Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op of omstreeks 06 april 2014 te Sliedrecht op de openbare weg de Stationsweg tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een portemonnee (inhoudende ongeveer 250 euro, althans enig geldbedrag), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [café], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het met kracht slaan/stompen op het gezicht, althans op het hoofd;
hij in of omstreeks de periode van 06 april 2014 tot en met 1 mei 2014 te Sliedrecht aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte toen aldaar ten overstaan van [aspirant van politie], aspirant van politie Eenheid Rotterdam opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van diefstal met geweld.
of omstreeks06 april 2014 te Sliedrecht tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, opzettelijk een portemonnee (inhoudende 250 euro
, althans enig geldbedrag),
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deletoebehoorde
(n)aan [café],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),en welk
(e)goed
(eren)verdachte
en/of zijn mededader(s)uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking
van/als bezorger,
in elk geval anders dan door misdrijfonder zich had
(wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij in of omstreeks de periode van 06 april 2014 tot en met 1 mei 2014 te Sliedrecht aangifte heeft gedaan dat een strafbaar feit was gepleegd, wetende dat dat feit niet was gepleegd, immers heeft verdachte toen aldaar ten overstaan
van [aspirant van politie], aspirantvan politie Eenheid Rotterdam opzettelijk in strijd met de waarheid aangifte gedaan van diefstal met geweld.
BESLISSING
Veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
20 (twintig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij Nationale Politie, Eenheid Rotterdam
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
5 (vijf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.