ECLI:NL:HR:2004:AO1948
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- A. Hammerstein
- E.J. Numann
- F.B. Bakels
- Rechtspraak.nl
Arrest inzake pensioenschade en vaststellingsovereenkomst tussen eiser en Eemsmond Beheer c.s.
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 april 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiser] en Eemsmond Beheer B.V. en andere verweerders. De zaak betreft een geschil over de uitvoering van een vaststellingsovereenkomst die partijen op 31 januari 1998 hebben gesloten, waarin Eemsmond Beheer zich verplichtte tot een correcte affinanciering van het pensioen van [eiser]. Eiser vorderde een vergoeding wegens pensioenschade van ƒ 403.963,--, die volgens hem was overeengekomen tijdens een bespreking op 29 januari 1998. De rechtbank had deze vordering afgewezen, en het gerechtshof te Leeuwarden bekrachtigde dit vonnis. Eemsmond Beheer c.s. stelden dat de vaststellingsovereenkomst finale kwijting inhield, waardoor eiser geen recht had op de gevorderde schadevergoeding.
De Hoge Raad vernietigde het arrest van het gerechtshof en verwees de zaak naar het gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De Hoge Raad oordeelde dat het hof onvoldoende had gemotiveerd waarom eiser in de vaststellingsovereenkomst finale kwijting had verleend voor de pensioenschade, terwijl eiser stelde dat hierover eerder overeenstemming was bereikt. De Hoge Raad benadrukte dat de uitleg van de vaststellingsovereenkomst moet worden gebaseerd op de redelijke verwachtingen van partijen en dat het hof dit niet voldoende had onderbouwd. De kosten van de procedure in cassatie werden aan de zijde van eiser begroot op € 4.682,36 aan verschotten en € 1.590,-- voor salaris.