ECLI:NL:RBGEL:2021:2722

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 mei 2021
Publicatiedatum
2 juni 2021
Zaaknummer
C/05/387194 / KG ZA 21-140
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over transportcapaciteit en aansluitplicht van netbeheerder Liander N.V. in verband met fysieke congestie op elektriciteitsnet

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op 26 mei 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een maatschap, hierna aangeduid als [naam eiseres], en de naamloze vennootschap Liander N.V. [naam eiseres] is eigenaar van een (voormalig) kantoorverzamelgebouw dat zij wil ombouwen tot een hotel. Om deze plannen te realiseren, heeft [naam eiseres] een verhoging van het gecontracteerde transportvermogen bij Liander aangevraagd. Liander, als netbeheerder, heeft echter aangegeven dat er in het betreffende gebied onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar is, wat leidt tot fysieke congestie op het elektriciteitsnet. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat Liander zich terecht beroept op de uitzondering van artikel 24 lid 2 van de Elektriciteitswet, die stelt dat een netbeheerder niet verplicht is een aanbod tot transport te doen als er redelijkerwijs geen capaciteit beschikbaar is. De rechter heeft geoordeeld dat Liander voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van fysieke congestie en dat de netbeheerder niet kan worden verplicht om extra transportcapaciteit te bieden aan [naam eiseres]. De vorderingen van [naam eiseres] zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten van Liander.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/387194 / KG ZA 21-140
Vonnis in kort geding van 26 mei 2021
in de zaak van
de maatschap
[naam eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres,
advocaten mr. M.C. Gozoglu en mr. A. Melsen te Groningen,
tegen
de naamloze vennootschap
LIANDER N.V.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde,
advocaten mr. B.J.M. van Oorschot en mr. S. van den Akker te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [naam eiseres] en Liander genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 9
  • de conclusie van antwoord van de zijde van Liander met producties 1 tot en met 7
  • de aanvullende producties 10 en 11 van de zijde van [naam eiseres]
  • de mondelinge behandeling, gehouden op 12 mei 2021
  • de pleitnota van [naam eiseres]
  • de pleitnota van Liander.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[naam eiseres] is eigenaar van het (voormalig) kantoorverzamelgebouw genaamd [naam gebouw] ’, gelegen aan de [adres] (hierna: het gebouw). [naam eiseres] is voornemens het gebouw om te bouwen tot een hotel.
2.2.
Liander is netbeheerder in de zin van art. 10 lid 9 van de Elektriciteitswet (hierna: E-wet) van het openbare elektriciteitsnetwerk in de Noordoostpolder. Voorheen was Enexis B.V. beheerder van dit netwerk.
2.3.
Het gebouw beschikt over een grootverbruikaansluiting die is aangesloten op het middenspanningsnet van Liander, meer in het bijzonder op de elektriciteitskabels tussen het onderstation Vollenhove en verdeelstation Repelweg. Op deze aansluiting heeft [naam eiseres] bij destijds nog Enexis op 6 oktober 2015 een transportvermogen van 137 kW voor levering en 200 kW voor teruglevering gecontracteerd.
2.4.
In verband met het voornemen om het gebouw om te bouwen tot hotel en de in dit verband benodigde verhoging van het gecontracteerde vermogen heeft [naam eiseres] in december 2020 contact opgenomen met Liander. In reactie hierop heeft Liander bij e-mailbericht van diezelfde datum aan [naam eiseres] het volgende laten weten:
(...)
Transportcapaciteit voor afname en terugleveren elektriciteit
Helaas, er is in dit gebied weinig tot geen ruimte beschikbaar op het elektriciteitsnet voor afname en terugleveren van elektriciteit. Wij zijn druk bezig met de plannen om dit gebied op te waarderen. We werken hard aan het uitbreiden en aanpassen van het elektriciteitsnet. Totdat deze werkzaamheden klaar zijn, is er onvoldoende transportcapaciteit beschikbaar. U vroeg aan mij om een inschatting te maken over de doorlooptermijnen van gebiedsontwikkelingen. U moet rekening houden dat u voor deze locatie de komende 4 a 5 jaren niet meer vermogen kunt afnemen en terugleveren dan waar u nu de beschikking over heeft.
