ECLI:NL:PHR:2009:BJ1283
Parket bij de Hoge Raad
- Mr. F.F. Langemeijer
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen voorlopige machtiging tot opname in psychiatrisch ziekenhuis
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een voorlopige machtiging tot opname in een psychiatrisch ziekenhuis, verleend door de rechtbank Amsterdam. De officier van justitie had op 26 februari 2009 verzocht om deze machtiging, waarbij een geneeskundige verklaring was gevoegd van een psychiater die betrokkene niet persoonlijk had gesproken. De rechtbank verleende de machtiging op 9 maart 2009 voor de duur van zes maanden, ondanks dat de psychiater de betrokkene niet had kunnen onderzoeken. Betrokkene heeft hiertegen beroep in cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de machtiging is verleend, gezien het ontbreken van een persoonlijk onderzoek door de psychiater. De Hoge Raad verwijst naar eerdere jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM), waarin is gesteld dat een vrijheidsbeneming van een persoon met geestelijke problemen alleen kan plaatsvinden indien er een deugdelijke medische beoordeling heeft plaatsgevonden. In dit geval was er geen sprake van een noodsituatie die een uitzondering op deze eis rechtvaardigde.
De Hoge Raad concludeert dat de rechtbank had moeten nagaan of de psychiater voldoende inspanningen heeft geleverd om het vereiste onderzoek te doen plaatsvinden. Het ontbreken van een psychiatrisch onderzoek leidt tot de conclusie dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven. De zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank Amsterdam voor verdere behandeling.