ECLI:NL:HR:2012:BY3970
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek ouders tot vervallenverklaring van aanwijzing beperking omgang na uithuisplaatsing minderjarige
In deze zaak gaat het om de afwijzing door de kinderrechter van het verzoek van ouders tot vervallenverklaring van een aanwijzing met betrekking tot de beperking van de omgang na de uithuisplaatsing van hun minderjarige kind. De zaak is aanhangig gemaakt bij de Hoge Raad na een hoger beroep, nadat de aanwijzing was uitgewerkt. De ouders hebben een rechtens relevant belang bij het onderzoek naar de rechtmatigheid van de aanwijzing, zoals ook blijkt uit eerdere rechtspraak van de Hoge Raad op 25 mei 2012 (LJN BV9538, NJ 2012/436). De Hoge Raad heeft op 23 november 2012 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak, waarbij de beschikking van het gerechtshof te Leeuwarden van 19 januari 2012 is vernietigd. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing. De ouders, aangeduid als verzoekers tot cassatie, zijn vertegenwoordigd door hun advocaat, mr. M-J.E. de Boorder-Gilsing. De Stichting Bureau Jeugdzorg Friesland, gevestigd te Leeuwarden, is de verweerder in cassatie, maar is niet verschenen. De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof vernietigd op basis van de gronden die zijn vermeld in de eerdere beschikking van de Hoge Raad. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.