ECLI:NL:HR:2012:BW0934
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- E.N. Punt
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Vernietiging naheffingsaanslag omzetbelasting voor buitenritten te paard
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 april 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting die was opgelegd aan X B.V. voor het tijdvak van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2005. De naheffingsaanslag was na bezwaar door de Inspecteur verminderd, maar de Rechtbank te Breda verklaarde het beroep ongegrond. Hierop heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat de uitspraak van de Rechtbank bevestigde. Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelde dat de door belanghebbende, die een manege exploiteert, verrichte prestaties moeten worden aangemerkt als het geven van gelegenheid tot sportbeoefening in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968. De Hoge Raad stelde vast dat de buitenritten, die door belanghebbende werden georganiseerd, voldoen aan de voorwaarden voor het verlaagde btw-tarief, omdat de deelnemers gebruik maken van een sportaccommodatie (de manege) en de ritten onder begeleiding plaatsvinden.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraken van het Hof, de Rechtbank en de Inspecteur, en vernietigde de naheffingsaanslag. Tevens werd de Staat veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan belanghebbende. Dit arrest benadrukt de voorwaarden waaronder het verlaagde btw-tarief van toepassing is op sportgerelateerde diensten, en bevestigt dat het ter beschikking stellen van een sportaccommodatie essentieel is voor de toepassing van het verlaagde tarief.