Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1]
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen Dexia Nederland B.V. en een afnemer met betrekking tot twee effectenleaseovereenkomsten. Dexia had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Gelderland, dat op 23 maart 2023 was uitgesproken. De afnemer vorderde onder meer schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad en toerekenbare tekortkoming, terwijl Dexia een verklaring voor recht vorderde dat zij aan haar verplichtingen had voldaan. De kern van de zaak draait om de vraag of de afnemer door de tussenpersoon, Spaar Select, is geadviseerd zonder dat deze over de vereiste vergunning beschikte, en of Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn. Het hof oordeelde dat Dexia in strijd heeft gehandeld met de regelgeving omtrent effectenbemiddeling, en dat de vergoedingsplicht van Dexia volledig in stand blijft. Het hof bekrachtigde het bestreden vonnis en veroordeelde Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van effecteninstellingen bij het aangaan van overeenkomsten met afnemers, vooral in het licht van advisering door tussenpersonen zonder vergunning.