleegd door [verdachte]. Ik wens dat de officier van justitie een strafvervolging instelt.
9. Het proces-verbaal verhoor aangeefster d.d. 23 juni 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van aangeefster [aangever 4]:
Ik wil graag een aanvullende verklaring opgeven. Op 12 februari 2014 heb ik aangifte van stalking gedaan.
Het is de afgelopen maanden gewoon doorgegaan en ik heb op verzoek van de politie een lijstje bijgehouden met de datums wanneer dit heeft plaatsgevonden.
Op 10 mei 2014 ben ik over de gehele dag meerdere keren lastig gevallen door [verdachte]. Ik hoorde, als ik buiten kwam, dat [verdachte] ook naar buiten kwam en dat hij meerdere malen met het deksel van de container sloeg.
Op 11 mei 2014 gingen wij met onze auto weg. Onze auto staat in de schuur, tegenover de woning van [verdachte]. Bij het naar buiten rijden van de auto zag ik [verdachte] naar buiten komen en meerdere malen slaan met het deksel van de container. Hetzelfde gebeurde toen wij later deze dag thuis kwamen.
Op 13 mei 2014 ben ik op de fiets van huis weggegaan. Terwijl ik naar buiten kwam met mijn fiets hoorde en zag ik dat er meerdere malen door [verdachte] met het deksel van de container geslagen werd.
Op 14 mei 2014 omstreeks 22.30 uur kwam ik thuis van een verjaardag met onze auto. Terwijl ik deze parkeerde, hoorde ik dat er meerdere malen met het deksel van de container werd geslagen. Dit wekte mijn aandacht en ik zag dat [verdachte] met het deksel aan het slaan was.
Op 18 mei 2014 heeft [verdachte] meerdere keren, als ik mijzelf buiten de woning bevond, met het deksel van de container geslagen. Doordat ik het hoor, kijk ik meestal die kant op en dan zie ik dat [verdachte] deze overlast veroorzaakt.
Op 20 mei 2014 ben ik weggegaan van huis op mijn fiets. Toen ik naar buiten kwam met mijn fiets zag ik [verdachte] ook naar buiten komen. Ik zag en hoorde dat hij wederom meerdere malen hard met het deksel van de container sloeg.
Op 26 mei 2014 zijn we wederom de gehele dag lastig gevallen in de vorm van slaan met het deksel van de container.
Op 2 juni 2014 ’s middags hoorde ik een radio hard aan staan. Ik zag dat de ramen van de woning van [verdachte] open stonden en dat de radio erg hard aanstond.
Op 4 juni 2014 heeft [verdachte] meerdere malen hard met het deksel van de container geslagen als ik mijzelf buiten in het zicht bevond.
Op 7 juni 2014 was ik buiten bezig in de ochtend. Daarna liep [verdachte] naar zijn container en ik zag en hoorde dat hij meerdere malen hard met het deksel van de container sloeg, ’s Middags was ik ook buiten bezig. Ik zag dat [verdachte] met zijn auto wegreed. Ik hoorde dat hij in de bocht bij de [familie van aangever 1] een paar “schreeuwen” gaf.
Op 8 juni 2014 was ik buiten bezig. Ik hoorde wederom het hard slaan met het deksel van een container. Ik keek richting de woning van [verdachte] en zag dat [verdachte] met het deksel aan het slaan was. Later op de dag kwam ik buiten en hoorde en zag dat [verdachte] met een “toeter” hard aan het blazen was. Dit maakt veel lawaai.
Op 16 en 17 juni 2014 werd ik wederom lastig gevallen door het slaan met het deksel van de container. Ook nu weer als ik buiten kwam in het zicht van [verdachte].
Op 18 juni 2014 omstreeks 11.00 uur stond ik buiten op ons erf. Terwijl ik daar buiten stond, zag ik [verdachte] in zijn auto vertrekken. Terwijl hij langs mij reed, hoorde ik [verdachte] meerdere malen toeteren.
(…)
Op 22 juni 2014 was ik buiten bezig. Mijn aandacht werd wederom gewekt door het meerdere malen slaan met het deksel van een container. Ik zag dat [verdachte] de veroorzaker was.
