ECLI:NL:HR:2000:AA5961
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- P. Neleman
- R. Herrmann
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Arrest over de uitleg van een sociaal plan en de verplichtingen van een werkgever
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 mei 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Akzo Nobel Fibers B.V. (hierna: ANF) en de FNV Bondgenoten, rechtsopvolgster van de Industriebond FNV. De zaak betreft de uitleg van een sociaal plan dat op 17 januari 1994 tussen ANF en vakorganisaties was gesloten, en de verplichtingen die daaruit voortvloeien voor ANF ten aanzien van ontslagen werknemers. De Industriebond FNV had ANF gedagvaard, stellende dat ANF in strijd had gehandeld met het sociaal plan door onvoldoende bemiddeling en aanvulling van uitkeringen aan ontslagen werknemers te bieden. De Kantonrechter te Arnhem had de vorderingen van de Industriebond FNV in eerste instantie afgewezen, maar de Rechtbank te Arnhem vernietigde deze vonnissen en wees de vorderingen alsnog toe. ANF ging in cassatie tegen dit vonnis.
De Hoge Raad oordeelde dat de uitleg van het sociaal plan niet alleen afhankelijk is van de intenties van de partijen bij de overeenkomst, maar ook van de redelijke verwachtingen van de werknemers die rechten ontlenen aan het sociaal plan. De Hoge Raad bevestigde dat ANF gehouden is om de vervolguitkeringen van de betrokken werknemers aan te vullen tot 100%, ongeacht de specifieke formuleringen in het sociaal plan. De Hoge Raad verwierp het beroep van ANF en bevestigde de beslissing van de Rechtbank, waarbij ANF werd veroordeeld in de proceskosten.
Dit arrest benadrukt het belang van de uitleg van collectieve arbeidsovereenkomsten en sociaal plannen, en de rechten van werknemers die hieruit voortvloeien. Het bevestigt dat werkgevers niet alleen moeten handelen in overeenstemming met de letter van de overeenkomst, maar ook met de redelijke verwachtingen van de werknemers.