ECLI:NL:HR:2002:AD6993
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- G.J.M. Corstens
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- B.C. de Savornin Lohman
- W.A.M. van Schendel
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake opzetheling en schadevergoeding
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 14 februari 2000 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1966. De verdachte was eerder vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten, maar werd in hoger beroep veroordeeld tot het verrichten van onbetaalde arbeid en moest een schadevergoeding betalen aan de benadeelde partij, ABN AMRO Bank N.V. De Hoge Raad heeft de zaak behandeld op 12 februari 2002 en de vordering van de benadeelde partij werd toegewezen tot een bedrag van ƒ 24.757,75, dat de bank had geleden door een frauduleuze overboeking. De verdachte had zijn bankpas en pincode aan een mededader gegeven, die illegaal in Nederland verbleef, en was zich ervan bewust dat het geld dat hij ontving, afkomstig was van misdrijf. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat de bank schade had geleden door de opzetheling en dat de verdachte hoofdelijk aansprakelijk was voor de schade. De Hoge Raad verwierp het beroep van de verdachte, omdat er geen gronden waren voor vernietiging van de bestreden uitspraak.