Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de akte uitlaten producties van Dexia
- de antwoordakte van de afnemer.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een effectenleaseovereenkomst tussen Dexia Nederland B.V. en een afnemer. De afnemer had eerder bij de kantonrechter in Almelo een vordering ingesteld tegen Dexia, waarin hij stelde dat Dexia onrechtmatig had gehandeld door hem als cliënt te accepteren, terwijl de tussenpersoon, Spaar Select, niet over de vereiste vergunning beschikte om advies te geven. De kantonrechter had de vordering van de afnemer toegewezen en Dexia veroordeeld tot schadevergoeding. Dexia ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat de afnemer inderdaad door Spaar Select is geadviseerd bij het aangaan van de effectenleaseovereenkomst. Het hof oordeelde dat Dexia wist of had moeten weten dat Spaar Select als financieel adviseur optrad zonder de benodigde vergunning. Dit leidde tot de conclusie dat Dexia in strijd heeft gehandeld met de regelgeving en dat de vergoedingsplicht van Dexia volledig in stand blijft. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van financiële instellingen bij het aangaan van overeenkomsten met cliënten, vooral wanneer er sprake is van advisering door tussenpersonen zonder vergunning. Het hof heeft ook de relevante juridische kaders en eerdere arresten van de Hoge Raad in overweging genomen, wat de juridische context van de zaak versterkt.