ECLI:NL:HR:2011:BP8938
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- E.N. Punt
- J.A.C.A. Overgaauw
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en sportaccommodatie: Cassatie over zeil- en surflessen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 december 2011 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de Minister van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft de vraag of de door belanghebbende, een zeilschool, geleverde zeil- en surflessen onder het verlaagde btw-tarief vallen. Belanghebbende had over het tijdvak van 1 april 2007 tot en met 31 juni 2007 omzetbelasting voldaan, maar verzocht om teruggaaf, wat door de Inspecteur was afgewezen. De Rechtbank te Leeuwarden verklaarde het beroep ongegrond, maar het Hof vernietigde deze uitspraak en verleende teruggaaf aan belanghebbende. De Minister van Financiën ging in cassatie tegen deze beslissing.
De Hoge Raad oordeelde dat de door belanghebbende verzorgde zeil- en surfarrangementen onder de definitie van sportaccommodatie vallen zoals bedoeld in de Wet op de omzetbelasting 1968 en de Zesde richtlijn. Het Hof had geoordeeld dat de accommodatie en het aangrenzende water voor de duur van de sportbeoefening gereserveerd waren, wat voldeed aan de eisen voor het verlaagde btw-tarief. De Hoge Raad verwierp de klachten van de Minister en oordeelde dat het oordeel van het Hof niet getuigde van een onjuiste rechtsopvatting.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en veroordeelde de Staatssecretaris van Financiën in de proceskosten, vastgesteld op € 1638,75. Dit arrest is van belang voor de toepassing van het verlaagde btw-tarief op sportgerelateerde diensten en de definitie van sportaccommodatie in de belastingwetgeving.