In deze zaak heeft belanghebbende, gevestigd te Curaçao, beroep ingesteld tegen naheffingsaanslagen loonbelasting en andere premies over het jaar 2014. Na het indienen van bezwaar op 27 februari 2020, heeft belanghebbende op 23 november 2021 pro forma beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaar. De Inspecteur heeft op 1 november 2022 per e-mail medegedeeld dat de naheffingsaanslagen vernietigd worden. Belanghebbende heeft op 2 november 2022 het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van proceskosten, griffierecht en immateriële schade vanwege overschrijding van de redelijke termijn. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de behandeling van het bezwaar en beroep in totaal twee jaar en negen maanden heeft geduurd, wat resulteert in een overschrijding van de redelijke termijn van negen maanden. Het Gerecht heeft geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een verlenging van de redelijke termijn rechtvaardigen. De Inspecteur is veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade van NAf 1.000 en de proceskosten van NAf 350. De uitspraak is gedaan op 16 maart 2023.