ECLI:NL:HR:2011:BP9997
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- E.J. Numann
- J.C. van Oven
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- Rechtspraak.nl
Eigendom van een op de grens tussen twee erven staande treurwilg en de toepassing van artikel 5:20 BW
In deze zaak gaat het om de eigendom van een treurwilg die zich op de grens tussen twee erven bevindt. De Hoge Raad behandelt de vraag wie de eigenaar is van de boom, waarvan de stam voor ongeveer 80 à 90% op het perceel van de Stichting De Luwte staat en voor het overige op het perceel van de verweerder. De boom is oorspronkelijk geplant op het perceel van De Luwte, maar door uitgroei staat de stam nu ook op het perceel van de verweerder. De zaak is ontstaan na een geschil over de kap van de boom, waarvoor De Luwte een vergunning had aangevraagd. De voorzieningenrechter verbood de kap op verzoek van de verweerder, wat leidde tot een rechtszaak.
De rechtbank heeft de vorderingen van De Luwte afgewezen en geoordeeld dat de treurwilg gemeenschappelijk eigendom is van beide partijen. De Hoge Raad bevestigt dit oordeel en stelt dat de omstandigheid dat de stam van de boom verenigd is met de grond van beide erven, meebrengt dat de boom toebehoort aan de eigenaren van beide erven gezamenlijk. Dit is in lijn met artikel 5:20 lid 1 BW, dat bepaalt dat de eigendom van de grond ook de met de grond verenigde beplantingen omvat. De Hoge Raad verwerpt het beroep van De Luwte en veroordeelt haar in de kosten van het geding in cassatie.