Ik reageer nooit op [verdachte]. Het frustrerende van alles is dat ik constant het idee heb ik dat ik/wij in de gaten gehouden worden. Steeds als ik of mijn familie buiten kom(t), dan begint het weer. Hierdoor ga ik mijzelf anders bewegen. Ik ga bijvoorbeeld regelmatig via de achterzijde van onze woning weg om te voorkomen dat we lastig gevallen worden.
Wij worden stelselmatig lastig gevallen. Het is ook zeer opvallend dat het steeds plaatsvindt als ik of familie of buurtbewoners buiten aanwezig zijn. Ik heb het gevoel dat ik/wij geobserveerd word/worden. Ik kan niet leven zoals ik onder “normale” omstandigheden zou leven.
10. Het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris d.d. 8 juni 2015, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [aangever 4]:
Het klopt dat ik twee keer bij de politie ben geweest voor een verklaring. Hier heb ik ook alleen de waarheid verklaard.
[verdachte] rijdt vaak veel te hard door de straat en ’s nachts geeft hij extra veel gas. Hij toetert ook met zijn auto. Dit is zeker al vijf jaar het geval.
Vorig jaar in de zomer is hij drie maanden weggeweest en dat was een hele verademing. Dit liet pas echt zien hoe veel impact de overlast heeft, als iemand altijd op je let, bij het langsrijden zijn middelvinger opsteekt, toetert en naar je roept.
11. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 19 februari 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 5], wonende aan de [a-straat 5] te [plaats 1]:
Ik wil aangifte doen van stalking, gepleegd in de periode tussen 1 juli 2013 en 19 februari 2014 aan de [a-straat] te [plaats 1].
Op 19 juli 2013 ging mijn vrouw naar [verdachte] vanwege de keiharde muziek die er gedraaid werd.
Op 24 juli 2013 was er wederom harde muziek, dit duurde tot bijna 24.00 uur.
Op 25 juli 2013 was er wederom harde muziek.
Op 26 t/m 28 juli 2013 was er wederom harde muziek.
Op 29 juli 2013 was er wederom harde muziek, een gillende slijpmachine en/of een kettingzaag. Hij is dan bezig op een stuk ijzer. Ik heb het gevoel dat hij dit doet om te pesten.
Op 30 juli 2013 was er wederom harde muziek en zodra hij geluid hoort bij mijn buurman [betrokkene 2], dan hoor je grote klappen omdat hij met hout tegen elkaar slaat. Ik heb dit gezien en gehoord.
(…)
Ik heb diverse keren [verdachte] verzocht om te stoppen met het vervelend reageren op bewegingen en geluiden van de buren.
Op 3 augustus 2013 was er wederom harde muziek.
Verder hebben we heel de zomer niet buiten kunnen zitten vanwege de keiharde muziek.
Op 8 november 2013 omstreeks 20.35 uur kwam ik thuis. [verdachte] was buiten of kwam naar buiten en gaf een paar harde klappen met de kliko-deksel. Ik weet niet waarom hij dit deed, maar ik zag er geen reden voor. Even later ging ik weer naar buiten. [verdachte] was ook nog buiten. Hij zag mij en klapte wederom hard met de kliko-deksel. Op mijn vraag of het wel ging, antwoordde hij zeer boosaardig met een onverstaanbaar gebral en ging verder klapperen.
Als je het vraagt of het zachter kan, dan doet hij het juist erger. Ik heb het gevoel gehad dat hij mij bang probeert te maken toen hij mij opbelde dat ik niet meer op zijn terrein mag komen.
Ik moet zomers de muziek, die onnodige klappen met de kliko slaan en stukken hout tegen elkaar slaan dulden.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
12. Het proces-verbaal (klacht) verhoor aangever d.d. 24 maart 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 5]:
Ik doe bij deze klacht en blijf bij mijn gedane officiële aangifte ter zake van belaging, die ik deed op 19 februari 2014. Het feit is omschreven in de aangifte en gepleegd door [verdachte]. Ik wens dat de officier van justitie een strafvervolging instelt.
13. Het proces-verbaal van verhoor getuige bij de rechter-commissaris d.d. 28 mei 2015, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [aangever 5]:
U vraagt mij of ik eerder bij de politie naar waarheid heb verklaard. Ja, ik heb naar waarheid verklaard.
