Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Aan: [J] ; [K] ; [L]
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
ECLI:NL:HR:2017:130in het bijzonder r.o. 3.3.4) dat de beoordeling of een informatiebeschikking terecht is genomen, dient plaats te vinden naar het moment waarop de informatiebeschikking is afgegeven (vgl. ook
ECLI:NL:GHAMS:2018:1746r.o. 5.4). Beoordeeld moet dan ook worden of de informatiebeschikkingen terecht zijn opgelegd, gelet op de eisen die daaraan gesteld mogen worden, in het licht van de feiten en omstandigheden op het moment dat deze zijn afgegeven.
Hof Den Bosch 12 april 2019, nr. 17/00238, ECLI:NL:GHSHE:2019:1440, r.o. 4.14). Dat er inmiddels, in verband met het voortschrijdend inzicht door het lopende boekenonderzoek, mogelijk concretere informatieverzoeken (zoals het overleggen van bepaalde documenten of de e-mails van specifieke personen die optreden namens belanghebbenden) kunnen worden geformuleerd, doet daar niet aan af.
5.Beslissing
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank;
- stelt belanghebbende in de gelegenheid om binnen acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog de in de informatiebeschikking gevraagde informatie te verstrekken;
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 246.
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank;
- stelt belanghebbende in de gelegenheid om binnen acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak alsnog de in de informatiebeschikking gevraagde informatie te verstrekken;
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 246.