ECLI:NL:GHAMS:2019:3337
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van een taxichauffeur (Uber) voor het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval met een fietser
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 september 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, een taxichauffeur voor Uber, was eerder vrijgesproken van het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeval waarbij een fietser om het leven kwam. Het hof heeft het hoger beroep van het openbaar ministerie behandeld, dat de verdachte alsnog schuldig wilde laten verklaren voor het primair en subsidiair tenlastegelegde. De zaak draaide om de vraag of de verdachte verwijtbaar had gehandeld door onvoorzichtig of onoplettend te zijn tijdens het rijden. Het hof heeft vastgesteld dat er geen causaal verband was tussen de inhaalmanoeuvre van de verdachte en het ongeval. De tijd die de verdachte had om te reageren op het plotseling overstekende slachtoffer was minimaal, waardoor het hof oordeelde dat de verdachte niet verwijtbaar had gehandeld. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat de verdachte niet schuldig was, en het hof heeft dit oordeel bevestigd. De verdachte werd vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde. Het hof benadrukte dat het een tragische samenloop van omstandigheden betrof, waarbij zowel de nabestaanden van het slachtoffer als de verdachte zelf zwaar lijden onder de gevolgen van het ongeval.