ECLI:NL:PHR:2014:1686
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. Machielse
- Rechtspraak.nl
Cassatie over openlijk in vereniging geweld plegen en schadevergoeding aan benadeelde partijen
In deze zaak heeft de Hoge Raad zich gebogen over de cassatie van een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam, waarin de verdachte was veroordeeld voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 29 maart 2007, waarbij verfbommen werden gegooid naar leden van de Mobiele Eenheid tijdens een ontruiming van panden aan de Henrick de Keijserstraat en Rustenburgerstraat in Amsterdam. De verdachte en haar medeverdachten werden aangehouden in de panden van waaruit de verfbommen werden gegooid. Het Hof had geoordeeld dat de verdachte en haar medeverdachten deel uitmaakten van een groep die geweld heeft gepleegd, en dat de schade die door de verdachte aan een benadeelde partij was toegebracht, rechtstreeks verband hield met het bewezen verklaarde geweld. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had beslist dat de politie Amsterdam-Amstelland recht had op schadevergoeding voor kosten van het reinigen van ME-kleding, omdat deze kosten niet waren gevorderd. De Hoge Raad vernietigde het bestreden arrest en verwees de zaak terug naar het Gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling. De conclusie van de Procureur-Generaal was dat de middelen van cassatie die betrekking hadden op de ontvankelijkheid van de benadeelde partij en de schadevergoeding voor de politie doel troffen, terwijl andere middelen faalden. De zaak heeft belangrijke implicaties voor de rechtspositie van benadeelde partijen in strafzaken en de voorwaarden voor schadevergoeding.