Uitspraak
1.Procesverloop
De advocaat van de Gemeente heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
8 november 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 november 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de Gemeente Laarbeek en een particulier, [verweerder]. De Gemeente vorderde te verklaren voor recht dat zij eigenaar is van een strook grond die door [verweerder] in gebruik is genomen. De kwestie draait om de vraag of [verweerder] door bevrijdende verjaring eigenaar is geworden van deze strook grond, die aan de openbare weg grenst. De rechtbank had de vorderingen van de Gemeente toegewezen, maar het gerechtshof 's-Hertogenbosch vernietigde dit vonnis en verklaarde dat [verweerder] door verjaring eigenaar was geworden van de strook grond. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de juiste maatstaf had toegepast en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de inbezitneming van publieke grond in dit geval zouden uitsluiten. De Hoge Raad verwierp het cassatieberoep van de Gemeente en veroordeelde haar in de kosten van het geding in cassatie. De uitspraak benadrukt de voorwaarden voor inbezitneming en de rol van verkeersopvattingen in het eigendomsrecht, vooral in gevallen waar publieke grond in het geding is.