U vraagt mij naar de overlast van de kliko door [verdachte]. Hij staat vaak met het deksel te klappen. Bijvoorbeeld als [betrokkene 2] iets aan het repareren is, zij hebben een akkerbouwbedrijf, dan begint hij ook geluid te maken. Als zij bijvoorbeeld met een slijptol aan het werk zijn, begint hij ook met een slijptol. [verdachte] gebruikt de slijptol alleen maar om te pesten.
14. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 26 februari 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 6], wonende aan de [a-straat 6] te [plaats 1]:
Ik wil aangifte doen van stalking, gepleegd tussen 26 juni 2013 en 26 februari 2014 aan de [a-straat] te [plaats 1].
U vertelt mij dat we de zaken van het laatste halfjaar gaan behandelen.
Als [verdachte] langskomt laat hij dat altijd merken. Als hij met zijn auto rijdt, dan toetert hij of hij steekt zijn middelvinger op. Vaak klappert hij ook met de deksels van kliko’s.
Als ik langs zijn huis loop, begint hij al te schreeuwen. Dingen zoals: “lul, kankerklootzak!” Ik voel me ook bedreigd door hem. Als hij buiten staat, zegt hij: “Kom maar, kom maar”.
De [familie van betrokkene 2] heeft er ook erg last van. Zij wonen tegenover [verdachte]. Zij gaan op zondag naar de kerk. Als zij weggaan, dan slaat [verdachte] op zijn kliko en laat hij een schaterlach horen. Dit doet hij ook als de familie weer terug komt uit de kerk.
[betrokkene 3] is echt bang voor [verdachte]. Mijn kinderen en mijn vrouw voelen zich ook onveilig door [verdachte]. Zij willen niet meer langs hem lopen en lopen daarom een andere route. Als zij een brief moeten posten of iets, dan willen ze dat ik meeloop met hen omdat ze bang voor [verdachte] zijn. Mijn vrouw en kinderen zijn bang dat [verdachte] hen iets aandoet.
Het woonplezier is gewoon weg.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
15. Het proces-verbaal (klacht) verhoor aangever d.d. 27 maart 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever 6]:
Ik doe bij deze klacht en blijf bij mijn gedane officiële aangifte ter zake van belaging, die ik deed op 26 februari 2014. Het feit is omschreven in de aangifte en gepleegd door [verdachte]. Ik wens dat de officier van justitie een strafvervolging instelt.
16. Het proces-verbaal verhoor aangever d.d. 19 juni 2014 (…), voor zover inhoudende als verhoor van aangever [aangever 6]:
De laatste maanden gaat alles weer continu door. Ik heb in het verleden al vaker aangifte gedaan en wil nu een aanvulling doen, omdat onze vrees bijzonder groot geworden is.
Op 17 juni 2014 omstreeks 22.00 uur mocht ik na het passeren van het huis van de onaangepast gevaarlijke bewoner van de [a-straat], [verdachte], wederom getrakteerd worden op een kliko concert en wel tot tweemaal toe.
De afgelopen weken en maanden is het wederom dagelijks aan de orde dat er geschreeuwd naar ons wordt, dat er met het deksel van de rolcontainer geslagen wordt, dat er een middelvinger naar ons opgestoken wordt en dat we uitgelachen worden.
Er is een enorme angst ontstaan door alle laster van de afgelopen jaren. Mijn dochters mijden de kant van de straat waar [verdachte] woont, omdat ze zo bang van hem zijn.
Door alle intimidaties en door de stelselmatige opzettelijk inbreuk op onze persoonlijke levenssfeer, want dit gaat ons hele gezin aan, worden wij, en nu ook mijn dochters, gedwongen door hun vrees dingen te dulden, te doen en te laten.
17. Het proces-verbaal van getuigenverhoor bij de rechter-commissaris d.d. 18 juni 2015, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [aangever 6]:
Bij de politie heb ik steeds naar waarheid verklaard.
Sinds 2009-2010 word ik getrakteerd op geklepper met de kliko. Dat gebeurt als ik daar langsloop met de hond. Ik heb hem in die periode meermalen met het deksel van de kliko zien slaan.
U vraagt mij naar andere geluiden. Ik hoor dus verbale uitingen. Verder toetert hij als hij langsrijdt en geeft hij veel gas. Hij draait dan zijn raampje naar beneden en steekt dan zijn middelvinger omhoog.
