In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 januari 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over twee effectenleaseovereenkomsten, genaamd Overwaarde Effect, die zijn afgesloten tussen Dexia Nederland B.V. en de afnemer, vertegenwoordigd door de advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer. De afnemer had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, die op 22 december 2022 uitspraak had gedaan. De kern van de zaak draait om de vraag of de afnemer door de tussenpersoon Spaar Select is geadviseerd, terwijl deze geen vergunning had om als financieel adviseur op te treden. Indien dit het geval is, is Dexia gehouden de door de afnemer geleden schade te vergoeden.
Het hof heeft vastgesteld dat de effectenleaseovereenkomsten tot stand zijn gekomen door bemiddeling van Spaar Select, die als effectenbemiddelaar optrad. Dexia heeft betoogd dat Spaar Select geen vergunningplichtig advies heeft gegeven en dat zij niet wist of behoorde te weten van dergelijke advisering. Het hof heeft echter geoordeeld dat Dexia in strijd heeft gehandeld met de regelgeving, omdat zij had moeten weten dat Spaar Select als adviseur optrad zonder de vereiste vergunning. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de vergoedingsplicht van Dexia volledig in stand blijft, zowel voor de restschuld als voor reeds betaalde rente en kosten.
Het hof heeft het bestreden vonnis bekrachtigd en Dexia veroordeeld tot betaling van de proceskosten van de afnemer. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van financiële instellingen bij het aangaan van overeenkomsten en de noodzaak om te voldoen aan de vergunningseisen voor financieel advies.