U kunt twee dingen doen:
• Nu een aansluiting aanvragen. U krijgt dan een aansluiting met een transportbeperking: u kunt dan minder afnemen en terugleveren dan u zou willen. Zodra er capaciteit vrij komt, verdelen we deze onder klanten op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.
• Zodra op onze website staat vermeld dat er meer ruimte op het elektriciteitsnet is een nieuwe aanvraag doen. Let op: klanten die nu al een aansluiting aanvragen en tijdelijk nog niet het volledige vermogen kunnen gebruiken, komen als eerste aan de beurt om vermogen dat vrijkomt te gebruiken.
(...)
2.5.
Partijen hebben vervolgens per e-mail met elkaar gecorrespondeerd.
Bij e-mailbericht van 6 januari 2021 heeft Liander [naam eiseres] gevraagd om te laten weten welk (piek)vermogen [naam eiseres] na verzwaring van de aansluiting wenst af te nemen en terug te leveren. Daarnaast heeft Liander nogmaals aan [naam eiseres] de hiervoor genoemde mogelijkheden voorgelegd met betrekking tot het door [naam eiseres] gewenste vermogen op de aansluiting.
2.6.
In reactie hierop heeft [naam eiseres] bij e-mailbericht van 7 januari 2021 aan Liander het volgende laten weten:
(...)
We willen graag een offerte voor een vergroting van de bestaande aansluiting van 250 KVA naar een aansluiting van 630KVA.
Hiernaast willen we graag een prijsindicatie ontvangen om de 250 KVA aansluiting te vergroten naar een aansluiting van 1 MVA.
Je hebt me gewezen op de website www.liander.nl/transportschaarste/beschikbaarheid-capaciteit. Op de locatie waar wij dit hotel willen realiseren ( [adres] ) zie ik dat er geen capaciteit meer beschikbaar is voor stroom opwekken, maar er lijkt voor afname voldoende transportcapaciteit beschikbaar te zijn (dit gebied is wit ingekleurd)
We willen hierbij het maximale gecontracteerde vermogen op deze 630 KVA aansluiting aanvragen wat volgens mijn informatie 945 Amp x 230 Volt x 3 fases = 650 KW bedraagt.
(...)
2.7.
Bij e-mailbericht van 8 januari 2021 heeft Liander als volgt gereageerd:
(...)
Bedankt voor de reactie. U geeft aan het maximale van de 630KVA aansluiting te willen benutten en contracteren. Dit betreft niet 650 maar 536KW. De berekening moet met 400V en een COSphi worden uitgevoerd, vandaar de verschillen. Ik zal met uw goedkeuren de waarde voor afname op 536KW laten doorrekenen.
(...)
Qua capaciteit in het net ligt het iets genuanceerder dan gesteld. Het klopt dat de website (nu nog) wit ingekleurd is in dit gebied. Helaas loopt deze website achter. De netberekening is uitgevoerd en daar komt uit dat er niet meer vermogen af te nemen en terug te leveren valt dan wat deze aansluiting nu al doet resp; 137KW en 200KW. Ik heb intern gevraagd wanneer de website wordt aangepast.
Er zijn plannen gemaakt om een netverzwaring in dit gebied uit te voeren. Er zal een nieuwe 20KV middenspanningsring met 20 naar 10 KV distributie stations worden aangelegd, dit is een zwaar middel maar wordt niet voor niets gekozen. Echter de aanleg van deze ringen en stations hebben tijd nodig.
(...)
2.8.
Bij brief van 16 februari 2021 heeft (de advocaat van) [naam eiseres] Liander gevraagd om een onderbouwing van de transportbeperking voor de locatie van het gebouw. Tevens bevat de brief het verzoek om het huidige gecontracteerde transportvermogen op de bestaande 250 kVA aansluiting te verhogen van 137 kW naar 210 kW, zodat het maximaal te contracteren transportvermogen op deze aansluiting kan worden gerealiseerd.
2.9.
In reactie op deze brief heeft Liander bij e-mailbericht van 9 maart 2021 aan [naam eiseres] een onderzoeksrapport genaamd ‘Congestiegebied Vollenhove’ (hierna: het congestierapport) opgestuurd. In het congestierapport is, voor zover relevant, het volgende opgenomen:
(...)
