In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 maart 2019, betreft het een incident in hoger beroep tussen B.V. Exploitatie Maatschappij Travers Mosa en een tegenpartij, waarbij Travers Mosa verzoekt om pleidooi in het incident en om een deskundige te bevelen een nadere mondelinge toelichting te geven. Travers Mosa is appellante in principaal hoger beroep en eiseres in het incident, terwijl de tegenpartij geïntimeerde in principaal hoger beroep is en appellant in (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep. De procedure is een vervolg op eerdere tussenarresten en een vonnis van de rechtbank Roermond van 7 maart 2012.
Het hof overweegt dat partijen in beginsel recht hebben op pleidooi, maar dat dit verzoek in uitzonderlijke gevallen kan worden afgewezen. De tegenpartij verzet zich tegen het pleidooi en stelt dat Travers Mosa al voldoende gelegenheid heeft gehad om haar standpunten toe te lichten. Het hof oordeelt echter dat de omstandigheden, waaronder de tijd die sinds het laatste pleidooi is verstreken en de nieuwe procedurele ontwikkelingen, rechtvaardigen dat Travers Mosa haar standpunt in het incident mag bepleiten.
Het hof besluit om de deskundige te bevelen een nadere mondelinge toelichting te geven, en de vorderingen van Travers Mosa in het incident worden toegewezen. De zaak wordt verwezen naar de rol om verhinderdata op te geven voor een pleidooi-/regiezitting. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan, en de uitspraak wordt openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.