Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
(…)”
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, doch uitsluitend voor zover daarbij de naheffingsaanslag is verminderd tot € 746;
- vermindert de naheffingsaanslag tot € 200;
- veroordeelt de Inspecteur tot vergoeding van wettelijke rente over de door de Rechtbank vastgestelde immateriële schadevergoeding van € 1.000, vanaf de dag nadat vier weken zijn verstreken na de openbaarmaking van de uitspraak van de Rechtbank op 26 mei 2016, tot aan de dag van algehele voldoening;
- gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van € 503 vergoedt, en
- veroordeelt de Inspecteur in de kosten van het geding bij het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 990.