In deze zaak heeft de maatschap [A] & [B] beroep ingesteld tegen een besluit van de minister van Economische Zaken. De appellante verzocht om schadevergoeding vanwege de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft op 29 november 2013 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek om schadevergoeding dat voortvloeit uit een eerdere uitspraak van het College op 24 juli 2013, waarin het College het onderzoek heropende om te beoordelen of de redelijke termijn was overschreden. De appellante stelde dat de termijn met een half jaar was overschreden, terwijl de Staat aangaf dat de termijn met vier maanden was overschreden. Het College heeft vastgesteld dat de totale behandelingsduur van de zaak drie jaar en vier maanden bedroeg, waarbij de redelijke termijn in de rechterlijke fase met vier maanden was overschreden. Het College heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 500,-, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van openbaarmaking van de uitspraak. Daarnaast is de Staat veroordeeld in de proceskosten van de appellante, vastgesteld op € 236,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 29 november 2013.