ECLI:NL:HR:2004:AO5822
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- J.P. Balkema
- W.A.M. van Schendel
- J.W. Ilsink
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Bewijs van schuld bij verkeersongeval en de rol van verkeersgedrag
In deze zaak oordeelt de Hoge Raad over de schuldvraag in een verkeersongeval dat plaatsvond op 12 juni 2001 te Winssen. De verdachte, bestuurster van een personenauto, reed met een snelheid van ongeveer 80 km per uur en kwam na een flauwe bocht naar links op de verkeerde weghelft terecht, waar zij frontaal in botsing kwam met een tegenligger. De Hoge Raad benadrukt dat bij de beoordeling van schuld aan een verkeersongeval niet alleen de gedragingen van de verdachte, maar ook de aard en ernst van de overtredingen en de omstandigheden van het geval van belang zijn. De Hoge Raad stelt dat niet in het algemeen kan worden gezegd dat één verkeersovertreding voldoende is voor de bewezenverklaring van aanmerkelijke onoplettendheid of onachtzaamheid. In dit geval was de verdachte van mening dat zij een 'black-out' had ervaren, wat haar onvermogen om de controle over het voertuig te behouden zou verklaren. De Hoge Raad oordeelt dat het hof deze verklaring niet voldoende heeft gemotiveerd en dat de bewezenverklaring van schuld niet naar de eisen van de wet is onderbouwd. De uitspraak van het hof wordt vernietigd en de zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.