3.2.1. Ten laste van de verdachte is door de Rechtbank bewezenverklaard, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, dat hij:
"5. op 10 juli 1996 te Amsterdam door geweld en bedreiging met geweld [A] en [B] en [C] heeft gedwongen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen, immers is hij, verdachte, in de nachtelijke uren in de woning, alwaar [A] en [B] en [C] wilden gaan en/of aanwezig waren, binnen gedrongen en heeft hij, verdachte,
- een mes aan [A] en [B] en [C] voorgehouden en gehouden bij het gezicht van [A] en [C] en
- tegen en in tegenwoordigheid van [A] en [B] en [C] gezegd: "Niet gillen anders gaat zij eraan", daarbij wijzende naar [A] en "En nu uitkleden allemaal, jij ook, ik begin hij jou, liggen" en "Naar binnen alledrie" en
- de telefoondraad doorgesneden en
- [A] en [B] en [C] gedwongen om in één kamer te gaan en om naakt op de grond te gaan liggen en
- zijn, verdachte's, broek open gedaan en
is hij verdachte, tussen de benen van [A] gaan zitten en liggen en heeft hij, verdachte, de hand van [A] naar zijn, verdachte's, penis gebracht en tegen [A] gezegd: "Doe hem erin, wat is hij groot, he, hij gaat veel dieper en dat gaat pijn doen" en "Als je even meewerkt dan hoeven er geen gewonden te vallen", welk voornoemd feit zwaar lichamelijk letsel voor [A] ten gevolge heeft gehad, bestaande het zwaar lichamelijk letsel uit: over een periode van jaren een Post Traumatische Stress Stoornis en voortdurende angst van onveiligheid en angst om aangeraakt te worden en het eigen lichaam en zichzelf vies vinden en concentratieverlies waarvoor psychiatrische hulp noodzakelijk werd
en
welk voornoemd feit zwaar lichamelijk letsel voor [C] ten gevolge heeft gehad, bestaande het zwaar lichamelijk letsel uit: over een periode van jaren een voortdurend schuldgevoel en angst om aangeraakt te worden en nachtmerries, beschadigd zelfvertrouwen en zelfbeeld en flashbacks waarvoor psychologische hulp noodzakelijk werd
en
voor welk voornoemd omschreven feit levensgevaar voor een ander te duchten was;"
(...)
8. op 24 juli 1996 te Amsterdam door geweld en door bedreiging met geweld [D] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte,
- [D] een vuurwapen voorgehouden en
- [D], onder bedreiging van een vuurwapen, gedwongen met hem, verdachte, mee te fietsen naar een afgelegen plek en onder bedreiging van een vuurwapen
- tegen [D] gezegd dat zij zich moest uitkleden en
- zijn, verdachte's, penis in de vagina en anus van [D] gestopt en heen en weer bewogen en
- zijn, verdachte's, tong in de vagina van [D] gestopt;
en
op 24 juli 1996 te Amsterdam door geweld en bedreiging met geweld [D] heeft gedwongen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft hij,
verdachte,
- [D] een vuurwapen voorgehouden en
- [D], onder bedreiging van een vuurwapen, gedwongen met hem, verdachte, mee te fietsen naar een afgelegen plek en
onder bedreiging van een vuurwapen
- tegen [D] gezegd dat zij zich moest uitkleden en
- de hand van [D] naar en tegen zijn, verdachte's, penis gebracht en
- zijn, verdachte's, penis tegen de vagina en mond en anus van [D] gebracht en
- met zijn, verdachte's, tong de vagina van [D] gelikt
welk voornoemd feit zwaar lichamelijk letsel voor [D] ten gevolge heeft gehad, bestaande het zwaar lichamelijk letsel uit: over een periode van jaren overspannenheid en een laag zelfbeeld hebben, zich onveilig voelen, gebrek aan concentratie, beschadigd zelfvertrouwen en zelfbeeld waarvoor therapie noodzakelijk werd."