Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 29 september 2015 te Eindhoven en/of Utrecht en/of Veldhoven en/of Weert en/of (elders) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een geheim, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat hij en/of zijn mededader(s) uit hoofde van zijn/hun ambt (namelijk het ambt van politieagent) en/of wettelijk voorschrift (namelijk artikel 3 Wet Politiegegevens en/of artikel 7 Wet Politiegegevens) verplicht was/waren het te bewaren, opzettelijk heeft/hebben geschonden (telkens) door in een of meer politiesystemen (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken) te bevragen en/of door (vervolgens) (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken) uit een of meer politiesystemen op (een) gegevensdrager(s) en/of in (een) document(en) te plaatsen en/of (naar zichzelf) te mailen en/of te exporteren en/of door (vervolgens) (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken) uit een of meer politiesystemen aan daartoe niet-gerechtigde personen te verstrekken en/of te openbaren;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 29 september 2015 te Eindhoven en/of Utrecht en/of Veldhoven en/of Weert en/of Liempde en/of (elders) in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, een politieambtenaar (namelijk [medeverdachte 1] ) een of meer giften (namelijk een of meer geldbedragen) heeft gedaan en/of aangeboden met het oogmerk hem te bewegen om (in strijd met zijn plicht) in zijn bediening iets te doen en/of ten gevolge of naar aanleiding van hetgeen door hem (in strijd met zijn plicht) in zijn huidige of vroegere bediening is gedaan (namelijk (telkens) het verstrekken en/of openbaren van (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken) uit een of meer politiesystemen aan daartoe niet-gerechtigde personen);
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot en met 29 september 2015 te Eindhoven en/of Utrecht en/of Weert en/of Veldhoven en/of (elders) in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit hem en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 3] en/of een of meer andere personen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven (namelijk begunstiging, schending van ambtsgeheimen, computervredebreuk en/of ambtelijke omkoping);
hij in of omstreeks de periode van 10 januari 2013 tot en met 1 september 2015 te Veldhoven en/of te Eindhoven en/of te Asten en/of te Son en/of te Veghel, althans in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen, voorwerpen, te weten geldbedragen, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of van voorwerpen, te weten geldbedragen, gebruik heeft gemaakt, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
hij op of omstreeks 29 september 2015, te Veldhoven, althans in Nederland, van (een) voorwerp(en), te weten geldbedragen (met een totaalbedrag van 235.140,- euro), de werkelijke aard, de herkomst en/of de vindplaats heeft verborgen en/of verhuld en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op (een) voorwerp(en), te weten die geldbedragen, was, en/of die geldbedragen voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
hij op of omstreeks 29 september 2015 te Veldhoven, al dan niet opzettelijk, een of meer radiozendapparaten, te weten drie multiband jammers, geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van die radiozendapparaten op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend;
hij op of omstreeks 29 september 2015 te Veldhoven een reisdocument, te weten een identiteitskaart op naam van [naam/getuige] , en/of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, te weten een rijbewijs op naam van [naam/getuige] , waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat voornoemd reisdocument en/of identiteitsbewijs vals of vervalst was/waren, voorhanden heeft gehad, bestaande die valsheid en/of vervalsing er uit dat
Vrijspraak feit 2
Vrijspraak feit 3
Vrijspraak feit 5 primair
hij in de periode van 29 juli 2015 tot en met 29 september 2015 in Nederland telkens tezamen en in vereniging met een ander, een geheim, waarvan hij en zijn mededader wisten dat zijn mededader uit hoofde van zijn ambt (namelijk het ambt van politieagent) en wettelijk voorschrift (namelijk artikel 3 Wet Politiegegevens en artikel 7 Wet Politiegegevens) verplicht was het te bewaren, opzettelijk heeft geschonden (telkens) door in politiesystemen (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en/of opsporingsonderzoeken) te bevragen en door (vervolgens) (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en opsporingsonderzoeken) uit een of meer politiesystemen op gegevensdragers en in documenten te plaatsen en te mailen en te exporteren en door (vervolgens) (vertrouwelijke) informatie (omtrent een of meer personen en opsporingsonderzoeken) uit een of meer politiesystemen aan daartoe niet-gerechtigde personen te verstrekken en te openbaren;
hij in de periode van 10 januari 2013 tot en met 1 september 2015 in Nederland, voorwerpen, te weten geldbedragen, heeft voorhanden gehad, immers heeft hij, verdachte:
hij op 29 september 2015 te Veldhoven, voorwerpen, te weten geldbedragen (met een totaalbedrag van 235.140,- euro), voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat die voorwerpen geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf;
hij op 29 september 2015 te Veldhoven opzettelijk radiozendapparaten, te weten drie multiband jammers, geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig heeft gehad, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van die radiozendapparaten op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend;
hij op 29 september 2015 te Veldhoven een reisdocument, te weten een identiteitskaart op naam van [naam/getuige] , en een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, te weten een rijbewijs op naam van [naam/getuige] , waarvan hij wist dat voornoemd reisdocument en identiteitsbewijs vals waren, voorhanden heeft gehad, bestaande die valsheid er uit dat
Met betrekking tot feit 1 primair: medeplegen schending ambtsgeheim
[personeelsnummer].
