ECLI:NL:HR:2012:BY3970

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/02079
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek ouders tot vervallenverklaring van aanwijzing beperking omgang na uithuisplaatsing minderjarige

In deze zaak gaat het om de afwijzing door de kinderrechter van het verzoek van ouders tot vervallenverklaring van een aanwijzing met betrekking tot de beperking van de omgang na de uithuisplaatsing van hun minderjarige kind. De zaak is aanhangig gemaakt bij de Hoge Raad na een hoger beroep, nadat de aanwijzing was uitgewerkt. De ouders hebben een rechtens relevant belang bij het onderzoek naar de rechtmatigheid van de aanwijzing, zoals ook blijkt uit eerdere rechtspraak van de Hoge Raad op 25 mei 2012 (LJN BV9538, NJ 2012/436). De Hoge Raad heeft op 23 november 2012 uitspraak gedaan in deze cassatiezaak, waarbij de beschikking van het gerechtshof te Leeuwarden van 19 januari 2012 is vernietigd. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling en beslissing. De ouders, aangeduid als verzoekers tot cassatie, zijn vertegenwoordigd door hun advocaat, mr. M-J.E. de Boorder-Gilsing. De Stichting Bureau Jeugdzorg Friesland, gevestigd te Leeuwarden, is de verweerder in cassatie, maar is niet verschenen. De Hoge Raad heeft de beschikking van het hof vernietigd op basis van de gronden die zijn vermeld in de eerdere beschikking van de Hoge Raad. De uitspraak is openbaar uitgesproken door raadsheer J.C. van Oven.

Uitspraak

23 november 2012
Eerste kamer
12/02079
EE/EP
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
1. [Verzoeker 1],
2. [Verzoekster 2],
beiden wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. M-J.E. de Boorder-Gilsing,
t e g e n
STICHTING BUREAU JEUGDZORG FRIESLAND,
gevestigd te Leeuwarden,
VERWEERSTER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de ouders en BJZ.
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de beschikking in de zaak 112154/FJ RK 11-415 van de rechtbank Leeuwarden van 20 mei 2011;
b. de beschikking in de zaak 200.090.741 van het gerechtshof te Leeuwarden van 19 januari 2012.
De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof hebben de ouders beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
BJZ heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot vernietiging van de bestreden beslissing en verwijzing van de zaak naar een ander hof.
3. Beoordeling van het middel
Het middel treft doel op de gronden vermeld in de tussen partijen gegeven beschikking van de Hoge Raad van 25 mei 2012, LJN BV9538, NJ 2012/436.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de beschikking van het gerechtshof te Leeuwarden van 19 januari 2012 in de zaak 200.090.741;
verwijst het geding naar het gerechtshof te Arnhem ter verdere behandeling en beslissing.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion en G. Snijders, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer J.C. van Oven op 23 november 2012.