ECLI:NL:HR:2006:AV1227
Hoge Raad
- Cassatie
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- F.W.G.M. van Brunschot
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Beroep in cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting en interne compensatie
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, X1, en de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 2 november 2004. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1997, waarbij de Inspecteur een aanslag had opgelegd die na bezwaar was verminderd. Het Hof heeft het beroep van belanghebbende gegrond verklaard en de aanslag verder verminderd. Zowel belanghebbende als de Staatssecretaris hebben cassatieberoep ingesteld. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal, J.A.C.A. Overgaauw, gevolgd, die had geconcludeerd tot ongegrondverklaring van beide beroepen in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de Inspecteur, indien hij een beroep doet op interne compensatie, dit uitdrukkelijk en ondubbelzinnig moet doen. Het Hof heeft niet onbegrijpelijk geoordeeld dat de stelling van de Inspecteur in het verweerschrift niet als een dergelijk beroep op interne compensatie kon worden opgevat. De middelen van belanghebbende kunnen niet tot cassatie leiden, omdat zij niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad verklaart zowel het beroep van belanghebbende als het beroep van de Staatssecretaris ongegrond. De Staatssecretaris wordt veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 805 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en is openbaar uitgesproken op 2 juni 2006.