3.1In cassatie kan worden uitgegaan van het volgende.
(i) KCMD heeft haar activiteiten met ingang van 1 augustus 2008 gestaakt. Zij is met de vakbonden, de Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaarsvereniging (KNTV) en de Nederlandse Toonkunstenaarsbond (Ntb) een sociaal plan overeengekomen. Hierin zijn de gevolgen geregeld van de beëindiging van de onderneming van KCMD voor haar werknemers, onder wie [verweerder]. De ingangsdatum van het sociaal plan is 1 augustus 2008.
(ii) Het sociaal plan houdt, voor zover in cassatie van belang, onder meer de volgende bepalingen in:
“
Art. 6.2:
Werknemers geboren voor 1 januari 1950 worden per 1 augustus 2008 op non-actief gesteld met behoud van salaris en pensioenopbouw, zodat zij op de spilleeftijd (62 jaar en 3 maanden) gebruik kunnen maken van de FPU. Eventuele salarisverhogingen vallen tot aan de spilleeftijd binnen deze afspraak. Tijdens FPU wordt salaris aangevuld en pensioen ingekocht, waardoor de werknemer geen nadeel ondervindt van gebruik FPU.
Art. 8.7:
De werkgever is verplicht, indien het bezwaar gegrond is verklaard, met in achtneming van die uitspraak, een nieuw besluit te nemen, tenzij tot genoegen van de bezwarencommissie kan worden aangetoond dat zulks geheel of gedeeltelijk onmogelijk is.”
(iii) [verweerder] heeft de leeftijd van 62 jaar en drie maanden bereikt op 21 januari 2009. Hij is ontslagen met ingang van 1 februari 2009. Vanaf die datum maakt hij gebruik van FPU.
(iv) Werknemers met een aanspraak op ABP-pensioen zoals [verweerder], die tot één maand voor de maand waarin zij 65 jaar worden geen gebruik hebben gemaakt van FPU, kunnen hun niet-opgenomen FPU-tijd omzetten in een verhoging van hun ouderdomspensioen (het Vendrikeffect). Omdat [verweerder] per
1 februari 2009 van FPU gebruik maakt, loopt hij deze mogelijkheid mis. KCMD stelt zich op het standpunt dat zij niet op grond van art. 6.2 van het Sociaal Plan het nadeel hoeft te compenseren dat voor [verweerder] voortvloeit uit het gemis van deze mogelijkheid. [verweerder] verdedigt het omgekeerde standpunt.
(v) [verweerder] heeft op grond van art. 8 van het sociaal plan, bezwaar gemaakt bij de in deze bepaling bedoelde bezwarencommissie tegen de weigering van KCMD om zijn zojuist genoemde nadeel te compenseren. In een uitspraak van 13 februari 2009 heeft de bezwarencommissie als volgt geoordeeld:
“6.1. Art. 6.2 van het sociaal plan schrijft onder meer voor dat pensioen wordt ingekocht waardoor de werknemer van zijn FPU-gebruik geen nadeel ondervindt.