2.5.Bij brief van 2 december 2019 heeft de Inspecteur aangekondigd dat hij, onder meer, voor het jaar 2016 ambtshalve aanslagen IB/PVV en Zvw heeft vastgesteld. Verder heeft hij op grond van artikel 47 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) verzocht om informatie. In deze brief is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
“Recentelijk heeft de politie te [woonplaats] , nadat daarvoor toestemming was verleend door het openbaar ministerie, mij een dossier ter beschikking gesteld voor fiscale doeleinden. Dit dossier bevat een groot aantal documenten die op 4 maart 2019 tijdens een doorzoeking in uw woning zijn aangetroffen. Deze documenten betreffen met name bonnen en andere betaalbewijzen waaruit voor de jaren 2016 en 2017 een zodanig uitgavenpatroon blijkt dat aannemelijk is dat u en uw echtgenote in die jaren belastbare inkomsten hebben genoten waarvan geen aangifte is gedaan. Ter zake van die inkomsten heb ik aan u definitieve aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Waz) 2016 en voor het jaar 2017, mede omdat de aangiftetermijn nog loopt, voorlopige aanslagen.
Hieronder treft u een nadere motivering van deze aanslagen aan.
Overzicht van politie inzake uitgaven
In bijlage 1 bij deze brief is een door de politie samengesteld Excel-overzicht bijgevoegd met daarin een overzicht per jaar van de contante uitgaven en uitgaven per creditcard waarvan bonnen en/of andere documenten zijn aangetroffen. Uit dat overzicht blijkt voor 2016 een bedrag aan benoemde uitgaven van € 48.031 en voor 2017 een bedrag van € 27.868.
Ik acht aannemelijk dat deze uitgaven zijn gedaan uit inkomsten die in de betreffende jaren door u en/of uw partner zijn genoten. Omdat op dit moment niet duidelijk is voor wiens rekening welke uitgave is gekomen en uit wiens inkomen de uitgaven zijn betaald, heb ik ter behoud van rechten de met de uitgaven samenhangende inkomenscorrectie bij u beiden in aanmerking genomen.
Auto's
Vanaf 30 juni 2017 heeft [de oudste zoon] de Range Rover Evoque met kenteken [kenteken 1] op zijn naam. Na inruil van de Audi Al met het kenteken [kenteken 2] voor een bedrag van € 21.000 is daarop een bedrag van € 9.000 bijbetaald. Gelet op de leeftijd en het inkomen van [de oudste zoon] is niet aannemelijk dat die auto daadwerkelijk van hem is geweest. Voorts heeft de politie u meerdere malen als bestuurder van de Range Rover gesignaleerd. Daarom acht ik aannemelijk dat deze auto uw eigendom is en reken ik het bedrag van € 9.000 toe aan uw inkomen over 2017.
[De oudste zoon] heeft de Audi Al vanaf 20 januari 2017 op naam gehad. Ik acht aannemelijk dat ook die auto uw eigendom was. Ik ga er vanuit dat de inruilprijs van eind juni 2017 van € 21.000 ook ongeveer de aankoopprijs is geweest. Omdat dit bedrag al voor januari 2017 verdiend moet zijn geweest, reken ik het bedrag van € 21.000 tot uw inkomen over 2016.
Voorts heeft u vanaf 26 november 2015 tot 7 juli 2017 de Toyota Auris met kenteken [kenteken 3] op naam gehad (…).
Voor alle bovengenoemde auto's schat ik de lopende uitgaven (verzekering,
motorrijtuigenbelasting, brandstof en onderhoud) voor de jaren 2016 en 2017 op
gemiddeld € 750 per maand, dus € 9.000 per jaar.
Huizen in Nederland, Spanje en Frankrijk
Uit de documentatie die ik van de politie heb ontvangen blijkt dat u heel 2016 en 2017 heeft beschikt over een woning in Spanje en een woning in Frankrijk. Ik schat de uitgaven voor het aanhouden van de woning in Spanje op € 1.000 per maand, dus € 12.000 per jaar.
Uit de beschikbare documentatie maak ik op dat u de woning in Frankrijk (deels) verhuurt. Ik neem vooralsnog aan dat het aanhouden van deze woning kostenneutraal geschiedt.
In het jaar 2016 is voor [de woning ] € 18.230 aan hypotheekrente betaald en in 2017 € 9.131. Ik acht aannemelijk dat deze bedragen zijn betaald met belastbaar inkomen dat in de betreffende jaren is genoten, maar aangezien deze bedragen tevens aftrekbaar zijn, blijven
inkomenscorrecties op dit punt achterwege.
Kosten levensonderhoud
In de documentatie die ik van de politie heb ontvangen trof ik tevens de akte van huwelijksvoorwaarden aan waarin is bepaald dat de kosten van de gemeenschappelijke huishouding voor uw rekening komen. Ik schat de kosten van levensonderhoud (overige woonlasten, verzekeringen, nog niet in het overzicht van de politie benoemde consumptieve uitgaven etc.) op € 1.750 per maand, dus € 21.000 per jaar.
Vermogen box 3
Uw echtgenote heeft in haar aangifte over 2014 de woning in Frankrijk aangegeven voor een waarde van € 300.000. Deze woning was in 2016 en 2017 nog in uw bezit. In de aangiften van u en uw echtgenote had een verdeling van de waarde van uw bezittingen over u beiden gekozen kunnen worden. Nu de woning in Frankrijk in het geheel niet is aangegeven en die keuze dus niet is gemaakt, dient bij ieder van u de helft van de vermogensrendementsheffing in aanmerking
te worden genomen:
De berekening is als volgt:
Inkomen box 3 2016:
Waarde woning in Frankrijk € 300.000
Heffingsvrij vermogen
€ 48.874
Voordeel uit sparen en beleggen € 241.126 [€ 251.126,
Hof]
Voordeel uit sparen en beleggen:
€ 251.126 x 4% x 50%: € 5.022”
Bij deze brief is het Exceloverzicht gevoegd.