Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
,
,
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
€ 2.486. Volgens de ingediende aangifte IB/PVV 2016 bedraagt het belastbare inkomen uit werk en woning negatief € 659 en het belastbare inkomen uit sparen en beleggen nihil.
:
(…)
Op 7 juli 2016 werd door het Landelijk Parket een hoeveelheid bescheiden ontvangen begeleid door een schrijven van de procureur des Konings te [plaats 1] . Het betreft een antwoord op het uitgaande rechtshulpverzoek(…) Deze bescheiden zijn inclusief de Nederlandse vertaling als bijlage (…) in het dossier “ [onderzoek 1] ” opgenomen.
(…)
In totaal zijn er gedurende de periode 13 februari 2015 tot en met 15 januari 2016 in totaal voor een bedrag van € 310.454,06 chemicaliën gekocht bij [persoon 3] [1] .
(…)
Bij een theoretische omzetberekening, waarbij ik er van uit ga dat de inkoop 7 maal over de kop gaat bedraagt de theoretische omzet over de periode 13 februari 2015 tot en met 18januari 2016 € 310.454,00 x 7 = € 2.173.178,00.
(…)
Het totaal genoten wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt op basis van het vorenstaande:
Hierin is, onder meer en voor zover van belang, het volgende vermeld:
6 Onderzoek [onderzoek 2]
7 Modus Operandi in onderzoek [onderzoek 2] versus onderzoek “ [onderzoek 1]”:
€ 7.857,36.
€ 2.165.321. Dat vermogen dient tot de grondslag sparen en beleggen te worden gerekend
.
€ 1.651 aan belastingrente in rekening gebracht en een vergrijpboete van € 23.155 opgelegd.
De rechtbank heeft:
- de aanslag IB/PVV 2015 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 1.102.486;
3.Geschil en conclusies van partijen
III. Heeft de inspecteur bij de aanslag IB/PVV 2015 terecht een vergrijpboete opgelegd en dient de vergrijpboete verder te worden verminderd?
4.Gronden
De inkopen van [persoon 1] gedurende de periode 10 november 2015 tot en met 15 januari 2016 voor een bedrag van € 14.650 rekent het hof geheel aan belanghebbende toe. Hierbij neemt het hof in aanmerking dat het op grond van vaste jurisprudentie is toegestaan dat in situaties waarin de gerechtigheid tot het inkomen niet is komen vast te staan en de reële kans bestaat dat dit volledig toegerekend dient te worden aan één van de potentiële gerechtigden, de inkomsten ter behoud van rechten bij alle potentiële gerechtigden volledig in de heffing wordt betrokken [10] .
(…)
2.30. De vergrijpboete is dus terecht opgelegd.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep in de zaken 22/1226 en 22/1228 gegrond;
- verklaart het hoger beroep in de zaak 22/1227 ongegrond;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, maar alleen wat betreft de beslissing over de aanslagen IB/PVV 2015 en 2016 en de bijbehorende belastingrentebeschikkingen;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar met betrekking tot de aanslagen IB/PVV 2015 en 2016;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2015 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 721.718;
- vermindert de bij de aanslag IB/PVV 2015 in rekening gebrachte belastingrente dienovereenkomstig;
- vermindert de aanslag IB/PVV 2016 tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil met handhaving van de andere elementen van deze aanslag;
- vermindert de bij de aanslag IB/PVV 2016 in rekening gebrachte belastingrente dienovereenkomstig;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij het hof van € 1.750;
- gelast dat de inspecteur het door de belanghebbende voor de behandeling van het hoger beroep bij het hof betaalde griffierecht van € 136 vergoedt.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).