Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/347505 / KG ZA 10-345)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven met de producties 11-19
- de memorie van antwoord met de producties 17-30
- de akte van Enexis met de producties 20-28
- de mondelinge behandeling op 9 juni 2020 en de daar overgelegde pleitnota's van partijen
3.De feiten
4.De procedure in eerste aanleg
5.De beoordeling in hoger beroep
first come, first served' of anders gezegd: wie het eerst komt, het eerst maalt. Enexis neemt aan dat geen sprake is van gelijke gevallen waar het gaat om aanvragers en reeds gecontracteerde producenten. [Energiepark] daarentegen gaat ervan uit dat ieder recht heeft op een aansluiting en wie op basis van dit recht eenmaal is aangesloten, gelijk moet worden behandeld als ieder ander die is aangesloten, ook de ander die al een aanbod tot transport heeft en van dat aanbod gebruik maakt. Voor zover dit tot capaciteitsproblemen leidt, moet de beschikbare capaciteit worden verdeeld tussen alle aangeslotenen, zonder acht te slaan op bestaande, contractuele rechten. Enexis mag dus niet voor de bestaande contractspartijen transport uitvoeren en tegelijk de nieuw aan te sluiten partijen transport weigeren, vanwege de bestaande contractuele verplichtingen, aldus [Energiepark] . Zij doet onder meer een beroep op de uitspraak van het CBb van 17 mei 2013 (ECLI:NL:CBB:2013:CA1172) en de mede daarop gebaseerde uitspraken in de zaak Schenkeveld (voorzieningenrechter rechtbank Gelderland 16 april 2019, ECLI:NL:RBGEL:2019:1681 en hof Arnhem-Leeuwarden 25 februari 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:1663).
980,00
3.222,00(3 punten, tarief II)