[emailadres 1]. Dit mailaccount is enkel te bereiken vanaf een
- 15-12-2008 : verklaring van geen bezwaar voor functie aspirant DNR.
- 12-2-2009 : brief aanstelling tot aspirant dd. 26-1-2009 en akte van aanstelling.
- 22-4-2009 ambtseed ondertekend door [medeverdachte 1] .
- 13-7-2010 : aanstellingsbrief Generalist Tactische Recherche.
- 28-7-2011 : verlenging proeftijd tot en met 31-1-2012
- 14-10-2011 : weigering verklaring van geen bezwaar aan Hoofd Bureau Veiligheid
- 31-1-2012 : einde verlenging proeftijd.
- 1-2-2012 : vaste aanstelling NR
- 24-4-2013 : wijziging aanstelling tijdelijke dienst met proeftijd in een vast
vervalst
saxo fuut.
kennelijk verschrijving in het proces-verbaal: Weert i.p.v. Veldhoven] 18.50 uur Ford Mondeo [kentekens] stond geparkeerd op de oprit van de [adres 5] . Om 19.07 reed een grijze Audi [kentekens] de straat in en parkeerde ter hoogte van [adres 5] . De bestuurder stapt uit. Om 19.58 uur verliet hij de
Met betrekking tot feit 4: gewoontewitwassen
Met betrekking tot feit 5 subsidiair: witwassen
Met betrekking tot feit 6: voorhanden hebben van 3 jammers
- IBN J.04.01.009 grijze Jammer in legergroene neopreen houder
- IBN J.04.02.001 Jammer (groot) met 6 antennes
IBN J.04.01.009 grijze Jammer in legergroene neopreen houder
IBN J.04.02.001 Jammer (groot) met 6 antennes
IBN J.06.01.001 Jammer zwart 6 antennes
Inleiding met betrekking tot feit 1
[personeelsnummer], welk verbalisantnummer is gekoppeld aan politiemedewerker [medeverdachte 1] .
Het oneigenlijk gebruik dan wel misbruik van deze gegevens is ten strengste verboden.
het hof begrijpt: de woning aan de [adres 5]] en dat er voorts ook geen dactyloscopische sporen van hem zijn aangetroffen op de politie-informatie, vormt hiertegen juist een contra-indicatie.
het hof begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 2]]
Medeplegen
- Uit de bovenstaande feiten en omstandigheden blijkt in de eerste plaats dat verdachte voldoende wetenschap had van de 'kwaliteit' van [medeverdachte 1] , namelijk dat hij politieagent was. Daarnaast is in het vorenstaande het volgende naar voren gekomen. Uit de observaties van 29 juli 2015 blijkt dat [medeverdachte 1] meerijdt in de Ford Mondeo van verdachte. Verdachte haalt [medeverdachte 1] op vanaf een terras naar zijn verblijfplaats aan de [adres 5] . Ook [medeverdachte 3] verklaart vaker in deze woning te zijn geweest, waarbij hij verdachte en [medeverdachte 1] dan samen op de bank aantrof.
