Uitspraak
zetelende te ’s-Gravenhage,
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
zetelende te Neerijnen,
zetelende te Geldermalsen,
zetelende te Asperen,
zetelende te Kerkdriel,
1.Het geding in feitelijke instanties
2.Het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
- i) Op 12 december 2007 voerden [eiser 2] en [eiser 3], indertijd in dienst bij het Ministerie van Defensie, in het kader van een oefening in het gebied Bommeler- en Tielerwaard een vlucht uit met een Apache-gevechtshelikopter. Tijdens de vlucht is de helikopter tegen hoogspanningsleidingen aangevlogen. Er zijn zes hoogspanningsleidingen gebroken en drie draagarmen van hoogspanningsmasten afgebroken. [eiser 2] en [eiser 3] zijn hiervoor beiden strafrechtelijk veroordeeld.
- ii) Als gevolg van dit ongeval ontstond een stroomstoring in de Gemeenten, waarbij ongeveer vijftigduizend huishoudens van 12 december 2007 tot en met 14 december 2007 zonder stroom kwamen te zitten.
- iii) In 2008 hebben de Gemeenten zich voor vergoeding van de kosten gewend tot het Ministerie van Defensie en, met uitzondering van de gemeente Geldermalsen, tot het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: het Ministerie van BZK). De gemeente Neerijnen heeft verzocht om betaling van € 89.397,94, de gemeente Geldermalsen om betaling van € 39.457,71, de gemeente Lingewaal om betaling van € 68.871,19 en de gemeente Maasdriel om betaling van € 279.727,69.
- iv) Op 15 september 2009 heeft het Ministerie van BZK aan de gemeenten Neerijnen, Lingewaal en Maasdriel bericht dat de bijdrage uit ’s Rijks kas in de kosten van de bestrijding van de stroomuitval op de voet van art. 25 van de Wet rampen en zware ongevallen (hierna: Wrzo), mede gelet op de in het Besluit Rijksbijdragen bijstands- en bestrijdingskosten (hierna: Brbb) gestelde nadere regels, wordt gesteld op € 0,- voor de gemeenten Neerijnen en Lingewaal en op € 2.873,83 voor de gemeente Maasdriel.
- v) Op 25 mei 2010 heeft het Ministerie van Defensie aan de Gemeenten bericht dat de kosten van rampbestrijding, voor zover die niet als rijksbijdrage als bedoeld in de Wrzo en het Brbb zijn vergoed, niet voor vergoeding op privaatrechtelijke grondslag in aanmerking komen.
4.Beslissing
24 juni 2016.