Vooraankondiging capaciteitsproblemen bij verbruik voor verdeelstation Vollenhove knooppunten Repelweg, Uiterdijkenweg 23, Uiterdijkenweg 64, Lage Sluiswal en Oosterringweg
07-01-2021
We verwachten dat verdeelstation Vollenhove (...) binnen afzienbare tijd zijn capaciteitsgrens bereikt, vanwege toegewezen aanvragen. Dit geldt voor verbruik van elektriciteit. Naar verwachting lossen we dit probleem tussen 2022 en 2023, doch uiterlijk in 2024 op. Hieronder staan de details van de oorzaak en de omschrijving van het congestiebied.
Oorzaak
In Nederland neemt de behoefte aan levering van elektriciteit op het net snel toe. Het elektriciteitsnet is daar in bepaalde gevallen nog niet op toegespitst. In dit geval ontstaat daardoor in de regio gevoed door verdeelstation Vollenhove (...) een tekort aan transportcapaciteit voor teruglevering van elektriciteit. (...) Deze situatie leidt tot spanningsvariaties die niet langer binnen de vereiste kwaliteitsnormen vallen. Bij een te hoge of te lage spanning werken de aangesloten installaties mogelijk niet als gewenst, of kunnen deze schade oplopen. Daarnaast leidt deze situatie ook tot een overschrijding van de maximaal toelaatbare hoeveelheid stroom op het elektriciteitsnet. Als de maximale hoeveelheid stroom wordt overschreden, vallen onderdelen van ons net uit of raakt het net beschadigd door overbelasting.
(...)
Aanwezige en gecontracteerde capaciteit
We constateren de verwachte congestie mede op basis van de gegevens in de onderstaande Tabel 2.
Aanwezige capaciteit van het elektriciteitsverdeelstation 24 MVA
Bestaande piekbelasting van het verdeelstation voor analyse met verbruik 21,1 MW
Bestaande piekbelasting van het verdeelstation voor analyse met teruglevering 24,7 MW
Totaal gecontracteerd vermogen verbruik door grootverbruik klanten 27,2 MW
(...)
Hoe en wanneer lost Liander dit op?
Liander investeert volop in de uitbreiding va het elektriciteitsnet. Ook in dit gebied gaan we werkzaamheden uitvoeren om het elektriciteitsnet uit te breiden. (...)We hebben onderzocht of er andere technische mogelijkheden zijn die een (tijdelijke) oplossing bieden voor het knelpunt, zoals het aanpassen van de netconfiguratie. Helaas blijkt in dit gebied een netuitbreiding op dit moment nog de enige technische oplossing.
(...)
Congestiemanagementonderzoek voor verdeelstation Vollenhove knooppunten Repelweg, Uiterdijkenweg 23, Uiterdijkenweg 64, Lage Sluiswal en Oosterringweg
(...)
2.4
Net- en bedrijfstechnische randvoorwaarden
Dit congestiegebied wordt gekenmerkt door een probleem in de reservestelling van het middenspanningsnet. Omschakelmogelijkheden voor belasting zorgen ervoor dat de gevolgen van een storing voor de aangeslotenen in dit gebied beperkt blijven. (...) Doordat storingen niet vooraf te voorspellen zijn, is congestiemanagement zoals beschreven in de Netcode elektriciteit geen geschikte oplossing voor dit probleem. Bij congestiemanagement wordt immers gewerkt met dagdagelijkse transportprognoses op basis waarvan de netbeheerder de dag van te voren biedingen uitvraagt aan aangeslotenen en marktpartijen. Hierdoor wordt in dit gebied niet voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in de Netcode elektriciteit. Daarnaast wordt dit gebied gekenmerkt door spanningsproblemen in het middenspanningsnet. (...) De mogelijkheden tot uitvoeren van congestiemanagement zoals beschreven in de Netcode elektriciteit worden daardoor te complex binnen dit congestiegebied met de beschikbare technische middelen om de spanningskwaliteit te beheersen. Een structurele aanpassing van het net is noodzakelijk en hierdoor wordt in dit congestiegebied niet voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in de Netcode elektriciteit. (...)
