Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft Dexia Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Overijssel, dat op 16 november 2023 is uitgesproken. De zaak betreft een effectenleaseovereenkomst die tot stand is gekomen via de tussenpersoon Spaar Select. De afnemer heeft bij de kantonrechter gevorderd dat Dexia onrechtmatig heeft gehandeld en dat zij gehouden is de door de afnemer geleden schade te vergoeden. Dexia heeft in reconventie gevorderd dat zij aan al haar verplichtingen heeft voldaan en niets meer aan de afnemer verschuldigd is. De kantonrechter heeft de vorderingen van de afnemer grotendeels toegewezen en die van Dexia afgewezen.
In hoger beroep heeft het hof de vorderingen van de afnemer en van Dexia opnieuw beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat Spaar Select als effectenbemiddelaar heeft opgetreden zonder de vereiste vergunning en dat Dexia dit wist of behoorde te weten. Het hof oordeelt dat Dexia in strijd heeft gehandeld met de Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999, wat betekent dat de vergoedingsplicht van Dexia volledig in stand blijft. Het hof bekrachtigt het bestreden vonnis en veroordeelt Dexia tot betaling van de proceskosten van de afnemer.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van effecteninstellingen bij het aangaan van overeenkomsten via tussenpersonen en de noodzaak om te verifiëren of deze tussenpersonen over de juiste vergunningen beschikken. Het hof verwijst naar eerdere arresten van de Hoge Raad die relevant zijn voor de beoordeling van de advisering door tussenpersonen en de gevolgen daarvan voor de vergoedingsplicht van effecteninstellingen.