ECLI:NL:HR:2007:AZ4569
Hoge Raad
- Cassatie
- J.B. Fleers
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- C.A. Streefkerk
- W.D.H. Asser
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Faillissementsrecht en onverschuldigde betaling: terugbetalingsverplichting van de curator
In deze zaak gaat het om de terugbetalingsverplichting van de curator in het faillissement van [A] B.V. aan BLG Hypotheekbank N.V. De curator, mr. Johannes Ubertus van der Werff, werd door BLG gedagvaard voor de rechtbank te Zutphen, waarbij BLG vorderde dat de curator het onverschuldigd betaalde bedrag van € 50.826,36 zou terugbetalen. Dit bedrag was door BLG aan de faillissementsboedel betaald zonder dat er een rechtsgrond voor deze betaling bestond, wat BLG als een onmiskenbare vergissing beschouwde. De rechtbank heeft de vordering van BLG toegewezen, maar de curator heeft hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, met uitzondering van de afwijzing van de reconventionele vordering van de curator, en heeft bepaald dat de curator gerechtigd is om een bedrag van € 1.526,-- in mindering te brengen op het bedrag dat hij aan BLG moet betalen.
De curator heeft cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 8 juni 2007 geoordeeld dat de curator verplicht is om het onverschuldigd betaalde bedrag terug te betalen, omdat er geen rechtsverhouding bestond die aanleiding gaf tot de betaling. De Hoge Raad bevestigde dat de terugbetalingsverplichting van de curator alleen geldt in gevallen waarin de betaling het gevolg is van een onmiskenbare vergissing en er geen rechtsverhouding is die de betaling rechtvaardigt. De Hoge Raad kwam niet terug op zijn eerdere rechtspraak en oordeelde dat de curator in dit geval geen andere keuze had dan de vergissing ongedaan te maken. De Hoge Raad verwierp het beroep van de curator en veroordeelde hem in de kosten van het geding in cassatie.