2.10.
Bij e-mailbericht van 9 maart 2021 heeft (de advocaat van) [naam eiseres] Liander
verzocht om te laten weten of het gecontracteerd transportvermogen op de bestaande aansluiting van het gebouw kan worden verhoogd van 137 kW naar 210 kW.
2.11.
Bij e-mailbericht van 9 april 2021 heeft Liander (de advocaat van) [naam eiseres] , voor zover van belang, als volgt bericht:
(...) In de aanbieding van de projectmanager wordt aangegeven dat er transportbeperking is opgelegd. Dit betekent dat het vermogen voor het verbruik niet omhoog gezet kan worden. Dit is nu 137 kW en dat blijft ook van toepassing. (...)
2.12.
Op 19 april 2021 heeft [naam eiseres] de offerte geaccepteerd en ondertekend retour gezonden.

3.Het geschil

3.1.
[naam eiseres] vordert, zakelijk weergegeven, dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
Liander veroordeelt tot het realiseren van de 630 kVa aansluiting en daarvoor in elk geval binnen één week na dagtekening van dit vonnis, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn, een aanbod doet;
Liander veroordeelt tot het aanbod van transport van 536 kW, dan wel 210 kW, dan wel een ander vermogen door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen maar in elk geval meer dan 137 kW binnen één week na dagtekening van dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn;
subsidiair
Liander veroordeelt tot wijziging van het gecontracteerd transportvermogen naar 210 kW, dan wel een ander vermogen door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen maar in elk geval meer dan 137 kW en daarvoor in elk geval binnen één week na dagtekening van dit vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn een aanbod doet;
primair en subsidiair
Liander veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke kosten te vermeerderen met de wettelijke rente; en
Liander veroordeelt tot betaling van de proceskosten aan [naam eiseres] , te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente.
3.2.
Liander voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang van [naam eiseres] bij haar vorderingen vloeit voldoende uit haar stellingen voort en is door Liander niet betwist.
4.2.
[naam eiseres] vordert allereerst primair onder i. dat Liander wordt verplicht ten behoeve van [naam eiseres] een zogenoemde 630 kVa-aansluiting te realiseren. Liander heeft echter aangevoerd dat zij voor het wijzigen van de aansluiting aan [naam eiseres] reeds een aanbod heeft gedaan in de onder 2.8. genoemde offerte, die door [naam eiseres] is geaccepteerd. De werkzaamheden voor de aanpassing van de aansluiting zijn reeds gepland en zullen in februari en maart 2022 worden uitgevoerd, hetgeen in overleg met [naam eiseres] is afgesproken, aldus Liander. [naam eiseres] heeft dit niet weersproken. Het belang bij dit onderdeel van haar vordering ontbreekt dan ook. Dat Liander aan haar aanbod voor het wijzigen van de aansluiting een transportbeperking heeft verbonden maakt dit niet anders. De zogenoemde aansluitplicht van een netbeheerder is vastgelegd in art. 23 E-wet en staat, zoals tussen partijen ook niet in geschil is, los van het doen van een aanbod tot transport van elektriciteit, hetgeen hierna aan de orde zal komen. Gelet op het voorgaande zal onderdeel i. van de primaire vordering worden afgewezen.
4.3.
