3.2. Overeenkomstig hetgeen bij inleidende dagvaarding aan de verdachte is tenlastegelegd, heeft het Hof bewezenverklaard dat:
"1.
hij in de periode van 1 april 2001 tot en met 15 oktober 2002 te [plaats], wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1], met het oogmerk [slachtoffer 1] te dwingen iets te doen, en niet te doen, immers heeft hij, verdachte, daar en toen
- meerdere malen per dag tegen de muur van [slachtoffer 1], zijnde de buurvrouw van verdachte, gebonkt/- geslagen en
- meerdere malen per dag [slachtoffer 1] uitgescholden/ toegeschreeuwd, onder meer inhoudende dat [slachtoffer 1] en/of haar gezinsleden hem, verdachte, overlast veroorza(a)k(t)(en) en
- [slachtoffer 1] de woorden toegevoegd dat [slachtoffer 1] en/of haar gezinsleden zachter op de trap moeten lopen en/of dat [slachtoffer 1] en/of haar gezinsleden te hard plassen op de WC, en
- een bord in de tuin van [slachtoffer 1] geplaatst met daarop de woorden: "Schoenen uit" en
- brieven/briefjes bij [slachtoffer 1] bezorgd, onder meer inhoudende de woorden: "Hou op met je stalk-activiteiten", en
- een gat geboord vanuit zijn, verdachtes, woning door de muur van de badkamer van de woning van [slachtoffer 1] en
- schriftelijk en mondeling bij [slachtoffer 1] zijn beklag gedaan over personen die bij [slachtoffer 1] op bezoek komen, (onder meer) inhoudende -zakelijk weergegeven- dat deze personen voor zijn, verdachtes, woning staan en langs zijn (voorkamer)raam lopen en fietsen en
- vanuit zijn woning [slachtoffer 1] bekeken/nagekeken als zij, [slachtoffer 1], en/of haar gezinsleden haar/hun woning verla(a)t(en) en
- een brief naar [de broer], zijnde de broer van [slachtoffer 1], gestuurd over de vriendin van de zoon van [slachtoffer 1];
2.
hij in de periode van 28 juni 2003 tot 14 oktober 2003 te [plaats], wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] en haar gezinsleden, met het oogmerk [slachtoffer 1] en haar gezinsleden te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en vrees aan te jagen immers heeft hij, verdachte, alstoen aldaar al dan niet tijdens en naar aanleiding van het met schoenen op de trap lopen en het doortrekken van de wc in de woning van [slachtoffer 1]
- meerdere malen per dag tegen een tussenmuur van zijn, verdachtes, woning en de woning van [slachtoffer 1], zijnde de buurvrouw van verdachte, gebonkt en
- meerdere malen per dag vanuit zijn woning [slachtoffer 1] en haar gezinsleden toegeroepen dat [slachtoffer 1] en haar gezinsleden zachter op de trap moeten lopen en de schoenen uit moeten doen als ze op de trap lopen en de WC niet mogen doortrekken,
- brieven bij [slachtoffer 1] bezorgd, onder meer inhoudende de woorden: "Wilt u uw WC op de begane grond niet meer gebruiken" en/of "Wilt u mij alvast 1500 euro voorschieten, dan kan ik alvast beginnen met herstel, althans de voorbereiding" en "Wilt u uw auto in het vervolg elders parkeren", althans woorden van gelijke aard en strekking en
- stenen in de tuin van [slachtoffer 1] gegooid en
- met kracht met een hard voorwerp op een tussenmuur van zijn, verdachtes, woning en de woning van [slachtoffer 1] gebonkt waardoor de kalk van de muur van de woning van [slachtoffer 1] is gevallen en
- vanuit zijn woning [slachtoffer 1] en haar gezinsleden nagekeken als zij, [slachtoffer 1], en haar gezinsleden hun woning verlieten en
- overdag en 's nachts geluidsoverlast veroorzaakt middels geluidsapparatuur en luide muziek."