- Op 29 september 2015 werd achter een afgesloten schot onder de trap op de verblijfplaats van verdachte [adres 5] een verborgen bundel documenten in beslag genomen van in totaal 167 pagina's met informatie over vele subjecten. Dit bleek te gaan om bewerkte Blue View producten, welke mutaties door [medeverdachte 1] op 12 augustus 2015 zijn bevraagd en vervolgens zijn er 152 mutaties uit Blue View geëxporteerd.
- Op 1 september 2015 werd gezien dat [medeverdachte 1] opnieuw meerijdt in de Ford Mondeo van verdachte om vervolgens naar de woning aan de [adres 5] te gaan. Enige tijd later verlaat [medeverdachte 1] de woning en stapt hij wederom in bij verdachte als bijrijder in de Ford Mondeo.
- Op 1 september 2015 zijn er twee externe gegevensdragers aangesloten geweest op de computer van verdachte. Uit de linkfiles op die computer kan worden afgeleid dat op één van die gegevensdragers op die computer bestanden zijn geopend. In totaal zijn er 27 fragmenten tekst gevonden in de computer van verdachte, onder meer 4 fragmenten op de KENO [medeverdachte 2] en 9 fragmenten op het onderzoek Fuut.
- Op 30 september 2015 werd in de garage van de [adres 5] in een plastic tas een briefje gevonden met de gegevens van [medeverdachte 14] . Gelijkluidende gegevens worden aangetroffen in een plastic bakje in een kastje in de woning van verdachte in Weert. Door [medeverdachte 1] wordt de KENO van deze persoon veelvuldig gezocht, een abonnement afgesloten en de registraties worden meermaals geëxporteerd.
- De tekst van de in de bergplaats gevonden documenten met daarop getypt ‘ [medeverdachte 14] ’ en handgeschreven ‘AB’, gaan over de persoon [medeverdachte 14] en is afkomstig uit mutaties in de bovengenoemde registratie die door verdachte op verschillende tijdstippen is geraadpleegd. In de computer van verdachte zijn in de ‘unallocated space’ sporen aangetroffen van teksten die te herleiden zijn naar één van deze mutaties. Deze mutatie betreft een proces-verbaal dat is gesloten op 24 augustus 2015. Op 25 augustus 2015 is de mutatie in Blue View geraadpleegd en geëxporteerd.
de woning aan de [adres 5]] en dat er voorts geen dactyloscopisch sporen van hem zijn aangetroffen op de politie-informatie, doet aan het bovenstaande niet af.
Met betrekking tot feit 4: gewoontewitwassen
1. Indien in de telastlegging voor de opgave van het feit is volstaan met een omschrijving als bedoeld in artikel 257a, vierde lid, of artikel 261, derde lid, wordt die opgave alsnog in overeenstemming gebracht met de in het eerste en tweede lid van artikel 261 gestelde eisen.
2. De artikelen 313, met uitzondering van de laatste volzin, en 314 vinden overeenkomstige toepassing.
elk(cursivering hof) verband tussen de gedragingen die in het bevel gevangenhouding en die welke in de gewijzigde tenlastelegging zijn omschreven, ontbreekt. Bij zo'n ruime bevoegdheid tot wijziging en aanvulling past immers niet goed dat die bevoegdheid niet zou bestaan, indien een feit op het bevel gevangenhouding als ‘volledig’ is tenlastegelegd. De strekking van art. 314a is immers dat de officier van justitie, die vanwege de regeling van de voorlopige hechtenis soms gedwongen is een dagvaarding uit te brengen op een moment, waarop hij nog niet in staat is de tenlastelegging in definitieve vorm en met voldoening aan de vereisten van art. 261, eerste en tweede lid, Sv op te stellen, later in de procedure de gelegenheid krijgt alsnog een definitieve dagvaarding te vervaardigen (zie HR 24 maart 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD0989 en HR 20 oktober 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1261).
elkverband tussen de gedragingen die in het bevel gevangenhouding en die welke in de gewijzigde tenlastelegging zijn omschreven, ontbreekt.
Feit 6: voorhanden hebben van 3 jammers
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren.
gevangennemingvan de verdachte, welk bevel afzonderlijk is geminuteerd.