De kern van het geschil tussen partijen is of Liander verplicht is om [naam eiseres] een aanbod te doen inzake het door hem gevraagde extra transportvermogen van 536 kW, dan wel 210 kW, zoals [naam eiseres] vordert. Voorop staat dat op grond van art. 24 E-wet een netbeheerder verplicht is om aan degene die daarom verzoekt een aanbod tot transport te doen. Deze verplichting geldt, op grond van lid 2 van het genoemde artikel, echter niet voor zover de netbeheerder voor het gevraagde transport redelijkerwijs geen capaciteit ter beschikking heeft. Liander heeft zich beroepen op deze uitzondering, hetgeen heeft geleid tot discussie tussen partijen. Voorop staat dat voor de beoordeling van het beroep van Liander op art. 24 lid 2 E-wet alleen van belang is wat op het betreffende elektriciteitsnet werkelijk aan capaciteit voor transport wordt benut en dus of de fysieke grens van de maximale transportcapaciteit wordt overschreden. Deze situatie, die wordt aangeduid als fysieke congestie, moet worden onderscheiden van contractuele congestie, waarvan sprake is als de capaciteit die aan gebruikers is aangeboden hoger is dan de transportcapaciteit van het net. Enkel op basis van dat laatste zou Liander niet mogen weigeren aan [naam eiseres] een aanbod te doen. Fysieke congestie kan echter wel een weigeringsgrond vormen (zie onder meer Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 28 juli 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2411). Liander stelt dat hiervan sprake is op het elektriciteitsnet waarvan [naam eiseres] gebruik maakt, op grond waarvan zij de aanvraag van [naam eiseres] heeft geweigerd en een transportbeperking heeft opgelegd. [naam eiseres] betwist dat van fysieke congestie sprake is, althans dat Liander het bestaan hiervan voldoende heeft aangetoond.
4.4.
Liander heeft ter onderbouwing van haar standpunt het volgende aangevoerd. Op het elektriciteitsnet in de omgeving Vollenhove en de Noordoostpolder doen zich al geruime tijd problemen in de spanningshuishouding voor. Om die reden heeft Liander het gehele gebied uitgeroepen tot zogenaamd congestiegebied en is zij bezig met grootschalige werkzaamheden om het elektriciteitsnet in die regio uit te breiden. Liander heeft in dit verband verwezen naar het congestierapport en de door haar (als productie 2 bij conclusie van antwoord) in het geding gebrachte cijfermatige onderbouwing daarvan. Liander stelt dat zij prognoses heeft gemaakt van het fysieke gebruik van het net, op basis waarvan zij nieuwe aanvragen beoordeelt. Uit die prognoses is gebleken dat de belasting van de kabels tussen het onderstation Vollenhove en verdeelstation Repelweg, waarvan [naam eiseres] gebruik maakt, bij een normale situatie en het huidige fysieke gebruik (dus zonder extra transport ten behoeve van [naam eiseres] ) 54% bedraagt. Aangezien Liander wettelijk verplicht is leveringszekerheid te garanderen moet zij bij haar berekeningen echter rekening houden met een storingssituatie, waarbij slechts één van de kabels onder het Vollenhoverkanaal nog dienst zou doen. Voor de kabels waarvan [naam eiseres] gebruikt maakt zou dit betekenen dat de nog werkende kabel in die situatie voor 107% wordt belast. Bij een nog hogere belasting, dus in het geval het door [naam eiseres] gevraagde extra transport zou worden geleverd, is de kans op uitval reëel, als gevolg waarvan een groot aantal afnemers (langdurig) zonder stroom komt te zitten en er grote schade zou ontstaan. Gelet op deze situatie is sprake van fysieke congestie, aldus Liander. [naam eiseres] heeft betwist dat Liander kan volstaan met de enkele verwijzing naar het congestierapport en de door Liander uitgevoerde berekeningen.
4.5.
Anders dan [naam eiseres] aanvoert, is echter onvoldoende gebleken dat de gegevens in het congestierapport en de cijfermatige onderbouwing daarvan (de door Liander gemaakte prognoses) onjuist zijn. Liander heeft voldoende onderbouwd dat de door haar berekende belasting van het net is gebaseerd op het daadwerkelijke, fysieke gebruik van de transportcapaciteit in een normale situatie en bij een storing. Het feit dat niet de gebruiksgegevens van alle afnemers ter onderbouwing bij het rapport zijn gevoegd maakt dit niet anders. Van Liander kan niet worden verwacht dat zij een dergelijke grote hoeveelheid gegevens, al dan niet geanonimiseerd, voegt bij een congestierapport als het onderhavige. Bovendien heeft Liander onweersproken aangevoerd dat de Autoriteit Consument en Markt toezicht houdt op de inhoud en onderbouwing van het congestierapport, zodat ook om die reden concrete argumenten ontbreken waaruit zou blijken dat het rapport onbetrouwbaar zou zijn. Het enkele feit dat de laatste versie van het congestierapport, waarin gegevens voor stations Vollenhove en Repelweg zijn toegevoegd, van een latere datum is dan de aanvraag van [naam eiseres] , betekent, anders dan [naam eiseres] aanvoert, op zichzelf evenmin dat getwijfeld moet worden aan de juistheid of betrouwbaarheid van dit rapport. Liander heeft in dit verband onweersproken toegelicht dat zij pas na een aanvraag van een grootverbruiker om meer transport berekeningen uitvoert om de belasting van het net in kaart te brengen.
