Uitspraak
[X] B.V.te
[Z](hierna: belanghebbende) tegen de mondelinge uitspraak van de
Rechtbank Den Haagvan 5 september 2016, nr. SGR 16/2864, betreffende de ten aanzien van belanghebbende voor het jaar 2013 gegeven beschikking inzake belastingrente. Het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de Rechtbank is aan dit arrest gehecht.
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het middel
.
,nr. 35968
,ECLI:NL:HR:2001:AB0764, BNB 2001/297, rechtsoverweging 3.3
,en HR 25 september 2009, nr. 07/13362, ECLI:NL:HR:2009:BJ8524, BNB 2009/295, rechtsoverweging 3.5). De door de Rechtbank vastgestelde feiten en omstandigheden in aanmerking genomen, behoefden voornoemde beginselen – met inbegrip van het in het middel ingeroepen evenredigheidsbeginsel - de Inspecteur evenwel geen reden te geven in het onderhavige geval van het in rekening brengen van belastingrente af te zien dan wel de in rekening te brengen belastingrente te beperken.