Dit gebeurde ook allemaal in de genoemde periode 2007-15 juli 2014.
18. Het proces-verbaal verhoor getuige d.d. 30 januari 2014 (…), voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van getuige [aangever 2], wonende aan de [a-straat 1] te [plaats 1]:
V : Vraag verbalisant
A: Antwoord getuige
O: Opmerking verbalisant
O: [aangever 2] is echtgenote van [aangever 1].
A: Ook schreeuwt hij naar ons.
Ik heb nog een dvd waarop beeldmateriaal staat. Dit hebben wij opgenomen om het hysterische gelach van [verdachte] vast te leggen. Op de achtergrond hoor je [verdachte] ook hysterisch lachen.
(…)
A: Hij legt constant een druk op ons. Ik moet zo erg opletten. Ik ben niet vrij, ik ben gevangen. Ik kan niet meer rustig ergens lopen, mijn blijheid is weg.
(…)
A: Ik wil heel graag een nieuwe hond, maar dit doe ik niet. Als ik een nieuwe hond neem, betekent dit dat ik mij weer meer moet gaan tonen. Dit wil ik niet te veel, want ik heb angst dat ik weer wordt uitgescholden door [verdachte]. We lopen ook nooit meer langs het huis van [verdachte] om hem te vermijden. Hij steekt dan zijn middelvinger weer omhoog.
O: U heeft de politie gebeld op zondag 4 augustus 2013 (…).
A: Ja dat klopt, dat ging over housemuziek. Dat was niet normaal.
V: Wat is er gebeurd die dag?
A: Ik was in mijn tuin aan het werk. Ik hoorde housemuziek. Ik vond de muziek echt niet normaal. Het was krankzinnig hard.
V: Waar kwam het geluid vandaan?
A: Uit het pand van [verdachte], [a-straat 2]. De muziek stond heel erg hard.
V: Deed [verdachte] dit vaker?
A: Ja. In de zomer deed hij dit vooral. Het kamerraam stond dan zo ver mogelijk open.
V: Deed [verdachte] dit expres volgens u?
A: Ja dat denk ik wel. Hij wil de hele woongemeenschap ontwrichten. Hij wil het kapot maken.
V: Wat doet dat met u als u daar aan denkt?
A: [verdachte] beperkt mij helemaal in mijn leven.
V: Hoe uit zich dat dan?
A: Altijd als hij langskomt, schreeuwt hij of hij claxonneert. We hebben geen rust meer. Hij laat stelselmatig merken dat hij er is.
(…)
O: De volgende melding die wij hebben is van 5 september 2013 (…). Uw man heeft aangifte gedaan van belediging.
V: Wat is er die dag gebeurd?
A: Dit gebeurde ’s avonds. Mijn man kwam overstuur binnen. Mijn man vertelde dat [verdachte] in de tuin stond met een donkere man. [verdachte] stond te schreeuwen: “Kom maar, kom maar!” en “vuile klootzak!”.
V: Gebeurt dit vaker?
A: Ja dat doet hij vaker. Al die vormen van intimidaties zijn al sinds 2006 aan de gang. Het is echt stelselmatig. Stelselmatig beledigen, intimideren, uitlokken. Het is erg dat zo iemand heel de buurt kapot kan maken, de levenssfeer verzieken, het levensgeluk verpesten van mensen.
(…)
A. Hij kleppert ook vaak met de vuilnisbakken. Hij doet alles om je maar te treiteren. Altijd het claxonneren als hij langsrijdt en het schreeuwen. Vooral het lachen wat hij doet is erg. Wat hij ook doet, is als de jongste zoon van [betrokkene 2] de heg aan het snoeien is, dan gaat hij met een motorzaag buiten staan en gas geven. Hij slaat planken tegen elkaar. Geluid maken met een schuurmachine. Hij doet alles maar om herrie te maken.
V: Gebeurt de overlast die [verdachte] veroorzaakt stelselmatig?
A: Ja, het is er constant. Het gaat niet over. Hij bedenkt steeds iets nieuws. Het is er altijd.
V : Zijn er in de tussentijd nog dingen gebeurd waar wij niet vanaf weten?
A: Er was een keer dat [betrokkene 2] op een ladder stond te werken. Ik ben eens gaan kijken in mijn logeerkamer wat [verdachte] ging doen. Toen ging [verdachte] buiten staan en heeft hij wel 25 keer met planken tegen elkaar geslagen.