4.6.
Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat bij de beoordeling van het beschikbare transportvermogen in redelijkheid van het congestierapport en de door Liander als productie 2 overgelegde gegevens kan worden uitgegaan. Daarbij wordt echter overwogen dat voor het oordeel of sprake is van fysieke congestie niet slechts het percentage van belasting van de kabel doorslaggevend is, nu een concreet kader aan de hand waarvan kan worden vastgesteld bij welke belasting sprake is van fysieke congestie ontbreekt. Anders dan [naam eiseres] aanvoert betekent daarom het enkele feit dat de belasting op andere kabels hoger ligt niet zonder meer dat bij de onderhavige kabels niet van fysieke congestie kan worden gesproken. Liander heeft in dat verband gesteld dat zij bij een aanvraag steeds de feitelijke situatie beoordeelt, de mogelijkheden tot herstel bij een storing en de kosten daarvan, in combinatie met de voor handen zijnde alternatieven.
4.7.
Daarbij is van belang dat Liander uitvoerig heeft toegelicht waarom in deze specifieke situatie de belasting op het net niet verder kan worden opgevoerd. Zij heeft naar voren gebracht dat de kabels waarvan [naam eiseres] gebruik maakt deels onder het Vollenhoverkanaal doorlopen en daarom in het geval van een storing mogelijk niet kunnen worden opgegraven. De benodigde herstelwerkzaamheden bij een storing, waarop een groot risico bestaat bij verdere belasting van de kabels, zullen dan ook lang duren en kostbaar zijn, of zelfs onmogelijk. [naam eiseres] heeft dit niet concreet betwist.
4.8.
Bovendien heeft Liander gesteld dat zij onderzoek heeft gedaan naar alternatieven, maar dat deze niet voorhanden zijn. Het overgaan tot congestiemanagement behoort niet tot de mogelijkheden, nu de kabels ter plaatse reeds te ver overbelast zijn en er geen reserve is die kan worden aangesproken, hetgeen voor congestiemanagement nodig is. Er is dus niet voldaan aan de randvoorwaarden om tot congestiemanagement te kunnen overgaan, zo stelt Liander, eveneens onder verwijzing naar het congestierapport. [naam eiseres] heeft dit niet gemotiveerd betwist, nog daargelaten dat Liander onbetwist heeft gesteld dat de ACM op het besluit om niet over te gaan tot congestiemanagement eveneens toezicht houdt en niet is gebleken van redenen op grond waarvan dit besluit onjuist zou zijn. Andere alternatieven zijn evenmin werkbaar. Een extra kabel aanleggen, zoals [naam eiseres] voorstelt, kan niet van Liander worden gevergd, nu dit ingrijpende werkzaamheden vraagt en de kosten daarvan bovenmatig hoog zouden zijn. Bovendien gaat daaraan een lang traject vooraf nu een dergelijke kabel onder vele percelen door loopt en er sprake is van benodigde toestemming en vergunningen. Bovendien heeft Liander, zoals reeds is overwogen, toegelicht dat zij inmiddels is begonnen met de uitvoering van de door haar geplande grootschalige werkzaamheden om de capaciteit van het elektriciteitsnet in de Noordoostpolder te vergroten, in het belang van álle afnemers in dat gebied. Met die uitbreidingen zijn veel kosten en werkzaamheden gemoeid, zodat het “tussendoor” leggen van een extra kabel ten behoeve van enkel [naam eiseres] in redelijkheid niet tot de mogelijkheden behoort. Ook het aansluiten van [naam eiseres] op een ander onderstation is niet mogelijk, omdat dit station te ver weg is gelegen. Dat enkel in het geval van een storing zou kunnen worden overgeschakeld naar station Luttelgeest, zoals [naam eiseres] heeft aangevoerd, is door Liander weersproken. Station Luttelgeest is recent vernieuwd en heeft een ander spanningsniveau, zodat de kabels waarvan [naam eiseres] gebruik maakt niet op dit net aan te sluiten zijn, aldus Liander. Ten slotte heeft Liander gemotiveerd weersproken dat [naam eiseres] , zoals hij ter zitting heeft aangevoerd, in het geval van een storing zou kunnen overschakelen op een noodaggregaat. Liander dient in het geval van een storing binnen een tijdsbestek van seconden ervoor zorg te dragen dat haar afnemers niet zonder stroom komen te zitten. Deze termijn zou ruimschoots overschreden worden in het geval [naam eiseres] moet overschakelen naar een noodaggregaat.
