ECLI:NL:HR:2008:BB9246
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- P.C. Kop
- A. Hammerstein
- F.B. Bakels
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Wijziging van kinderalimentatie tussen voormalige levenspartners met terugwerkende kracht
In deze zaak gaat het om een geschil tussen voormalige levenspartners over de wijziging van kinderalimentatie. De Hoge Raad behandelt het cassatieberoep van de vrouw tegen de beschikking van het gerechtshof te Leeuwarden van 1 november 2006, waarin de alimentatie voor hun dochter werd vastgesteld. De vrouw had eerder een verzoek tot wijziging van de alimentatie ingediend, na een eerdere beschikking van de Hoge Raad van 27 februari 2004, waarin de zaak was terugverwezen naar het hof. De rechtbank Zutphen had in 2002 bepaald dat de man € 453,78 per maand aan de vrouw moest betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun dochter. Dit bedrag werd later door het hof te Arnhem verlaagd naar € 363,-- per maand. De vrouw stelde dat de wijziging van de alimentatie met terugwerkende kracht ingrijpende gevolgen had, vooral omdat dit leidde tot een terugbetalingsverplichting voor de teveel betaalde alimentatie. De Hoge Raad oordeelt dat de rechter bij het wijzigen van alimentatie met terugwerkende kracht behoedzaam moet zijn, vooral als dit kan leiden tot een aanzienlijke terugbetalingsverplichting voor de onderhoudsgerechtigde. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige motivering door de rechter bij dergelijke ingrijpende beslissingen.