(…)
V: Beïnvloedt het gedrag van [verdachte] u?
A: Ja zeker, ik ga er bijvoorbeeld niet meer langs om te voorkomen dat hij mij ziet.
V: Bent u bang van [verdachte]?
A: Ja dat ben ik. Ik ben doodsbang. Ik ga liever ook niet alleen naar buiten.
19. Het proces-verbaal van getuigenverhoor bij de rechter-commissaris d.d. 18 juni 2015, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [aangever 2]:
U vraagt mij wat ik in de situatie het hinderlijkst vind. Dat is het stelselmatige beïnvloeden van mijn leven, het is er altijd. Het is een indringende factor in mijn leven.
U zegt mij dat er diverse feiten staan opgenomen in de dagvaarding. U vraagt mij naar de geluidsoverlast. Die is er zeker, die is enorm. Hij maakt heel veel geluiden. Ik zou dus wel eens met een stok op een kliko willen slaan om te tonen hoe dat is. Hij slaat ook met planken en stenen. Het gaat ook om claxonneren als we in ons bed liggen te slapen. Ook als ik in bed lig, dan moet hij laten weten dat hij langsrijdt door te claxonneren en door hard te rijden.
U vraagt mij wat ik bedoel als ik zeg dat [verdachte] je opzoekt. Hiermee bedoel ik dat hij laat weten dat hij je ziet, dat hij je in de gaten houdt. Hij maakt dan namelijk meteen geluid. Gebaren maakt hij ook, hij steekt regelmatig zijn middelvinger op als hij langs rijdt in de auto.
U vraagt mij hoe vaak dat voorkomt. Eigenlijk is het altijd zo. Ik geef als voorbeeld dat we een weekend naar Parijs zijn geweest. Als we dan de oprit oprijden, dan horen we meteen weer het geluid van de kliko. Hij slaat er met een stok op. Als je er voorbij rijdt dan zie je hem bezig in de tuin, ik heb gezien dat hij met een stok op zijn kliko sloeg.
20. Het proces-verbaal verhoor getuige d.d. 13 februari 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [betrokkene 4], wonende aan de [a-straat 7] te [plaats 1]:
V: Wat ziet u allemaal van de pesterijen van [verdachte] tegen de buren?
A: 1. Het met de auto luid toeteren.
2. Het klepperen met de afvalcontainer als hij mensen in de buurt waarneemt.
3. Hij sloeg met planken tegen elkaar.
V: Kunt u mij uitleggen of [verdachte] dit expres doet?
A: Ja, dat doet hij expres.
21. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 22 februari 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [betrokkene 5], wonende aan de [a-straat 8] te [plaats 1]:
[verdachte] intimideert de hele buurt met zijn gedrag. Als je langs de woning van [verdachte] fietst, slaat hij bijvoorbeeld heel hard met de deksel van de rolemmer of hij gaat hele harde gillen geven of hij scheldt met ‘hoer’. [verdachte] intimideert en terroriseert met diverse gedragingen de hele buurt.
22. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 23 juni 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [betrokkene 6]:
Ik ben eigenaar van de [A] te [plaats 2]. Dit is een hotel/restaurant met 22 kamers. Onze locatie is een rustige locatie met een mooie omgeving. Een aantal van onze kamers aan de achterzijde van het hotel, op de eerste etage, ligt aan de achterzijde van de woning van [verdachte].
Wij ervaren zeker overlast van [verdachte]. Ten eerste krijgen wij klachten van klanten van geluidsoverlast. Ik heb het zelf ook al meerdere keren gehoord. Het lijkt alsof [verdachte] hele dagen aan het slijpen, hakken, schuren, zagen etc. is. De bezigheden zijn om overlast te veroorzaken, omdat we niets zien ontstaan in de tuin. Soms horen wij [verdachte] dagen of zelfs weken bezig met zijn werkzaamheden (slijpen, hakken, schuren, zagen etc.), terwijl we niets zien ontstaan.
U vraagt mij of ik weleens hoor dat er met het deksel van een container geslagen wordt. Dat klopt, dat hoor ik regelmatig.