4.9.
Voor zover [naam eiseres] aanvoert dat Liander zich niet redelijkerwijs kan beroepen op het ontbreken van capaciteit nu zij onvoldoende heeft geanticipeerd op de benodigde uitbreiding van het elektriciteitsnet geldt het volgende. Liander heeft in dit verband gesteld dat de belasting op het net sterk toeneemt vanwege de stijgende hoeveelheid elektrische auto’s, digitale apparatuur en apparaten als airco’s. Daarbij komt dat steeds meer gebruik wordt gemaakt van zonnepanelen, waardoor de belasting op het net door teruglevering van stroom nog groter wordt. Liander heeft aangevoerd dat zij wel degelijk inspeelt op deze veranderingen, maar dat de stijging van het gebruik door consumenten zo sterk is toegenomen dat zij deze onmogelijk voor had kunnen zijn. In het kader van het toekomstbestendig maken van het elektriciteitsnet is zij reeds begonnen met grootschalige werkzaamheden, die echter kostbaar zijn en veel tijd vergen. Dat Liander een verwijt treft ter zake het treffen van onvoldoende maatregelen om de transportcapaciteit tijdig uit te breiden, is dan ook niet gebleken. Daarbij heeft Liander onbetwist naar voren gebracht dat zij geen enkel belang heeft bij het weigeren van het doen van een aanbod aan een grootverbruiker. Van onwil tot het doen van een aanbod is dan ook niet gebleken.
4.10.
Gelet op het voorgaande heeft Liander naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van fysieke congestie op de kabels waarvan [naam eiseres] gebruik maakt, dat de ligging van de kabels herstelwerkzaamheden bij een storing bemoeilijkt en kostbaar maakt en dat alternatieven om [naam eiseres] toch van extra transport te voorzien niet voorhanden zijn. Dit leidt tot de conclusie dat voldoende is gebleken dat Liander redelijkerwijs geen capaciteit ter beschikking kan stellen in de zin van lid 2 van art. 24 E-wet. Liander kan dan ook niet worden verplicht [naam eiseres] in dat verband een aanbod te doen. Dit betekent dat de primaire vordering van [naam eiseres] onder ii. zal worden afgewezen. De subsidiaire vordering onder iii. is evenmin toewijsbaar, nu uit de vaststelling dat redelijkerwijs sprake is van geen capaciteit ook volgt dat een kleine toename niet mogelijk is. [naam eiseres] beschikt slechts over een gecontracteerd vermogen van 137 kW. Dat dit vermogen kan worden “bijgesteld” naar 210 kW, zoals [naam eiseres] vordert, zonder dat hiervoor eerst een aanbod van Liander nodig zou zijn, valt niet in te zien. Nu het beroep van Liander op art. 24 lid 2 E-wet slaagt, kan zij evenmin worden verplicht het vermogen van [naam eiseres] op te hogen naar 210 kW. Hetgeen [naam eiseres] heeft aangevoerd ten aanzien van de Tarievencode Elektriciteit kan daarmee onbesproken blijven.
4.11.
Nu de vorderingen van [naam eiseres] zullen worden afgewezen, is de vordering tot betaling van de buitengerechtelijke proceskosten evenmin toewijsbaar.
4.12.
[naam eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Liander worden begroot op:
- griffierecht € 667,00
- salaris advocaat
1.016,00
Totaal € 1.683,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [naam eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Liander tot op heden begroot op € 1.683,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Meijer en in het openbaar uitgesproken op 26 mei 2021.