ECLI:NL:HR:2012:BV9538
Hoge Raad
- Cassatie
- F.B. Bakels
- A.H.T. Heisterkamp
- C.E. Drion
- J.C. van Oven
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de rechtmatigheid van aanwijzing door Bureau Jeugdzorg inzake omgangsregeling en eerbiediging van family life
In deze zaak hebben de vader en de moeder, beiden wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof te Leeuwarden van 12 september 2011. De zaak betreft de ondertoezichtstelling van hun dochter, geboren op [geboortedatum] 2002 in Thailand, en de omgangsregeling die door Bureau Jeugdzorg was vastgesteld. De ouders waren in 2007 in Thailand met elkaar gehuwd en hebben in 2006 hun dochter erkend. Van 29 juni 2006 tot 6 februari 2008 was de dochter onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst. In 2010 gaf Bureau Jeugdzorg een schriftelijke aanwijzing over de omgang, maar deze werd op 18 april 2011 ingetrokken, wat leidde tot een verzoek van de ouders om de eerdere aanwijzing van 18 november 2010 te laten vervallen en de omgangsregeling te continueren. De kinderrechter wees dit verzoek af, en het hof bevestigde deze afwijzing, met de overweging dat de aanwijzing van 18 november 2010 in feite was uitgewerkt.
De Hoge Raad oordeelde dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat de ouders geen belang meer hadden bij hun beroep betreffende de aanwijzing van 18 november 2010. De rechtmatigheid van deze aanwijzing was relevant voor de ouders, vooral in het licht van de verblijfsvergunning van de moeder, die was ingetrokken omdat er geen gezinsleven meer zou zijn. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van het hof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. Dit arrest benadrukt het belang van de eerbiediging van het gezinsleven zoals gewaarborgd door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).