23. Het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris d.d. 5 juni 2018, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [betrokkene 6]:
Bij de politie heb ik naar waarheid verklaard. Ik hoor vaak de slijptol en ik hoor ook vaak andere geluiden. U houdt mij voor dat in mijn politieverklaring ook sprake is van het klappen van een deksel van de kliko. Dat klopt. Het is een repeterend geluid. Het is vervelend als je dat heel vaak achter elkaar hoort. Het is een typisch geluid. Het inchecken gebeurt meestal tussen 12.00 en 16.00 uur. Ik hoor dat geluid dan steeds. Het lijkt wel alsof dat achter elkaar doorgaat. Dat geluid komt uit zijn tuin. Ik weet absoluut zeker dat het geluid bij [verdachte] vandaan komt. Geen twijfel mogelijk. Ik ben daar 105% zeker van.
24. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 30 juni 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [betrokkene 7]:
Ik ben woonachtig op de [a-straat 6] te [plaats 1]. Ik wil een getuigenverklaring afleggen over mijn angsten, welke ik momenteel heb naar aanleiding van de stalking van [verdachte]. [verdachte] is een overbuurman van ons. Ik woon nog thuis, samen met mijn jongere zus.
Ik ben bang voor [verdachte]. Ik heb het idee dat we in de gaten gehouden worden. Het komt regelmatig voor, als we langs [verdachte] zijn woning rijden, dat hij laat merken dat hij ons heeft gezien. [verdachte] maakt dit dan kenbaar door bijvoorbeeld met een lamp naar ons te schijnen. Mijn angst is dat [verdachte] mij of onze familie iets aan zal doen.
Ik durf ook niet meer hard te lopen door onze straat. Ik verlaat onze woning ook altijd nog maar via 1 kant omdat ik dan niet langs [verdachte] zijn woning hoef.
De gehele stalking is nu al zolang aan de gang en het heeft zo’n invloed op mij dat ik niet meer normaal kan leven. Het maakt een enorme indruk op mijn persoonlijke levenssfeer.
Het gevoel dat ik in de gaten gehouden word, is enorm beangstigend. Dit is zo gegroeid, omdat altijd als je in de buurt van [verdachte] zijn woning komt, hij laat weten dat hij je gezien heeft. Dit in verschillende vormen, bijvoorbeeld schijnen met een zaklamp of klepperen met het deksel van de container. Ik ben gewoon heel erg bang dat [verdachte] mij wat aan zal doen.
25. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 30 juni 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [betrokkene 8]:
Ik ben woonachtig op de [a-straat 6] te [plaats 1]. Ik woon hier samen met mijn oudere zus. Ik wil een getuigenverklaring afleggen over mijn angst en vrees voor [verdachte]. [verdachte] is een overbuurman van ons. Ik heb de verklaring van mijn oudere zus gelezen en ik wil mezelf hierbij aansluiten.
Ik heb heel sterk het idee dat ik of wij in de gaten gehouden worden. Meestal als ik langs [verdachte] kom, als ik bijvoorbeeld met mijn ouder(s) mee rijd in de auto, laat hij weten dat hij ons gezien heeft. [verdachte] komt dan voor het raam staan en maakt handgebaren of kijkt ons gewoon aan. [verdachte] doet dit op een angstaanjagende manier.
Mijn angst is dat [verdachte] mij of mijn familie iets aan zal doen.
Ik verlaat onze woning ook altijd nog maar via 1 kant omdat ik dan niet langs [verdachte] zijn woning hoef.
De gehele stalking is nu al zolang aan de gang en het heeft zo’n invloed op mij dat ik niet meer normaal kan leven. Het maakt een enorme inbreuk op mijn persoonlijke levenssfeer.
Ook voor mij is het gevoel dat ik in de gaten gehouden word, enorm beangstigend. Dit is zo gegroeid omdat altijd als je in de buurt van [verdachte] zijn woning komt, hij laat weten dat hij je gezien heeft. Het gevoel van angst is zowel in als rondom onze woning maar ook in de straat.
26. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 2 juli 2014 (…), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [betrokkene 9]:
Ik woon aan de [b-straat 1] te [plaats 1]. Ik hoor regelmatig als ik in onze tuin bezig ben dat [verdachte] overlast veroorzaakt. Dit is geen normale overlast, maar echt buitengewoon veel lawaai/overlast.