Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord
- de akte uitlaten producties van Dexia
- de antwoordakte van de afnemer.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen Dexia Nederland B.V. en een afnemer met betrekking tot twee effectenleaseovereenkomsten. Dexia had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, dat op 15 december 2022 was uitgesproken. De afnemer had gevorderd dat Dexia onrechtmatig had gehandeld door hem als cliënt te accepteren, terwijl de tussenpersoon, Spaar Select, niet over de vereiste vergunning beschikte om advies te geven. De kantonrechter had Dexia veroordeeld tot schadevergoeding aan de afnemer, wat Dexia in hoger beroep wilde aanvechten.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat Dexia inderdaad onrechtmatig heeft gehandeld. Het hof oordeelde dat de afnemer door Spaar Select was geadviseerd bij het aangaan van de effectenleaseovereenkomst, en dat Dexia dit wist of behoorde te weten. Dit leidde tot de conclusie dat Dexia gehouden was de door de afnemer geleden schade volledig te vergoeden. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van effecteninstellingen bij het aangaan van overeenkomsten met cliënten, vooral wanneer er sprake is van advisering door tussenpersonen zonder vergunning.